GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 29

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 29

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

verslag en jaarrekening waren dikwijls „hamerstukken" of hooguit aanleiding tot het stellen van kritische of louter informatieve vragen. Moties of resoluties werden niet ingediend. Van de rondvraag werd weinig gebruik gemaakt. Dat blijkt ook wel uit de tijd die nodig was voor het afhandelen van de „huishoudelijke zaken". Op de jaarvergadering van 1965, toen een statutenwijziging aan de orde was, werden hieraan 69 minuten besteed. Voor 1966 en 1967 zijn de uitkomsten van onze observatie; 20 en 34 minuten, dus een fractie van de vergadertijd. De meeste tijd werd besteed aan toespraken, optreden van studentenkoor en -orkest enz. Bij de jaarvergadering van 1968 en zeker bij die van 1969 in Assen, verandert dit beeld volledig door het optreden van studenten. In 1969 blijkt een extra vergadering nodig te zijn ter behandeling van de vele kritische vragen naar aanleiding van de jaarstukken de tweede V.U.-dag.

Ziet u bepaalde ontwikkeling in de manier, waarop de hand van de V.Umet de mensen in het land gerealiseerd wordt? Dat wordt een heel verhaal, kan dat?... Goed. Nu, het probleem van die band is niet van vandaag of gisteren, de V.U. heeft er eigenlijk altijd mee gezeten. Het belangrijkste doel van de V.U. is wetenschapsbeoefening en dat is iets wat ver ligt buiten de gezichtskring van de meeste mensen, die toch via de Vereniging mee verantwoordelijk ervoor zijn. Bovendien is en was er de vraag, omdat sprake is van onderwijs op gereformeerde grondslag: wat zijn die gereformeerde beginselen nu precies? En dan is er nog dit; mensen die. dan wèl met een zekere kennis van zaken over wetenschapsbeoefening kunnen praten, zitten met de moeilijkheid dat het onderwijs zelf aan een universiteit, ook dus dat aan de V.U., zich volledig aan de waarneming onttrekt. Je zit er niet bij. In het eerst is dit probleem opgelost door ervan uit te gaan dat, wanneer

professor X een afwijkende mening verkondigde, zijn collega Y dan wel aan de bel zou trekken. Dat gebeurde dan ook, — en we hoeven maar aan de zaak met de oude De Savornin Lohman te denken. Hierin zit een geweldig gevaar, dat elke discussie op een gegeven moment meebrengt dat de één de ander de laan uitstuurt. Kuyper zag dit in, en in een rede, gehouden op de jaarvergadering van 1896, gaat hij op deze zaak in. Ik citeer er uitvoerig uit. Het onderwijs moet op beginsel steunen. Maar hoe weten de leden van de Vereniging of het sein op onveilig staat? De leden weten niet wat er onderwezen wordt. Dat weten alleen de hoogleraren en de studenten. „De feitelijke toestand is dan ook, dat noch directeuren, noch curatoren, noch hoogleeraren, van elkander, noch leden, noch begunstigers, met eenige doeltreffende zekerheid weten kunnen, wat er door de hoogleeraren aan een universiteit wordt onderwezen", zei Kuyper: Bovendien kunnen de leden het niet beoordelen. ,,In eene vereeniging als de onze toch, die uit het volk opkomt en door het volk in stand wordt gehouden, wordt voor het lidmaatschap zelfs geen wetenschappelijke graad vereischt, laat staan wetenschappelijke rijpheid. Een vrouw zelfs kan lid zijn, en onder mannen de boer evengoed als de werkman " — Fraai, wat Kuyper over de vrouw zegt: zélfs een vrouw. Mijn vrouw vond het beslist geen mooi citaat!

menstelsel. Gevaarlijk natuurlijk, want je legt alles aan banden, terwijl het in de wetenschap zó is dat je vandaag bereid moet zijn in te slikken wat je gisteren nog met het nodige vuur kon beweren. Kuyper's advies had dus zijn bezwaren en heeft zich ook gewroken. Want er is gewoon wat veranderd in het denken aan de V.U. en ook in de gereformeerde zede. De buitenwacht, die dat denkproces niet heeft meegemaakt, schrikt als hij de gevolgen ervan tegenkomt in een gedragspatroon, in een andere kijk op nu ja, zeg maar dat je op een andere politieke partij gaat stemmen. Afval! Afwijken van de grondslag! Dat concluderen steunverleners en ze zijn niet meer bereid de zaak te steunen. Tegen die achtergrond moet je de jaren omstreeks dertig bekijken. In die periode waren ze juist geweldig afhankelijk van de steunverlening, want het was crisis en de V.U. breidde uit. De propaganda en de werving vragen om een eenvoudig en helder geformuleerd doel. Duidelijk moet voor iedereen worden dat een christelijke universiteit nodig is, dat de V.U. een christelijke universiteit is en dat steun aan de V.U. daarom noodzakelijk is. Alsjeblieft geen ,,verwarring" en „onrust" zaaiende publikaties, we houden meningsverschillen binnenshuis en we hebben iets dat kan aanspreken: de V.U. is tegen de evolutieleer. En de berichtgeving houdt zich met ,,veilige" dingen bezig: een nieuw gebouw, het resultaat van een actie, de inspirerende historie van bijvoorbeeld Vrouwen V.U.-Hulp.

Wanneer komen?

Dr. A. Kuyper

J[0^/

.^ \W!

I

Wat wilde Kuyper dan? Ook dat zegt hij. Hij stelt dat ,,onze mensen" wel kunnen kijken hoe ,,hoogleeraren of hun kweekelingen" op praktisch terrein optreden: als ze preken, als ze in de raadzaal of in de pers optreden enzovoort. Kuyper vindt dat ze over het ,,resultaat van wetenschap in zijn practische belichaming" kunnen èn moeten oordelen. Kijk, u voelt wel, zoiets gaat alleen maar op zolang je er van uitgaat dat de aan de V.U. beoefende wetenschap voert tot een vast gedragspatroon en tot één bepaald nor-

is daar verandering in ge-

Niet direct na de tweede wereldoorlog. Het wervingsapparaat was niet veranderd, de relatie tussen de V.U. en het gereformeerde volk evenmin. Maar eind 1950, begin '60 is er een aantal docenten gekomen dat geen vrede met de bestaande situatie had. In het V.U.-blad van juli/augustus 1936 werd geschreven over misvattingen van ,,de ongelovige wetenschap" (bijvoorbeeld dat de ouderdom van ,,het menselijk geslacht" op 16.000 tot 300.000 jaar gesteld moet worden), maar wist u dat nog tot in 1964 een voorlichtingsbrochure verspreid werd met déze zin er in; ,,Maar wanneer dan op christelijke landbouwscholen onze jonge boeren bewapend moeten worden met argumenten om deze evolutietheorie te bestrijden, dan

5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 29

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's