Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 133
statistiek van de ettelijke duizenden medewerkers
De heer A. Krikke, voorzitter van de studentenraad aan de V.U. biedt namens de studenten bijna f 6500.— aan voor het werk van de Vereniging.
en medewerksters in de Landelijke Organisatie en in de organisatie Vrouwen V.U.-Hulp. Ik ben van mening dat deze feitelijke anomalie in de betrekking tussen „Universiteit en v o l k " — hoop dat u begrijpt met welke reserve
ik
ik
deze
oude term nu toch maar even gebruik — een der meest essentiële
„Kernvraagstukken"
is, die
bij
het spreken over de toekomst van onze Vereniging en Universiteit openlijk aan de orde gesteld moet worden. De vraag waar het om gaat is, of de situatie in het heden nog gezien mag worden als een, tegen de achtergrond van de geschiedenis, begrijpelijke faseverschuiving
in
de
ontwik-
keling van de Vereniging enerzijds en haar dochterinstelling
anderzijds,
waarvan
verwacht
mag
worden dat zij in de toekomst zal worden vereffend, dan wel of hierin de kiem ligt voor een doorgaande gescheiden ontwikkeling tot
een verbreking
tie"
zal
moeten
van
de
leiden,
die
uiteindelijk
,,moeder-dochterrela-
althans
de
wezenlijke
inhoud daaraan zal ontnemen.
door de Vereniging zelf gekozen religieuze grondslag niet aantast. Dit houdt echter in dat zulk een overeenkomst ten aanzien van andere kerken, dan die waarop
dat de overeenkomst die onze Vereniging met de Gereformeerde Kerken heeft aangegaan, aan deze voorwaarde voldoet, houdt dus in feite de mogelijkheid van het aangaan
Het zal onvermijdelijk zijn dat bij een realistische benadering van deze vraag de overeenkomst tus-
van
analoge
overeen-
komsten met andere reformatorische kerken in. Of de hedendaagse situatie in het kerkelijk leven
sen onze Vereniging en de Gereformeerde Kerken
reeds de realisering van deze
in Nederland, voor wat betreft de opleiding
toelaten, durf ik niet te beoordelen.
der
mogelijkheid
predikanten in deze kerken aan de orde zal komen.
Uw bestuur
Het is nu eenmaal een realiteit dat voor een grote
onzerzijds deze mogelijkheid niet uit het oog
groep van reformatorische christenen voor wie de
verliezen.
belijdenis van het Koningschap van Christus over het
gehele
menselijke
leven
in geen
geringere
mate het uitgangspunt van denken en handelen is, dan onze Vereniging
het voor
haar
doelstelling
wil doen zijn, de onderstelde binding aan één bepaalde kerkelijke
dominatie,
het
struikelblok
is
om aan de realisering van onze doelstelling — in concreto
aan
de
instandhouding
van
de
Vrije
Universiteit — mede te werken. overeenkomst
is
het daarom goed hier nogeens te memoreren dat reeds
door
de
synode
van
de
Gereformeerde
Kerken w e r d ingestemd met een zodanige wijziging van de pre-ambule van de overeenkomst, dat daaruit duidelijk zou blijken,
dat
deze
komst, ook naar haar oorspronkelijke
overeenbedoeling,
zich beperkt tot het onderwijs in de godgeleerd-
zou
is wel van mening dat het zaak is te
De vraag of de huidige constellatie kansen biedt om de bedding die onze Vereniging in het reformatorisch volksleven heeft gekregen, en die door de kerkelijke gang van zaken aanzienlijk is versmald, weer de bij de oprichting v o o r ogen staande breedte te hergeven, is in feite de hoofdaanleiding geweest tot de instelling van de zoeven genoemde niet
Ten aanzien van de genoemde
zij
betrekking heeft, niet exclusief kan zijn. Het feit,
commissie, die
geheel
terecht,
als
in het
spraakgebruik,
grondslagcommissie
is
aangeduid. Het komt mij voor dat het gesprek over deze voor de
toekomst
van
onze
Universiteit
essentiële
vraag, op zuiverder basis en met minder terughouding van de gesprekspartners, met wie wij het gaarne zouden willen beginnen, kan worden gevoerd, nu, dankzij de verworven financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder wetenschappe-
heid, voorzover dit geschiedt ten behoeve van de
lijk onderwijs, het verkrijgen van breder financiële
opleiding van dienaren des Woords in de Gere-
basis, niet meer als leidend motief aan onze zijde
formeerde Kerken.
kan worden ondersteld. bereid
De feitelijke situatie is toch deze, dat de geschie-
is een universitaire opleiding als een weg tot het
denis van ons land, welke motieven daarin dan
Dat een bepaalde kerkelijke formatie, die
predikambt In haar kerken te aanvaarden, daaraan
ook gewerkt hebben en welke fouten er ook ge-
voorwaarden verbindt,
maakt mogen zijn, er toe geleid
is
een
vanzelfsprekende
zaak. Dat een vereniging die een Vrije Universi-
heeft,
dat
ons
land een bijna volledige universiteit bezit die, te-
een
midden van de geestelijke stromingen die het we-
overeenkomst aangaat, is m.i. evenzeer aanvaard-
tenschappelijk denken en onderzoeken in het ver-
baar, onder het beding
leden
teit in stand houdt, terzake met
een
dat de daarbij
kerk
gestelde
voorwaarden de vrijheid van het onderwijs op de
8
onmiskenbaar
hebben
beïnvloed,
positie
heeft gekozen door de fundamentele inhouden van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968
VU-Blad | 226 Pagina's
![Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 133](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/vu-blad/vrije-universiteitsblad-1968/1968/01/01/1-thumbnail.jpg)