GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 144

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 144

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

vrij te pleiten van een zekere pietluttigheid. Op een gegeven moment stond de zin er goed op, maar omdat het kind had vergeten er een punt achter te zetten, werd het aangeraden 'het nog eens te proberen'. Maar goed, het schoolhoofd dat een gedeelte van de demonstratie bijwoonde, toonde zich zeer ingenomen met dit dictee-programma, omdat hierbij, in tegenstelling tot de klassieke manier waarop dictee-zinnen worden voorgelezen aan een klas, de kinderen met hun neus op het woordbeeld van bepaalde moeilijke woorden werden gedrukt.

In stapjes In het kort nog een paar voorbeelden uit andere programma's. Bij het maken van vermenigvuldigingen werden de leerlingen, wanneer ze fouten maakten, stap voor stap naar het goede antwoord gevoerd (voorbeeld: 6 X 86 = 506, computer: 'Nee, doe het in stapjes: 6 x 80 = 480; 6 x 6 = 36; 480 + 36 = 516). Ook hier werd de tijd, die de kinderen voor een som nodig hadden, bijgehouden. Ook bij de tafels van 1 tot 10 was dat belangrijk. De leerkracht kon aan de 'bedenktijden' zien of een leerling het antwoord meteen uit z'n geheugen wist te leveren, of dat hij via ezelsbruggetjes of omweggetjes te werk was gegaan. Via het programma 'uitleg' konden kinderen vragen naar woorden of begrippen die ze niet kenden. Zo'n woordenboek/encyclopaediafunctie veronderstelde natuurlijk wel, dat er iemand (een programmeur, een docent, een leerling) was geweest, die eerder de gevraagde uitleg in het geheugen van de computer had gebracht, kende de computer een bepaald woord nog niet, dan liet hij dat weten. Kende hij het wel, dan gaf hij de uitleg niet alleen, maar vroeg tevens of de leerling nog iets aan de informatie had toe te voegen. Op een van de scholen, die al eerder door dr. Dirkzwager was bezocht, had men bijvoorbeeld een uitleg van 'hond' in de computer opgeslagen. Desgevraagd produceerde hij een aantal kenmerken van dat dier (zoogdier, vier poten etc). De leerlingen voegden daar tijdens de door VU-magazine bijgewoonde demonstratie nog aan toe, dat een hond je kan bijten.

Actieve rol En daarmee is een kenmerk van het leren met hulp van de computer toegevoegd, dat deze machine duidelijk onderscheidt van andere leermiddelen: het is niet slechts een zeer verfijnd instrument om lessen te verbreiden zonder dat de leermeester erbij is; het plaatst de leerling niet uitsluitend in de min of meer passieve rol van iemand die een gegeven opdracht tot een goed einde moet zien te brengen, maar het stelt de leerlingen net zo goed in staat zichzelf of elkaar les te geven. De ene leerling kan bijvoorbeeld gemakkelijk aan een ander (of aan zichzelf) een 10

dictee geven. Hij kan zelf rekenen oefenen. We zagen al even dat hij zelf uitleg kan toevoegen. Dr. Dirkzwager noemde zelfs het geval van een leerling die erin geslaagd was de computer zijn strafwerk te laten maken. Weliswaar had het hem meer tijd gekost de computer zo te programmeren, dat hij het deed, dan het schrijven van de regels hem zou hebben gekost, maar tenslotte verschenen de regels dan toch maar: keurig genum-, merd van één tot honderd.

Studie-machine Het waren juist de mogelijkheden om zelf actief bezig te zijn die dr. Dirkzwager tot de computer als leermiddel hadden aangetrokken. Liever dan de gebruikelijke term 'comLeren met een computer... taakverdeling en overleg...

Leren met een computer... dictee annex type-les.

puter assisted instruction' (CAI) gebruikte hij daarom de eenvoudiger omschrijving 'studiemachine'. In de loop van een gesprek met VU-magazine gaf dr. Dirkzwager te kennen ook in het algemeen liever over 'studie' dan over 'onderwijs' te spreken. In 'onderwijs' lag naar zijn smaak te veel opgesloten, dat alle activiteit van één kant kwam: van de docent. De passieve rol was dan aan de leerling of student toebedacht. 'Dat lijkt me een slecht uitgangspunt om iets te leren. Bij 'studie' is er één persoon actief: degene die studeert, of hij nu een leerling van de lagere school is, of een student, of een wetenschappelijk medewerker. Deze actieve student kan bij zijn studie gebruik maken van een aantal faciliteiten. Eén daarvan is de leraar, de docent of

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 144

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's