VU Magazine 1973 - pagina 444
Gesprek met prof. dr. N. W. de Smit:
'Vraag naar maatschappelijke verantwoordelijkheid moet worden gesteld' Er bestaan op het ogenblik vier zgn. Crisiscentra in ons land, in Amsterdam, Den Haag, in Utrecht en Groningen. Prof. dr. N. W. de Smit, verbonden aan de juridische faculteit van de VU als buitengewoon hoogleraar in de forensische psychiatrie en initiatiefnemer van het oudste crisiscentrum (dat in Amsterdam) legt de functie van dit instituut uit in beeldspraak die is ontleend aan het wegverkeer. Hij vergelijkt het centrum achtereenvolgens met de wegenwacht en met een wegwijzer. • Wegenwacht: getracht wordt, mensen die met zich zelf in de knoop zitten in een vroeg stadium op te vangen, zodat opname in een.ziekenhuis, of in een psychiatrische kliniek kan worden vermeden. Van een definitieve behandeling is geen sprake; na de opvangperiode in het centrum wordt aan de cliënten advies gegeven tot welke instanties zij zich kunnen wenden voor verdere hulp. • Wegwijzer: een crisiscentrum is, naar de mening van prof. De Smit, een instelling die typisch is voor de grote stad, in die zin, dat de opvangmogelijkheden in de onmiddellijke omgeving minder zijn dan op het platteland, waar men elkaar over het algemeen beter kent. Een crisiscentrum tracht een schakelfunctie te vervullen tussen mensen-innood en de verschillende bestaande hulpverlenende instanties (bijvoorbeeld bureaus voor levens- en gezinsmoeilijkheden, maatschappelijk werk, gewestelijk arbeidsbureau, diensten die met uitvoering van de Bijstandswet zijn belast, de huisarts etc.) In het crisiscentrum kent men de weg in de talrijke instanties. 'De gemiddelde Amsterdammer weet niet wat een dagcentrum kan, of wat een sluis-internaat is. Als hij zo'n instelling nodig heeft, moet hem die worden gewezen.' Iemand die aan een kwaal lijdt waarvoor hij bij de medicus
Prof. dr. N. W. de Smit
24
terechtl<an, weet meestal haarfijn de weg. Heeft de onbekendheid met psychologische of sociale hulpverlening te maken met onderschatting van de problematiek? Pas na de oorlog - en in de jaren zestig heeft zich dat doorgezet - is er een grotere erkenning gekomen voor persoonlijke problematiek. Voordien hield men zichzelf en elkaar vaak voor, geen krimp te geven, men moest flink zijn ('hou je taai'). Soms, bijvoorbeeld wanneer er sportprestaties moesten worden geleverd, was zo'n houding misschien wel goed, maar wanneer er een soort leefregel van wordt gemaakt, kan het een soort karakterpantsering worden. Mensen kunnen daaronder afknappen. Op het ogenblik wordt het de mensen veel eerder toegestaan met zichzelf geconfronteerd te worden, dat brengt met zich mee dat een grotere behoefte bestaat aan hulp. Dat is ook zichtbaar in de opleiding van huisartsen. Daar
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973
VU-Magazine | 574 Pagina's