GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 32

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

beurzen. Het verstrekken van deze beurzen — men doet dit al geruime tijd — heeft over het algemeen gunstige resultaten afgeworpen. Vandaar dat men hiervoor een post wil blijven uittrekken (en die post wil verhogen). Dan zijn er de postgraduate beurzen. Hierbij gaat het om, laten we zeggen, doctorandussen uit de ontwikkelingslanden die voor voortzetting of afronding van hun studie aan de V.U. terecht zouden kunnen. Voorrang verdienen die bursalen, die zich verbinden om voor een aantal jaren in dienst te treden van één der instituten, waar de V.U. mee samenwerkt. Ook hier geldt dat het hiervoor uitgetrokken bedrag omhoog moet: van 1971 verwacht men de eerste ,,postgraduates" uit de Congo. Voorts wil men graag jaarlijks een bescheiden bedrag uittrekken voor het sturen van wetenschappelijke litteratuur aan christen-geleerden in ontwikkelingslanden of achter het ijzeren gordijn. Deze mensen kunnen wegens valutamoeilijkheden zich niet alle vakwerken aanschaffen, die zij-nodig hebben. Tenslotte is het wenselijk, aldus prof. Mulder, dat ook buiten subsidiabele mogelijkheden er gastdocenten kunnen gaan naar zusterinstellingen of dat gastdocenten aan de V.U. worden uitgenodigd.

HET HAD AL MOETEN GEBEUREN ^

^•»^^B t

^ÉlM^^^^Pi

m W

n1 M1

L

JÊÊ'A

Prof. Mr. W. F. de Gaay Portman

De rector magnificus, prof. mr. IV. p. de Gaay Portman, is de aangewezen man om wat dieper in te gaan op de bijzondere taken ten aanzien van de plaats van de Vrije Universiteit in het wetenschappelijk leven. Geen dankbare taken, althans niet om te etaleren in een gesprek, want veel van wat in dit verband aan de orde komt, had allang moeten gebeuren. Dit merkt prof. De Gaay Fortman op aan het slot van het onderhoud, dat begint met zijn mededeling dat de Vrije Universiteit al van haar stichting af haar taak in het geheel van het wetenschappelijk leven heeft gezien. Maar... men is er door allerlei nevenwerk eenvoudig niet aan toegekomen. De eerste generatie was zwaar belast: ook het kerkelijke en politieke leven eisten volle aandacht. Er is wel iets gebeurd, door mensen als Anema, Diepenhorst en Gerbrandy (,,om mijn directe leermeesters te noemen"), maar dat deden zij dan als persoon; de V.U. als zodanig kwam aan die taak niet toe. Dat de eigen plaats van de V.U. tegenwoordig weer veel aandacht krijgt, is vooral ook door de discussies van de laatste jaren rondom het vraagstuk van de deconfessionalisering. Wat is beter, een bijzondere neutrale instelling of een bijzondere christelijke instelling? De discussie is nog steeds aan de gang, •— en het feit dat de V.U. bezig is met de herformulering van haar basis, hangt ermee samen; hangt óók samen met het feit dat de V.U. haar christelijke karakter wenst te handhaven. Dit willen-handhaven houdt vandaag in dat men nadrukkelijkei dan in het verleden bezig is met de vraag wat het zeggen wil dat de V.U. iets anders is, probeert te zijn, dan één uit het rijtje universiteiten dat ons land rijk is. Naarmate de universiteit zich meer uitbreidt, komen de vragen in verband met het eigen, het christelijk karakter van de V.U. sterker naar voren. Het gaat er immers steeds om dit karakter tot gelding te brengen. Het kan en mag niet bij fraaie woorden en min of meer luide verzekeringen blijven. Men wil nu proberen doelstelling en grondslag van de V.U. te doen functioneren in wisselwerking met anderen. Juist in discussie met geestverwanten en met niet-geestverwanten kan men verder komen. In dit verband valt in de eerste plaats te denken aan werkgroepen binnen de V.U. Zo'n werkgroep moet in staat zijn kleine conferenties te beleggen met vakgenoten uit binnen- en buitenland. In de tweede plaats

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's