GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 315

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 315

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine 5

Maatschappijleer een wijze van zien en een wijze van zijn Gert J. Peelen

Wanneer tijdens het uur wiskunde de docent aan een leerling vragen zou, hoe ,,naar zijn mening" de stelling van Pythagoras luidt, zou deze vraag als onzinnig beschouwd moeten worden, dan wel duiden op een ietwat cynisch verwachtingspatroon van die docent ten aanzien van de wiskunde aanleg van zijn leerling. Zowel de wet van Pythagoras en de wet van de communicerende vaten, als alle andere wetten, waarvan kennis wordt overgedragen in de exacte schoolvakken zijn éénduiding en lenen zich voor slechts één interpretatie. Dat het bij het vak maatschappijleer anders toegaat ligt voor de hand. Bij dit ,,vak" immers, gaat het niet om communicerende vaten, maar om communicerende mensen; sociale wezens binnen een samenleving, die met elkaar moeten besHssen over die ontwikkeling van die samenleving en hun eigen positie daarin moeten bepalen. En dat is beslist geen éénduidige aangelegenheid. Het spreekt voor zich zelf, dat verschillen in geaardheid tussen de met name exacte vakken en maatschappijleer ook hun weerslag moeten vinden in de eisen die gesteld worden aan de leraren die de respectieve vakken doceren. Van die,,afwijkende" eisen is men dan ook diep doordrongen binnen de ,,Commissie Maatschappijleer", dit zich aan de faculteit voor sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit bezig houdt met de inrichting van de opleiding vakdidactiek maatschappijleer. Getuige het interimrapport van deze commissie voor de cursus 1974/75. houdt de docent maatschappijleer zich niet in de eerste plaats bezig met het overdragen van feitelijke kennis en het verklaren daarvan. Met betrekking tot maatschappijleer namelijk is het noch de leraar noch de school die ontwikkelt; de leerling ontwikkelt zich zelf De lessen dienen om te stimuleren, activeren en te motiveren. De taak in deze van de betrokken docent, zal in hoofdzaak een begeleidende moeten wezen, temeer daar maatschappelijke vorming niet uitsluitend is voorbe-

houden aan het vak maatschappijleer. Die vorming begint al in het gezin en het is de vraag of het een eindig proces is in het leven, laat staan bij het afsluiten van die schoolopleiding. Maatschappijleer als schoolvak is slechts één van de vele mogelij kheden om sociale vorming te stimuleren. Een stimulans die de leerling aanzet zelf dit proces in gang te houden, ook na het behalen van het diploma.

Bewustwording In 1969 doet met de,, Mammoetwet" het vak maatschappijleer zijn intrede op VWO-, HAVO- en MAVO-scholen. Alhoewel nieuw, komt de invoering van dit vak bepaald niet uit de lucht vallen. Al eerder stond bij het lager beroepsonderwijs een dergelijk vak op het rooster. Bovendien hadden sinds het begin van de zestiger jaren allerhande commissies zich reeds gebogen over de mogelijkheid om op middelbare scholen te komen tot een soort maatschappelijke vorming. Zo ook de ,, Adviescommissie Maatschappijleer" die in 1965 rapport uitbrengt en als motief voor de invoering van maatschappelijke vorming het volgende aanvoert. ,,Het onderwijs",SLldusdecommïssie,,,heeft plaats in distantie van die sociale werkelijkheid. Ofschoon vele leraren er in slagen de leerlingen te confronteren met die sociale werkelijkheid, sluit de leerstoj doorgaans niet aan op de problemen die de leerlingen in hun omgeving ontmoeten en dan als adolesenten in zichzelf moeten verwerken," Bovendien stelt de commissie dat de leerling in het onderwijs nog te weinig in aanraking komt met ,,het ingewikkelde stelsel van sociale betrekkingen en verhoudingen, waaraoor het maatschappelijk bestel wordt beheerst. De adolescent komt in zijn levensperiode daardoor niet oj moeilijk tot sociale bewustwording."

Weinig,,kunde" Bij maatschappijleer gaat het nu juist om die bewustwording. Het middelbaar onderwijs was steeds theoretisch van aard. en wanneer het zich in de loop der jaren wijzigde, kwam een koersverandering in een meer praktische richting in de meeste gevallen neer op het

zich toespitsen op de latere beroepspraktijk. In 1967 werd een pre-advies uitgebracht door de werkgroep maatschappijleer van de afdeling v.h.m.o. van het Christelijk Pedagogisch Studiecentrum dat dan ook op deze leemte gebaseerd was.,,Eenpleidooi voor de invoering van weereen nieuw vak bij de huidige overlading van het lesprogramma kan alleen diegenen overtuigen, die van mening zijn, dat zij die het algemeen voortgezet onderwijs hebben gevolgd, te veel kennis van een aaijtal vakken bezitten en te weinig ,,kunde". Het gebrek aan kunde weet de werkgroep vervolgens aan ,,de ontoereikenae sociaal-maatschappelijke voorbereiding op wal hen na deze opleiding te wachten staat." Mede gezien de zich in hoog tempo voltrekkende grote veranderingen op maatschappelijk terrein, niet alleen voor wat betreft technologisch-materiële aspecten, maar vooral wat de menselijke verhoudingen aangaat, acht de werkgroep het van belang dat met behulp van een vak ,,maatschappelijke vormmg" de school de socialiseringsfunctie ter hand neemt. Aldus werd de wens te kennen gegeven de leerling méér te bieden dan louter en alleen instrumentele kennis, vereist voor verdere studie of beroep.

Nut Een veel gehoorde vraag van leerlingen aan het begin van ieder cursusjaar is: ,,wat leren we hier nu eigenlijk, bij maatschappijleer"^" In ons onderwijs zit onwrikbaar vastgebakken de veronderstelling, dat je op school zit om iets te leren. Schoolvakken zijn leervakken, behalve dan natuurlijk de vakken die ,,niet meetellen", zoals gymnastiek en nuttige handwerken. Natuurlijk geldt voor veel lesuren, datje ze bijwoont om iets te,,leren".' Er vindt kennisoverdracht plaats. De leraar weet het en jij moet het leren. Maar daarnaast zijn er vakken waarbij het overdragen van kennis niet voorop staat. Vakken die. overigens net als gymnastiek en nuttige handwerken, wel degelijk van belang zijn en waarbij zelfontplooiing op de eerste plaats komt. ,,/k kan mijn tijd wel heter besteden. Maatschappijleer is niet belangrijk wam het is toch geen examenvak." Een reactie van een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 315

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's