GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 121

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 121

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

nen boek 'Geschiedenis van de Arbeid, oudheid en vroege middeleeuwen' op dat arbeid meer en meer wordt gezien als een zeer algemeen maatschappelijk verschijnsel dat begrepen kan worden als 'een zich beschikbaarstellen om iets te verrichten of tot stand te brengen, waar anderen behoefte aan hebben'. Deze omschrijving is in theoretisch opzicht voldoende ruim om aansluiting te vinden bij de nog te bespreken opvattingen van Dippel. In de praktijk echter blijkt, dat het totstandbrengen waar anderen behoefte aan hebben, zich hoofdzakelijk beperkt tot het produceren van goederen en materiële diensten. Het begrip arbeid wordt meestal beperkt tot het verrichten van betaalde activiteiten binnen het kader van wat enigszins vaag met 'bedrijfsleven' wordt aangeduid. Buiten het bedrijfsleven in engere zin worden ongetwijfeld allerlei vormen van arbeid erkend - men denke bijvoorbeeld aan gezondheids- en welzijnszorg - maar er bestaat een duidelijke tendens om aan het bedrijfsleven het primaat toe te kennen. Daardoor is het zelfs mogelijk om een groot aantal activiteiten binnen onze samenleving, die ondubbelzinnig zijn gericht op het totstandbrengen, waar anderen behoefte aan hebben, niet tot arbeid in eigenlijke zin te rekenen. Het gaat hier om het werk dat dag-in, dag-uit door miljoenen huisvrouwen wordt gedaan. De aanduiding 'werkende vrouw' voor een vrouw die ook aan het bedrijfsleven deelneemt, is eigenlijk een testimonium paupertatis voor een cultuur waar benepen opvattingen over arbeid heersen. De overdreven betekenis die aan het bedrijfsleven wordt gehecht als alleenzaligmakende economische kracht in onze samenleving manifesteert zich op vele wijzen. Voor sommige politieke partijen heeft de verbetering van het ondernemingsklimaat zelfs de hoogste prioriteit. Want, 'tenslotte moeten we het van het bedrijfsleven hebben'. (Wie zijn jeugd enige tientallen jaren geleden op het platteland doorbracht, herinnert zich nog goed de slogan die in de nieuwste tijd weer door de Boerenpartij werd gehanteerd: 'Van de boeren moet u het hebben'. Deze slogan is even eenzijdig, maar minstens zo waardevol als de hedendaagse belijdenis dat we het van het bedrijfsleven moeten hebben.) Niet weinigen zijn zelfs van oordeel dat de omvang van activiteiten buiten het eigenlijke bedrijfsleven - men denke opnieuw bijvoorbeeld aan welzijnszorg en sociale voorzieningen - bepaald dient te worden door wat voor het bedrijfsleven aanvaardbaar is.

Blijde kinderstemmen zingen vrolijk van margarine en braadvet. Geen godendrank is ooit zo uitbundig bezongen als het 'eerlijke' bier, terwijl de 'slanke' karnemelk de gedaante aanneemt van een witte bosnimf Het is mij onmogelijk om vanuit de ideologie van de arbeid als dienstbetoon aan het be-

mythe van een arbeidsloze samenleving ontzenuwd. Menselijke samenleving zonder arbeid is onmogelijk. Altijd zal er iets, laten we liever zeggen: veel te doen zijn om de mensheid haar weg door de geschiedenis mogelijk te maken. Maar wat voor onze beschouwingen thans vooral van belang is, is het woordje alle. Het gaat om alle moeite, pijn en lijden. Dippel noemt niet alleen de materiële, maar 'ook de communicatie-arbeid en arbeid in denken en dichten, in de greep naar het omvattende, naar de zin en de waarheid van leven en samenleven'. Voor Dippel is arbeid altijd een activiteit die voortkomt uit de verbroken relatie tussen de mens en zijn wereld. Hij onderscheidt op grond van deze opvatting drie soorten arbeid:

Drie soorten arbeid

Dr. J. C. Dippel

drijfsleven zinnig te spreken over arbeid in een toekomstige samenleving. Liever volg ik Dippel in zijn zeer ruime opvatting over het begrip arbeid. Dippel was werkzaam als elektronisch ingenieur bij Philips. Op grond van zijn christelijk culturele denkarbeid, neergelegd in tal van publikaties, werd hem een eredoctoraat in de theologie verleend. Hij omschreef in een Wendingartikel in 1961 arbeid als 'alle moeite, pijn en lijden, die wij moeten opbrengen om iets tot stand te brengen op de weg van de mensheid in de tijd'. Deze omschrijving ondersteunt de opvatting dat het bij arbeid niet in de eerste plaats gaat om wat individuen doen, maar wat de samenleving in haar historisch geheel, als mensheid nodig heeft. Hiermee wordt de

1. Arbeid die voortkomt uit de verbreking van directe relatie met de natuur. Dit is de produktieve, de materiële arbeid, de arbeid die in onze samenleving wordt verricht binnen het kader van het alleenzaligmakende bedrijfsleven. De auteur beschouwt de algemene beperking van het begrip arbeid tot deze produktieve of materiële arbeid, waarmee men geld verdient, als een armoe-teken van onze cultuur. 2. Arbeid die voortkomt uit de verbroken relatie met de medemens. Tot deze arbeid zou ik niet alleen willen rekenen inspanningen van mensen op micro-niveau om elkaar beter te leren begrijpen en zorgvuldiger met elkaar om te gaan, maar ook die op mesoniveau (bijvoor- . beeld democratisering in bedrijven en ontwikkeling van sociaal beleid in ondernemingen) en op macro-niveau (de inspanningen om te komen tot vrede tussen de volkeren en een rechtvaardiger verdeling van de aardse rijkdommen). De kritiek op het Rapport van de Club van

Pseudo-religieus Het pseudo-religieuze karakter van deze waardering voor het bedrijfsleven, en de betekenis die het bedrijfsleven zichzelf toekent in onze samenleving weerspiegelt zich naar mijn mening in de teksten van de STERreclame. Het loflied op Coca Cola is nauwelijks minder dan een commerciële spiritual. 31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 121

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's