GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 106

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 106

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

omstandigheden afzien van een comfortabele leefwijze; heel wat anders ook dan (als land en als persoon) gedwongen te moeten zakken op de maatschappelijke ladder. Zou men bereid zijn dit soort nadelen te incasseren? Of, om de vraag te formuleren in de woorden van dr. Emmanuel Ikoku (ontwikkelingseconoom aan de VU) die 28 januari sprak op een bijeenkomst ter herdenking van de honderdste geboortedag van dr. Albert Schweitzer in de aula van de VU: 'Mijn vraag is: - en ik ben nogal pessimistisch over het antwoord - Is het westen bereid nadelen te aanvaarden? De oplossingen die in het tweede rapport aan de Club van Rome worden aangeboden (onderlinge afhankelijkheid, evenwichtige economische ontwikkeling in alle gebieden, spreiding van industrie over de gehele wereld zodat een werkelijk mondiaal economisch systeem kan ontstaan) komen mij, alle goede bedoelingen voor de arme landen ten spijt, romantisch voor, in een wereld waarin men het zelfs niet eens kan worden over de suikerprijs. Bent u bereid te veranderen van invloedrijk in afhankelijk?' De Westduitse dr. Uwe Holtz gaf een antwoord en het luidde: Nee. De landen zijn in meerderheid niét bereid, de staatslieden niet en de burgers niet. 'We hebben talrijke enquêtes Ingesteld. In de bondsrepubliek is ongeveer zestig procent voor ontwikkelingssamenwerking. Wanneer men echter concreet vraagt of men bereid is zelf nadelen te aanvaarden - bijvoorbeeld af te zien van stijging van het reële inkomen de komende jaren - dan zegt men nee.'

Pessimisme Ongeloof en zelfs wantrouwen van dr. Ikoku over de bereidheid van de rijken om te delen; dr. Holtz had nog weinig concreets in handen om die weg te nemen. 'Het zal een opgave zijn de mensen voor te lichten. Daarom ben ik ook in de politiek gegaan; we moeten de moed niet opgeven,' zei hij. Diep pessimisme trof VU-magazine aan bij prof. drs. W. Uytenbogaardt, hoogleraar in de mineralogie aan de VU en medewerker aan het themanummer van Kerkinformatie. Hij vond het een goede zaak dat de kerken de gemeenteleden opriep bij zichzelf te beginnen ('als je iets predikt, zul je dat moeten doen') maar hij zag dat de problemen inmiddels een zodanig urgent karakter hadden gekregen, dat niet de indruk moest worden gewekt, dat met een dag vasten, of met vermindering van de vleesconsumptie iets van de consequenties zou kunnen worden afgewend. 'Een vastenactie zou misschien kunnen gaan functioneren als een susser van het geweten: dan heeft men iets gedaan en kan men gerust gaan slapen. Er is alleen een remedie wanneer er onmiddellijk en gezamenlijk, mondiaal iets gebeurt. Een andere weg zie ik niet en

Prof. W. Uytenbogaardt . . . susser van het geweten? .

16

dan moeten zowel de Verenigde Staten als Rusland en China meewerken, want anders helpt het nog niet. Een dergelijke samenwerking zie ik niet zitten; vandaar dat ik pessimistisch ben.' In het themanummer 'Bezitten of bezeten zijn' schreef prof. Uytenbogaardt onder meer: 'Minerale grondstoffen en energie vormen het levensbloed voor elke geïndustrialiseerde economie en de behoefte aan delfstoffen neemt sterk toe bij toenemende industrialisatie. De vraag rijst of de 'behoeften' in de ontwikkelde landen niet ergens de grens van het absurde hebben overschreden; of men in plaats van deze 'behoeften' te stimuleren niet beter passen op de plaats zou kunnen gaan maken, totdat de minder bedeelden de achterstand, althans een beetje, hebben ingehaald. Men heeft berekend dat in de eerste veertig jaar van deze eeuw meer delfstoffen zijn verbruikt dan in alle voorafgaande eeuwen tezamen; voorts dat het totale verbruik van delfstoffen na de tweede wereldoorlog het totale voorafgaande verbruik inmiddels reeds heeft overtroffen.'

'Puist van Hubbert' . . . energie-verbruik tussen geschiedenis en toekomst.

Tuist' In het Westduitse Bad Homburg bezocht prof. Uytenbogaardt juli vorig jaar een symposium waar een aantal van zijn vakgenoten sprak over de voorraden aan mineralen die nog restten. Nog nooit was hij zo neerslachtig van een conferentie vandaan gekomen. Een van de aanwezigen was dr. M. King Hubbert, Amerika's belangrijkste oliespecialist, die juist een rapport had afgeleverd aan de senaatscommissie voor het brandstoffen- en energiebeleid, over energiebronnen die Amerika nog restten. Bij de huidige olieconsumptie had Amerika zelf nog genoeg voor tien tot achttien jaar. Dat lag aanmerkelijk lager dan de 26 tot 45 jaar die eerder waren becijferd door de U.S. Geological Survey. Bij de talrijke grafieken die in het rapport stonden afgebeeld, was er één, die inmiddels 'Hubbert's Pimple' (de puist van Hubbert) is komen te heten. Op een tijdschaal van tienduizend jaar - vijfduizend in het verleden; vijfduizend in de toekomst - rees de grafiek die het gebruik van fossiele brandstof (steenkool - olie) weergaf bijna loodrecht op en ging meteen een tikje minder recht weer neer, rondom het punt dat met het heden samenviel. Het commentaar op de pagina ernaast, was misschien wat hoogdravend, maar vooral angstaanjagend, omdat het in een toon stond die je je voorstelde bij tvdocumentaires over bijvoorbeeld 'grote figuren uit onze geschiedenis': er werd over het heden gesproken alsof dat allang was gepasseerd: 'Op zo'n tijdschaal is te zien dat het tijdperk, waarin fossiele brandstoffen gelden, slechts voorbijgaand en kortstondig is, niettemin een tijdperk dat de meest ingrijpende invloed heeft gehad ooit door de menselijke soort ervaren in zijn gehele biologische geschiedenis. '

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 106

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's