VU Magazine 1975 - pagina 16

de ouders her en der in Nederland woonden, en dat alle studierichtingen erbij zouden zijn betrokken. Slechts enkele dagen had men gelegenheid om te reageren. De vragen probeerden zoveel mogelijk antwoorden uit te lokken met eigen formuleringen. Verwacht werd dat ongeveer een derde van de aangeschrevenen zou reageren. Er kwamen méér antwoorden binnen (23 ouders; 23 studenten). De studentenantwoorden zijn genummerd 1 tot 23 en de oudersantwoorden 51 tot 73. Meer dan een indruk kan uiteraard een

dergelijke correspondentie niet geven, maar zolang er geen moeizaam wetenschappelijk onderzoek is verricht, moet men zich daarmee behelpen. En wat 23 volstrekt willekeurige ouders en 23 studenten samen te vertellen hebben, zegt in ieder geval iets.

Gesprekken had VU-magazine voorts met 'n studentenpsycholoog, 'n studentenpredikant en 'n studentendecaan. Studentenpredikant ds. A. Schippers besluit met 'n artikel: 'Gevraagd: een huis' (liever nog twee).

Vraag 1. Hebt u het Revoel dat uw studerend kind terecht gekomen is in een totaal ander milieu? Hoe ervaart u dat? Als een probleem? En wat maakt het dan moeilijk? 51 Ja; Was ons al bekend; niets. 52 Het studerend kind is inderdaad in een ander milieu gekomen, doch dit lijkt mij zijn zelfstandigheid ten goede komen, ondanks dat wij hem vrij zelfstandig hebben opgevoed. Ze gaan een eigen mening vormen, soms wel tegengesteld aan die van ons, doch dat brengt de jeugd mee. 53 Ik heb de indruk dat mijn kind in een ongeveer gelijk milieu is terechtgekomen en heb in dit vlak geen problemen. 54 Neen. Alleen jammer dat de band met de kerk nóg losser werd. 55 Ik heb niet het gevoel dat het milieu geheel anders is dan waarin hij thuis en op het atheneum in verkeerde. Maar de periode van beoordeling ( ± 3 maanden) is w/ei wat kort. 56 Ja. Van de beslotenheid van een gezin Is de overgang naar de universiteit erg groot. Het Is niet direct een probleem voor ons als ouders daar veel afhankelijk is van het karakter van de student. 57 Neen. Alleen zelfstandiger. Eigen mening. 58 Ja, ik ervaar dat echter niet als een probleem, integendeel. 60 We hebben het gevoel dat hij In eenzelfde soort wereld terechtgekomen Is. Geen problemen. Ofwel hij zoekt dezelfde milieus, enz. als thuis. 61 Neen. Het ging heel geleidelijk. 62 Niet In een totaal ander milieu. De verstandhouding Is eerder beter dan slechter. 63 Ja, wij hebben het gevoel dat onze zoon vooral gedurende de eerste paar jaar 14

zich volkomen alleen voelde staan en zich als een kat in een vreemd pakhuis voelde. O.i. te weinig begeleiding vanuit de VU. Zeer zeker een probleem voor de studenten in het algemeen! 64 Hij is volgens onze gevoelens in een goed milieu terechtgekomen, dus dat geeft ons geen problemen. 65 Ik heb twee studerende kinderen aan de VU en zij verkeren in een geheel verschillend milieu - meer door hun kennissen en huis(eenheid)-genoten dan door de faculteit Vrienden oefenen op een nieuwsgierige I e jaars-student een grote invloed uit, ook andere vrienden die het gebruik van soft drugs normaal vinden. Deze drugs

Vraag 1.

en de angst voor gebruik van meer zijn 't grootste probleem geweest. 66 Als men van een plattelandsomgeving naar Amsterdam vertrekt, merkt men vrij snel aan de student dat hijlzij in een andere omgeving Is gaan leven. Het milieu is dan de studentengroep/het dispuut/de sportvriend enz. die uiteraard andere invloeden doen gelden dan de v.w.o.-omgeving waarin men 5 of 6 jaar leefde. Bovendien Is de puber ondertussen wat meer mens geworden. 67 Natuurlijk wel. Hadden niet anders verwacht Geen probleem. 68 Ja. Ik beschouw hem thans als volwassene die het In zijn eigen hand heeft, wat hij van zijn toekomst en leven kan maken. Ten dele als een probleem, doch mijn verstand gebiedt mij hem als een vriend te benaderen. 69 Neen 70 Neen 71 Globaal zeker niet Er liggen wel veel specifieke (afwijkende) mogelijkheden. Het probleem is dat je te laat merkt dat het kind onder ongewenste invloeden raakt 72 Neen, we hebben zelf gestudeerd. 73 Ik ken het milieu niet, waarin hij terecht gekomen is. Hij zelf is erg gesloten, vertelt weinig en een paar bezoekjes geven weinig recht tot oordelen.

Is er verschil tussen het milieu thuis (bij uw ouders) en het milieu waarin u dagelijks verkeert; ervaart u dat als een probleem oC vindt u dat misschien wel prettig?

1 Grote verschillen ervaar ik niet, mijn ouders hebben grotendeels dezelfde interesses als ik - kleine zullen er altijd blijven, maar dat is niet hinderlijk.

wel prettig.

2 Natuurlijk verschillen; de verhoudingen zijn verschillend; het milieu waarin ik dagelijks verkeer is moeilijk te omschrijven: veel genuanceerder dan thuis, totaal geen probleem, omdat ik in beide milieus vrij ben m'n gang te gaan.

4 Nu ik op kamers woon, en dus veel zelfstandiger ben geworden, is dat niet meer zo'n probleem als in mijn HBS-tijd. Toen zag ik mijn ouders eerder als mensen die je het onnodig lastig maken bij dingen die je graag wilt doen en met wie je nu eenmaal moet leven, dan als mensen dieje helpen. Nu is dat veel minder het geval. Ik begrijp ze misschien ook beter.

3 Groot verschil. Geen probleem. Eigenlijk

5 Ja. Het lijkt me nogal logisch dat je hele

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen