Vrije Universiteitsblad 1965 - pagina 96

1966 een vierjarig rectoraat in te stellen. Door de veelheid van problemen waarvoor de rector magnificus zich geplaatst ziet, gepaard aan de omstandigheid dat er tal van vraagstukken zijn die gedurende een reeks van jaren aan de orde blijven, w e r d het voor de rector steeds moeilijker om zich in een éénjarige periode in de zaken in te werken en de nodige leiding ie geven. Besloten is dal de rector magnificus zal worden bijgestaan door een tweetal conrectoren, voor een tweejarige periode benoemd, waardoor hel hem mogelijk zal zijn, zijn wetenschappelijk werk voort te zetten. Tevens wordf hierdoor de kans op een wellicht wat eenzijdig gericht beleid van de rector magnificus vermeden en wordt de senaat van een voldoende aantal leden met bestuurservaring voorzien. Directeuren en curatoren menen dat deze opzet een nuttige bijdrage tot de zo wenselijke continuïteit in het bestuursbeleid inhoudt. Directeuren besloten, in overeenstemming met de regeling terzake aan de andere instellingen voor wetenschappelijk onderwijs, de toelating tot de studie in de theologie te verruimen. Naa£i hen die in hel bezit zijn van een eind-diploma gymnasium A , kunnen ook bezitters van een einddiploma gymnasium B, H.B.S., Kweekschool en H.T.S. voorlaan de examens voor de theologie afleggen, indien zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. Mede als gevolg hiervan was het aantal eerstejaars studenten voor de theologie op 1 januari 1965 ongeveer twee maal zo groot als het jaar daarvoor. De studenten organiseerden in 1964 voor de eerste maal verkiezingen voor de leden van de reeds geruime tijd bestaande Studentenraad. Doordat deze verkiezingen — die voorlaan jaarlijks gehouden zullen worden — voor alle studenten aan de V r i j e Universileit openstonden, kan de Studentenraad optreden om de belangen welke alle V.U.-studenten gemeenschappelijk hebben, te behartigen. C O L L E G E S V A N DIRECTEUREN EN C U R A T O R E N , SENAAT De president-directeur mr. J. Algera werd in hel najaar van 1964 door een ernstige ziekte getroffen, welke hem noodzaakte zijn functie van lid en voorzitter van het bestuur ter beschikking te stellen. Directeuren betreuren dit ten zeerste; zij v/illen ook op deze plaats gaarne uitdrukking geven aan hun waardering voor het vele werk, door de heer Algera in het belang van de Vereniging verricht. De hartelijke samenv/erking in het college onder leiding van de heer Algera hebben directeuren zeer op prijs gesteld. Het voorzitterschap van het college w e r d tijdelijk overgenomen door de heer Oldenhof. In de jaarvergadering 1964 werd opnieuw tot lid van het college van directeuren verkozen de heer H. van Namen. Het penningmeesterschap werd wederom aan

hem toevertrouwd. De heer V a n Namen w e r d op grond van zijn verdiensten voor de Vereniging door H.M. de Koningin benoemd tot officier in de O r d e van O r a n j e Nassau. De heer J. D. F. van Halsema nam het secretariaat over van de aftredende directeur mr. D. Schut. De president-curator, mr. J. Donner, die in het verslagjaar aan de beurt van aftreden was, w e r d als curator herbenoemd. Tot rector magnificus benoemden directeuren voor het cursusjaar 1964 — 1965 prof. dr. R. Schippers. Secretaris van de senaat w e r d prof. dr. L. Algera. V o o r de cursusjaren 1965 — 1969 w e r d tot rector magnificus benoemd prof. mr. W . F. de Gaay Fortman; tot conrector voor de cursusjaren 1965 — 1967 werden benoemd de hoogleraren dr. J. Lever en dr. W . J. Wieringa. FACULTEITEN Ter gedeeltelijke voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van prof. dr. J. H. Bavinck, w e r d in de theologische faculteit, voor het onderwijs in de theorie der zendinq, tot buitengewoon hoogleraar benoemd dr. J. VerkuyI. V o o r het onderwijs in de vakken homiletiek en poimeniek werden voorshands enige lijdelijke voorzieningen getroffen. Bij de faculteit der rechtsgeleerdheid worde gememoreerd, dat de emeritus-hoogleraar prof. mr. A . Anema in het verslagjaar mocht herdenken, dat hij 60 jaar geleden tot hoogleraar aan de V r i j e Universiteit w e r d benoemd, In deze faculteit w e r d l o l gewoon hoogleraar benoemd prof. mr. H. D. van W i j k , die reeds vanaf 1955, aanvankelijk als lector en sinds 1958 als buitengewoon hoogleraar, aan de Universileit verbonden was. Prof. V a n W i j k doceert Nederlands administratief recht en het recht van de lagere publiekrechtelijke lichamen. Dr. P. H. Kooymans w e r d benoemd t o l gewoon hoogleraar in het volkenrecht en hel recht der Europese gemeenschappon. Tot gewoon lector voor hel onderwijs in de economie w e r d benoemd mr. G . J. Leibbrandt, tot buitengewoon lector voor het onderwijs in de privaatrechtelijke rechtsvergelijking mevrouw dr. D. Kokkini-latridou. In de faculteit der geneeskunde werd benoemd tot gewoon hoogleraar van dr. H. J. Langevoorl voor het onderwijs in de algemene en speciële histologie en de algemene embryologie. Eveneens tot gev/oon hoogleraar w e r d benoemd dr. B. A . den Herder, aan wie het onderwijs in de radiologie w e r d opgedragen. De faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen zag in 1964 uil haar midden vertrekken prof. dr. ir. J. Coops, die gedurende 35 jaar als gewoon hoogleraar voor h e l onderwijs in de scheikunde aan de universiteit verbonden was. Directeuren spreken ook op deze plaats gaarne hun waardering uil voor het zeer vele en gewichtige werk, door deze hoogleraar ook onder moeilijke omstandigheden met grote

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen