Vrije Universiteitsblad 1967 - pagina 80

Verslag van de Vereniging voor wetenschappelijk onderwijs op gereformeerde grondslag over het jaar 1966

Een van de bewijzen van de band die de Vereniging heeft met haar ruim honderdveertienduizend leden, donateurs en begunstigers is het verslag, dat over elk jaar gegeven wordt. Zoals bij eerdere gelegenheden al is opgemerkt, zou een letterlijke rapportage van al wat in verenigings- en universiteitsverband in een Jaar geschiedde, de voor verslaggeving redelijke grenzen zo ver overschrijden, dat een onoverzichtelijke verhandeling zou ontstaan. Zelfs als het bestuur zich zou beperken tot wat het in zijn vergaderingen behandelt en overigens tot zijn (bestuurs-) terrein behoort, zou de capaciteit van één Vrije Universiteitsblad niet toereikend zijn. De aandacht, welke directeuren in het hiernavolgende wijden aan het werk van vereniging en universiteit in 1966, bestrijkt dan ook slechts een deel van de vele activiteiten. Wel hopen zij met het geschrevene de belangstelling voor dit werk te verlevendigen. Onderzoek De eerste schreden zijn gezet op het pad van een wetenschappelijk onderzoek naar de relatie tussen reformatorisch Nederland en de V.U. Dit onderzoek wordt onder leiding van prof. dr. G. Kuiper Hzn. verricht door drs. J. van der Zouwen, welke laatste tijdens een in het najaar gehouden vergadering van directeuren met de provinciale comité's het een en ander heeft meegedeeld omtrent de probleemstelling, de opzet en de voorlopige resultaten van dit onderzoek. Het ziet er naar uit, dat de uiteindelijke uitkomsten ervan zullen kunnen bijdragen tot het ontwikkelen van nieuwe vormen van contact tussen de V.U. en belangstellende christenen in den lande. De mogelijkheid moet worden onderkend, dat factoren als een eventuele volledige subsidiëring èn de blijvende groei van de universiteit, het eigen karakter onzer instelling minder gunstig beïnvloeden. Het tijdig signaleren van deze mogelijkheid en het treffen van maatregelen en de bezinning op de geboden mogelijkheden zijn onderwerpen van voortdurende zorg van het bestuur. De volledige inzet en het meeleven en meedenken van alle bij de universiteit betrokkenen is in deze geboden. Binding en Bijstand Het bestuur acht het hiervoor genoemde contact een levensbelang voor de Vrije Universiteit. Het is zich bewust van de taak die de universiteit heeft ten opzichte van dat deel van het Nederlandse volk, dat door de jaren heen het werk van de Vereniging mogelijk heeft gemaakt. Het ,,tot bloozens toe verlegen zijn" met de naam ,,universiteit" is al jarenlang voorbij. Gebleven is echter het eigen karakter van de V.U., die in het totaal van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek in Nederland volwaardig meespreekt «n haar aandeel levert Zij wil dat doen met het Woord van God als een licht op haar pad omdat zij beseft dat de moeilijke vragen, waarmee de wetenschap wordt geconfronteerd, in dat licht moeten worden gezien en bestudeerd. Stelt de wetenschap hoge eisen aan degenen die haar beoefenen, het besturen van de instellingen voor wetenschappelijk onderwijs ook van onze universiteit, stelt steeds zwaardere eisen aan hen die de bestuurstaak uitoefenen. Teneinde hierbij te kunnen putten uit de veelsoortige kennis en ervaring, welke voorhanden is in wat dikwijls ,,de achterban" van de Vereniging wordt genoemd, is in de statuten der Vereniging voorzien In de oprichting van een Raad van Bijstand. Deze Raad is onlangs in het Vrije Universiteitsblad door de voorzitter van het bestuur In den brede geïntroduceerd; inmiddels heeft de verkie-

10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen