GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 169

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 169

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

somming moge reeds blijken, dat ieder die opvoedt zich rekenschap moet geven van twee vragen: 1. van waaruit voeden wij op ? 2. waartoe voeden wij op? In de eerste vraag worden wij teruggeworpen op de eigen levensovertuiging. Daarom behoeft het ons niet te verwonderen, dat naast de term ,,theoretische pedagogiek" ook andere begrippen burgerrecht hebben gekregen, die vooral heenwij zen naar het fundamentele, het principiële, het levensbeschouwelijke, het wijsgerige en het religieuze. In zijn bestudering van de theoretische pedagogiek wordt de student alzo geconfronteerd met de grote problemen, waar deze tijd ons voor plaatst. Daarom is de theoretische pedagogiek geen steriel, abstract bedrijf, maar zij neemt haar plaats in temidden van al die verschijnselen, die het leven momenteel tot één groot spanningsveld maken; zij zal een theoretische benadering moeten geven over wat bijvoorbeeld verstaan wordt onder een christelijke, een marxistische, een autoritaire of anti-autoritaire opvoeding.

De

historie

Wij bestuderen ook de geschiedenis. Maar wij bestuderen haar vanuit een pedagogische vraagstelling. Daarbij kunnen de volgende vragen naar voren komen. Hoe werd er vroeger opgevoed ? Hoe zag men en oordeelde men in 't verleden over het kind? Welke gedachten zijn er uitgesproken over de opvoeding? Hebben deze gedachten geleid tot een bepaalde theorievorming? Betekent deze theorie iets voor modern pedagogisch denken? Hoe werd er vroeger onderwijs gegeven? Welke gedachten zijn er uitgesproken over school en onderwijs? Hebben deze gedachten ook invloed uitgeoefend op een modern denken over school en onderwijs? Hoe was en is de verhouding tussen de staat, de opvoeding en het onderwijs? Welke wetten hebben ons onderwijs sinds 1800 geregeld? De studie van deze geschiedenis kan er ons voor bewaren, dat we als een hedendaagse Columbus opnieuw het lang ontdekte Amerika vinden. Zo zijn • bijvoorbeeld bepaalde opvattin-

gen van Augustinus (4e eeuw) nog steeds van onschatbare waarde voor een modern denken over opvoeding en onderwijs. Onze

taken

De hoogleraar in de theoretische en historische pedagogiek houdt zich voornamelijk bezig met het geven van colleges, waarbij stellig ook de opleiding voor de H.O.-akte genoemd moet worden. Deze door prof. Waterink in 't leven geroepen opleiding bestaat nu al ongeveer 45 jaar en mag zich in grote bloei verheugen. Naast de (zeer) talrijke tentamens schrijft de hoogleraar artikelen en boeken, zowel op theoretisch als op historisch pedagogisch terrein. Drs. Eijsenring, wetenschappelijk hoofdmedewerker, legt momenteel de laatste hand aan een proefschrift over de godsdienstige opvoeding. Drs. Van der Laan, wetenschappelijk medewerker, bestudeert voornamelijk de situatie in de 19e eeuw, met bijzondere aandacht voor het Réveil. Beide heren participeren volop in de totale opleiding van de studenten.

SOCIALE OPVOEDKUNDE EN ANDRAGOLOGIE De afdeling sociale opvoedkunde en andragologie van de subfaculteit der opvoedkunde heeft in feite een tweeledige taak, zoals al blijkt uit de naam. Over beide onderdelen afzonderlijk willen wij iets vertellen, hoewel de opleidingen voor een deel samenvallen. De sociale opvoedkunde houdt zich — in ieder geval aan onze universiteit — bezig met de jongeren in het zgn. ,,derde milieu". Jongeren leven in gezinsverband (eerste milieu) en in een onderwijs- of arbeidsverband (tweede milieu). Een deel van de vrije tijd wordt doorgebracht in het

zgn. derde milieu: de straat, het buurthuis, de jongerensociëteit, de jeugd- en sportverenigingen, enz. Het is, naast gezin, school en werk, ook in deze omstandigheden dat de jongere probeert zijn eigen identiteit te vinden, zichzelf te worden en te zijn. Door theoretische studie, door eigen onderzoek en door contacten met instellingen die de jongeren met mogelijkheden voor ontspanning, vorming en hulpverlening ten dienste staan, wil deze afdeling zicht krijgen op de problemen van de jongeren en bijdragen aan de praktijk-ontwikkeling

van allerlei werk. Deze hulpverlening en vorming kan op het vlak van de individuele benadering liggen, maar ook in de groepsbenadering en staat in een kritische wisselwerking met de andere milieus en met de gehele samenleving. Andragologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het werken met volwassenen. Dit ,,werken met volwassenen" vindt bijvoorbeeld plaats in vormingscentra en volkshogescholen. Tegenwoordig hoort men nogal eens spreken over ,,education permanente", wat wil zeggen: onderwijs en VU-BLAD

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 169

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's