GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 167

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 167

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine

wille van een rechtvaardig oordeel, zelfs over zo'n zwart schaap als Graham, geoorloofd een paar zinnetjes door te geven uit het hoofdstuk dat heet: 'Sociale verplichtingen van een christen'. Ik citeer: 'Hoewel de Schrift leert dat Christus ieder moment kan wederkomen, vermaant de Schrift ons ook door te gaan met onze zaken totdat Hij komt. In de tijd van Noach was er bijvoorbeeld niets verkeerds aan eten, drinken, huwen en ten huwelijk geven, behalve dan, dat deze activiteiten waren verworden tot zondige misbruiken. Ook in de tijd van Lot was er niets verkeerds in het kopen, verkopen, plannen maken en bouwen behalve dan, dat dit alles werd gedaan met zondige methoden. Het schijnt in de tijd van Noach en Lot fundamenteel verkeerd te zijn geweest dat de mensen hierin hun enige levensbelang zagen. Ze dachten alleen aan hun eigen genoegens, hun persoonlijk bezit en aan het verzamelen van materieel gewin. De dingen van dit leven namen hen zo in beslag, dat ze geen tijd hadden voor God. Dit verdroot God en Hij bezocht de overtreders met Zijn oordeel' (blz. 173). Graham zelf citeert hierbij een andere auteur: 'De bijbel wil de mens aanmoedigen zijn wereldlijke zaken te zien in het licht van het groter belang en de waarde van geestelijke zaken.' En hij vervolgt: 'De bijbel leert ons ons dagelijks werk uit te voeren en er een eer in te stellen dat goed te doen. We zijn hier op aarde geplaatst en hebben er werk te doen en degenen, die vinden, dat ze christenen zijn, wordt niet alleen geleerd te werken, maar naar hun beste vermogens te werken' (blz. 173-4). Hij (= Christus) helpt ons ook de sociale problemen waarmee we worden geconfronteerd tegemoet te treden en het is mogelijk, dat we juist daar in verwarring kunnen raken. Want in ons dagelijks werk en in de manier waarop we de sociale problemen tegemoet treden zal de wereld Christus in ons zien' (blz. 174). De mensen moeten ons als christenen kunnen herkennen: 'Kunnen de mensen zien aan de nadruk waarmee we ons hechten aan materiële zaken, of ons hart uitgaat naar de dingen die boven zijn, of dat we in de eerste plaats van de wereld zijn' (blz. 175). 'Veel mensen hebben kritiek geleverd op het zogenaamde "sociale evangehe" maar Jezus leerde dat we de wedergeboorte in onze ene hand moeten nemen en een beker koud water in de andere. Christenen behoren zich sociale problemen en sociale onrechtvaardigheid meer dan anderen aan te trekken' (blz. 175). Graham gaat hierbij onder meer in op het rassenvraagstuk. 'De christelijke levenshou-

ding behoort in de economie voorrang te hebben. Jezus zei dat het leven van een mens niet bestaat in de overvloed van zijn bezittingen. Geld is een goede slaaf, maar een slechte meester. Bezit hoort in de portemonnee of op de bank, maar niet in het hart. Rijkdom heeft zijn plaats en zijn macht, maar kan geen aanspraak maken op de troon te gaan zitten of de scepter te zwaaien. Hebzucht plaatst geld boven de mens. Hij ketent zijn aanbidder en maakt hem tot zijn slachtoffer. Hij verhardt de harten en verdooft de edele impulsen en vernietigt de vitale kwaliteiten van het leven. Hoedt u voor hebzucht in elke fase en in elke vorm. Ieder van ons zou zich er ver van moeten houden door waakzaamheid, gebed, zelfcontrole en discipUne. Het leven is geen zaak van dollars en centen, huizen en landerijen, verdienen en financiële prestaties. Begerig-

Nogmaals: Bllly Graham.

held mag de mens geen slaaf maken van rijkdom' (blz. 181). In aansluiting bij deze laatste woorden houdt Graham een uiteenzetting over de gelijkenis van de rijke dwaas, dat scherpe verhaal van Jezus dat eindigt met de dood van de rijke: 'Zo gaat het met hem die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God.' Ik geloof dat het geciteerde voldoende duidelijk maakt dat men Graham noch onkritische deelneming aan het materialisme, noch wereldvreemd spiritualisme in de schoenen kan schuiven. Ik hou nu maar op met bladeren in het boekje van Graham. Ik geef toe: het was meer dan genoeg. Prof Kuyk hamert het er immers met grote nadruk bij zijn lezers

in: 'Vandaar dat je nooit, maar dan ook nooit, in enige preek van Billy Graham . . .'! Eén citaat uit het boekje zou dus al voldoende zijn geweest om die bewering te logenstraffen. ' Ik ga nu niet verder op het artikel over prof Kuyk in. Maar wel moet ik kwijt, dat het naar mijn vaste overtuiging van fundamenteel belang zal zijn de diepe motieven aan het licht te brengen van uitspraken als: 'Je krijgt een zielsevangelisatie . . . dat geeft de mogelijkheid dat je afgetrokken wordt van wat nu in het dagelijks leven werkelijk van belang is.' Met Graham wijs ik graag uit het diepst van mijn hart op de beker water waar Jezus het over heeft. En toch ben ik er niet zeker van, of niet achter een uitspraak als de zojuist geciteerde een pragmatisme steekt, dat als het erop aankomt meer van menselijk handelen dan van Gods genade verwacht. Ik leg deze bezorgdheid openhartig aan prof Kuyk en aan allen die dit lezen voor. Er is naar ik vrees een prakticisme, dat daarom zo kritisch staat tegenover mensen als Graham met zijn bijbelse prediking, omdat het ten diepste al afgerekend heeft met de bijbelse boodschap van menselijke zondige onmacht (en onwil) en barmhartige redding dankzij goddelijk initiatief. drs. L. Strengholt Naschrift van prof. dr. W. Knyk Enige van uw uitvoerige citaten van Billy Graham zijn mij bekend. U weet misschien dat Graham (met andere Amerikaanse 'fundamentalisten') van mening is dat het economische- ^ pragmatistische systeem van de VS en de zgn. 'vrije wereld' (de vrije concurrentie, de ongebreidelde economische vooruitgang, 'the survival of the fittest', 'competitie' als universeel kenmerk voor de maatschappij en voor de betrekkingen tussen landen, 'the sky is the limit', etc.) goed is; maar dat de sociale ellende alleen kan worden opgelost als men persoonlijk met God in het reine komt. (Vandaar dat in de VS iemand die 'het niet gemaakt heeft' als een nietsnut of luiaard wordt aangezien, want had hij aangepakt dan was hij in het systeem als de anderen welvarend geworden.) In het bijbelse perspectief is de verlossing totaal, d.w.z. het betreft de mens en de structuren beide. Het economische waarop ik doelde is een zelfstandige tegenspeler van wat u het 'goddelijk initiatief noemt. A Is Billy 'bekeerd' wordt, dan mag Billy niet meer in gebed voorgaan op state-dinners, en is hij niet meer bruikbaar om de presidentiële politiek aan zijn achterban te verkopen . . . Ik ben er indertijd niet in geslaagd een naaste medewerker van Graham te laten zien dat het evangelie een wijdere betekenis heeft voor de wereld dan een individualistische. Dit stemt overeen met al uw citaten: daarin gaat het om de verbetering van de persoonlijke kwaliteiten van de mens (o.a. nobelheid etc. . . .).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 167

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's