GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 72

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 72

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

vervaardigd van een geplastificeerde glasfiberweefsel; de bediening kan individueel en centraal electrisch geschieden. Dat is het dus. Hip en vrolijk Dwalend door allerlei gangen en trappen kom je aldoor een fiks stuk paars geverfde muur tegen waarop met koeien van gele cijfers het nummer van de verdieping waar we zijn staat: met elkaar een hip en vrolijk gezicht. Voor deze paars geschilderde schachten, vertelt de heer Rudolphi, is tweeduizend kilo verf gebruikt, dat is voldoende om de hele Westertoren paars te schilderen. Ik noteer het eerbiedig, alvorens we een kamer binnengaan, waar drs. H. Kessler zetelt. Hij is (en nu komt een mond vol) het hoofd van de hoofdafdeling gebouwen, installaties, terreinen en overige materiële voorzieningen, en van de interessante dingen die hij meedeelt, geven we door dat dit gebouw betrokken moest worden, voordat het helemaal klaar was: vandaar het onaffe plafond in kamer 1 D-16, de rommel voor de draaideuren, de steigers her en der. . . (ik noem maar wat). Destijds stond men namelijk voor de keus: óf voor een enorm bedrag tijdelijk ruimten bijhuren of versneld afbouwen en zien dat er in een, naar verhouding hoog tempo ,,ingehuisd" werd. Het woord ,,inhuizen" is nieuw voor me, maar blijkens VU-publikaties wordt het regelmatig gebruikt, zéker in dit verband: volgens een strak schema zijn de diverse faculteiten en diensten ,,ingehuisd" en het stemt de heer Kessler daarom vooral tot voldoening, dat de VU nu geen student voor haar poorten hoeft laten staan. Ik zeg het misschien wat bloemrijk. . ., merkt hij verontschuldigend op. Drs. Kessler wijst ook uit het raam hoe de bibliotheek op elke etage te vinden is: telkens een gedeelte dat hoort bij de op de betrokken verdieping geherbergde faculteit. Vitschenkpunt Vlak in de buurt van drs. Kessler is de heer R. Aartsma te vinden, die verbonden is aan de interne beheersdienst. Precieser uitgedrukt: hij is het hoofd van de inwendige dienst van de interne beheersdienst (ik merk dat VU-functies uitgebreide omschrijvingen behoeven). De heer Aartsma vertelt dat hij gaat over de portiersdienst (er zijn in totaal tien portiers voor dit gebouw, altijd zijn er twee tegelijk in dienst), over de schoonmaakdienst, over de be2 0

vu-BLAD

voorrading van kantines en koffie-uitschenk-punten: wéér een nieuw woord dat staat voor een bedoening die om zo te zeggen hiërarchisch ónder de kantine ligt, je kunt er alleen koffie, thee, (karne)melk en koeken krijgen. Midden onder het verhaal komt een secretaresse melden dat er op etage zoveel een lekkage is bij de koffiebar: om zo te zeggen een levende illustratie van het betoog van de heer Aartsma, en als nog meer van dergelijke affaires zijn aandacht vergen, vertrekken we. Ik wil omhoog De heer Rudolphi voert me nu naar een deel van de gang, waar zes van de in totaal tien liften te vinden zijn: allemaal met oranje deuren en niet voorzien van enige knop. In de plaats daarvan staat er wat verdwaald in de brede gang een soort pilaartje met knoppen en de kinderlijk aandoende woorden: ik wil naar boven, en: ik wil naar beneden. Het officiële woord voor dit toestel: zuil-met-twee-bedieningsknoppen. De heer Rudolphi drukt er trefzeker op en weldra suizen we een tiental verdiepingen hoger. Met veel stoppen, dat wel: telkens stappen werklui of studenten in en uit, werklui vooral. We zijn op weg naar de heer W. D. van der Hoeven, die verbonden is aan het bureau van de gedelegeerd directeur, ir. C. A. Doets. Nauwkeurig omschreven: de heer Van der Hoeven is hoofd van de afdeling planning, programmering en organisatie bouwzaken van het bureau enz. Hij overhoort me eerst een beetje: is U al verteld dat er nog een kantine met zo'n vijftienhonderd plaatsen komt? Dat de grote aula straks een twaalfhonderd plaatsen zal tellen? En dat je ook mag spreken van congresruimte, omdat 's zomers hier internationale congressen gehouden kunnen worden? Wat ik nog niet gehoord had, schrijf ik vlijtig op, óók het antwoord op onze vraag, wanneer het gebouw helemaal klaar zal zijn: oktober, november 1972. N u we toch met data bezig zijn, de eerste paal voor het hoofdgebouw werd geslagen op de VU-dag van 1967, de eerste twaalf verdiepingen kwamen in september, oktober 1970 in bedrijf en het eind van 1970 de laatste vier. Sneller dan gedacht en gerekend was, vanwege de ruimtenood, de heer Kessler had het ai gezegd. Helemaal bovenin zitten de theologen: de etages veertien en vijftien met op

de zestiende een soort van kerkzaal, waar a.s. dominees hun proefpreken kunnen houden en waarin ook promoties kunnen plaatsvinden, waarvan men verwacht dat het aantal belangstellenden niet zo groot zal zijn (niet iedere promovendus tenslotte sleept bussen met gemeenteleden in zijn gevolg mee!). Oorspronkelijk zou de theologische faculteit beneden zitten: als koningin der wetenschappen, en dan zouden de andere faculteiten volgen naar anciënniteit, Jaja, zeiden de heren ,,planners", dat is wel mooi bedacht, m a a r . . . En toen bleek dat de „drukste" faculteiten het meest naar beneden moesten gehuisvest worden, wilde je (om maar één aspect te noemen) niet steeds met stampvolle liften zitten.

Cijfers Tot zover een hap en een snap uit een uitgebreide wandeling door het nieuwe hoofdgebouw van de VU, en nog is u en mij de helft niet aangezegd (ook niet van wat hierna nog gebouwd zal dienen te worden). Nog een paar cijfers tot slot. Dit hoofdgebouw heeft een inhoud van 341.500 kubieke meter en een vloeroppervlak van 90.000 meter. In het gebouw is de volgende hoeveelheid materiaal verwerkt : 1.790 stuks palen, 4.591 kubieke meter glijbeton, 27.790 kubieke meter gestorte beton, 1.776 kubieke meter prefabomstorting, 1.995 ton constructiestaal, 27.815 vierkante meter te bekisten oppervlak, normale bekisting, 74.190 vierkante meter te bekisten met systeembekisting, 1.621 ton wapeningsstaal, 1.012 ton gepuntlaste wapeningsnetten en 2.653 stuks prefabkolommen. a.j.k.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 72

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's