GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 53

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 53

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

studenten zijn gekomen en velen van het docentencorps; dat bewijst dat men' naar elkaar luisteren wil en elkaar de waarheid wil zeggen. Daar zal het nieuwe élan van moeten komen, van daaruit zal de harmonie weer moeten groeien. Want die solidariteit, nodig om te slagen, zal van de mensen moeten komen. Van u als Vereniging en van de mensen die de V.U. bevolken. Van mensen, die zich kunnen vergissen' en die kunnen falen, maar die zich gebonden weten door het geloof in een nieuwe toekomst. Als we denken over vernieuwing van structuren in een universiteit, dan moeten we ons altijd het beperkte van de mens voor ogen houden. Van herstructurering mogen we best iets verwachten, maar echt geen wonderen. Werkelijk nieuw wordt de wereld trouwens pas bij de wederkomst van Christus. Nu kunnen wij ons slechts inspannen om tekenen van dat komende Rijk te laten zien, met alle tekorten ons eigen. Maar... dat laten zien, dat is dan ook onze roeping. Ik wil u daarom graag, als inleiding tot deze dag, enige woorden van Jezus lezen uit Lucas 12 vers 35 tot 38. Het is een oproep tot voorbereiding en tot toerusting op de taak als de Heer komt; het gaat over de waakzaamheid. In het eraan voorafgaande hoofdstuk levert Jezus krakende kritiek op de Farizeeën en de wetgeleerden, zeg maar op het toenmalige ,,establishment". En de opwekking om waakzaam te zijn, volgt op de waarschuwing dat we ons geen zorgen behoeven te maken om boze mensen of om materiele zaken als kleding en voedsel; dat is allemaal relatief. En dan volgt in de Willibrord-vertaling: 35. Houdt uw lenden omgord en de lampen brandend! 36. Gedraagt u als mensen die wachten op de terugkomst van hun heer, die naar de bruiloft is, om, als hij aankomt en klopt, hem aanstonds open te doen. 37. Gelukkig de dienaars, die de heer bij zijn komst wakende zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u: hij zal zich omgorden, hen aan tafel nodigen en langs hen gaan om te bedienen. 38. Al komt hij ook in de tweede of in de derde nachtwake, gelukkig zijn de dienaars die hij zó aantreft. De fijnste trek in deze verzen vind ik het feestelijke accent in de beloning voor waakzaamheid. De heer gaat als hij weer thuis is, aan zijn wakende medewerkers diensten verlenen!

de heer r.c.]. smeenh ZEI TER TOELICHTING VAN ZIJN BESCHOUWINGEN IN HET CONGRESBOEKJE: Nu u hier ondanks AR-konvent en schaatswedstrijden aanwezig bent, lijkt het mij niet verstandig u te vermoeien met een samenvatting van iets, dat u al gelezen hebt. Ik wilde daarom slechts op twee punten kort wat ingaan, te weten enkele aspekten van het studentenprotest en het bijzondere karakter van de Vrije Universiteit. Wat het eerste betreft: Omstreeks 1963/64 was er nog geen sprake van een duidelijke analyse van onze maatschappij. Enerzijds streefden de studenten naar een verbetering van hun sociaal-ekonomische positie, anderzijds hielden zij zich bezig met het organiseren van informatieve avonden over met name buitenlandse problemen. Wat de sociaal-ekonomische positie betreft kan men denken aan

^ ^ ^ M M.

1'

V j ^ ,rir ' '^

«

1

[^ ^^^^^^K 1 ' mÊÊ^^^^mal^^^^^^lM

^1

De beer R. C. ]. Stneenk

beurzenakties, het afschaffen van de aparte positie met betrekking tot de gezondheidszorg en van de bevoorrechte positie in het algemeen, inspraak door middel van studieraden in het universitaire bedrijf en vele andere. Voor dit werk werd de Studenten Vakbeweging opgericht die, in tegenstelling tot het Nederlands Studenten Akkoord, al spoedig het politieke karakter van deze op het eerste gezicht nogal technische kwesties onderkende. Daardoor was zij eigenlijk van meet af aan al meer dan een vakbond, nl. politiek geëngageerd. Immers studieloon en inpasssing van de universitaire gezondheidszorg in een algemene nationale gezondheidszorg vooronderstellen een politieke keuze, nl. dat de student en de wetenschappelijke werker in het algemeen een arbeider is, die in het belang van de gemeenschap werkt en dus ook door de gemeenschap moet worden betaald (en niet door zijn eigen ouders), uiteraard met behoud van eigen verantwoordelijkheid en dat gezondheidszorg niet afhankelijk mag worden gesteld van inkomen of van sociale status. Wat betreft de informatieve avonden kan als voorbeeld dienen de China-week en de Derde Wereld-week, die hoofdzakelijk als doel hadden informatie te geven, zonder daaraan gekoppelde aktie. Door de ontwikkelingen van de laatste jaren (men denke o.a. aan de oorlog in Vietnam) zijn de studenten zich het gevaar van de steeds toenemende invloed van de politieke en ekonomische machtsgroeperingen op universiteit en wetenschappelijk bedrijf bewust geworden. De kritiek richt zich hierbij niet op het feit dat er vanuit de samenleving invloed op de universiteit is, natuurlijk zal er altijd een wisselwerking zijn tussen universiteit en samenleving in het algemeen, maar op het feit dat alle invloed, dus ook schadelijke, door de universiteit kritiekloos wordt aanvaard of door velen zelfs geheel niet wordt onderkend. Door de bij de universiteit betrokkenen zelf zal moeten worden beslist of deze invloed al of niet gewenst is en of deze invloed het universitaire werk bevordert of belemmert. Een universiteit waar deze problematiek bediskussieerd wordt is vanzelfsprekend niet neutraal meer maar politiek geëngageerd. Zij onderzoekt b.v., óók op eigen initiatief, welk wetenschappelijk werk voor de maatschappelijke ontwikkeling gunstig is en welk niet. Momenteel, zo zeggen velen, is iedere invloed van de maatschappij op de universiteit verkeerd, omdat deze invloed in feite slechts wordt uitgeoefend door bepaalde machtsgroeperingen, bedrijfsleven en overheid, die niet representatief zijn voor de

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 53

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's