GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 146

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 146

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

InU magazine 12

' a n probieemoplossen a la Henri Poini.are ol Zen: veronderstellingen, elemen'en. dingen verband houdend met de mo-iclijke oplossing vrij en onbenoemd door de oplossingsruimte (lees in het kerngeheugen) laten /weven - een computerprogrammeur zou verbijsterd zijn bij die programmeeropdracht. Met waarom van modeigebruik laat zich iiakkelijker beantwoorden. We zagen reeds dat er een nagenoeg oeverloze atstand is tussen de tastbare en de psychische werkeMJkheid. Welnu, om deze te overbruggen construeren de psychologen theorieën. Zo moeten de theorieën rusten op vele voorinüerstellingen die als het ware als de peicrs lungeren die de theorieën schragen. Peilers verbergen zich gedeeltelijk onder de waterspiegel. Toch moeten ze geïnspeceerd worden. Zulks geschiedt middels de nodellen. Dit alles klinkt raadselachtig. i a a t ik van de weeromstuit een voorbeeld icven van modeigebruik dat thuis door ielereen met een beetle handigheid verricht •\an worden. i"/iin twee min ol meer tegenstrijdige theorieën die beide een bepaald Edectro E(nccphalo) G(ram)-patroon menen te kunlen verklaren. Waar de ene beweert dat net traag, golvende, hoog-voltige ü--rume een aanwijzing is voor de menselijke geest m rust en een ontspannen lichaam waarin een bedaard kloppend hart zetelt, stelt de andere theorie dat de betrekkelijke stilstand der ogen, die de vensters van onze hersenen zijn, voor dit optreden van het ',i:-ntme aansprakelijk gesteld moeten worden. Zo zal het a-ritme verdwijnen indien jn alleen indien de ogen overmatig bewegen. Om de belangrijkheid van deze theoretische kwestie te onderstrepen, er zijn zogenoemde slaapmachines in gebruik, ook in de psychologische laboratoria van de VU, wier werking beoogt ongedurige en opgejaagde geesten tot rust te brengen door datzelfde a-ritme van buitenaf aan de hersenen op te leggen. Het VU-magazine schreef er eens over (Ie jaargang no. 2) zo belangrijk is het! We kunnen niet in de hersenen kijken naar wat er precies gebeurt: ,,Hel" gebeurt onder de waterspiegel. Het huisrecept voor een model ten einde de twee tegenstrijdige theorieën ten opzichte

van elkaar te testen is het volgende: Men neme een keramische kruik van gemiddelde schedeldikte, men vult deze met gelatine en plant er aan de buitenkant EEGelektrodes op. Een mechanische pomp (van de capaciteit van het menselijk hart) pompt er vloeistof door. Men zal constateren dat zolang de pomp gelijkmatig werkt het a ritme optreedt, maar het verdwijnt als de pomp sneller gaat werken. Dus, de aanbrenging van eventueel heen en weer schietende kunstogen op de kruik, hetgeen technisch nog een heel werkje is, blijkt niet eens nodig om hetcv-ritme te doen verdwijnen. We zijn niet verder in de keramische kruik geïnteresseerd. En, buiten de viscositeit denkt memand er aan de inhoud van de hersenpan met gelatine te vergelijken, mag ik aannemen. Uit het bovenstaande blijkt eigenlijk hoe blij we met de modellenpsychologie moeten zijn.-Immers, we hebben een belangrijk middel in handen om het (grote) aan'ai psychologische theorieën die in omloop zijn enigszins terug te brengen. Toch blijkt niet iedereen even verheugd te zijn over de modellenpsychologie. Er zijn menden, ook kollega's van mij, die slechts twee kamers verderop zitten, die tegenwerpen dat het model in de psychologie van een ongeoorloofde abstraktie uitgaat. Men bestudeert met een model immers slechts enkele apart genomen eigenschappen enof vermogen van de mens en nog wel de meest simpele — heb ik zelf gezegd. Men gaat aan de totale mens voorbij. Nog sterker: de modellenpsychologie bestaat bij de gratie van een reduktie van de mens; dus bij voorbaat doet men afbreuk aan zijn totaliteit. Ik geef grif toe dat er geen model, ding of voorwerp, levend of dood, in de werkelijkheid is aan te treffen dat de uniciteit, rijkdom en volheid van de menselijke geest ook maar benadert. Maar, zo is mijn tegenvraag, is zulk een mens in al zijn facetten wel te onderzoeken — in welke wetenschap dan ook? En in het dagelijks leven, in de momentopname van de ontmoeting op het werk enz. enz., kom je hem ook niet in al zijn volheid tegen. Nog sterker: we geven hem er de kans niet toe: De ,,volle" mensen zouden elkaar in de

weglopen. Iemand — de Augustijn prof. dr. W. A. M. Luvpen (1922). die hartstochtelijk gelooft in het in wezen vrije, unieke individu dat zelf zijn eigen wereld schept, en zich zo ten volle ontplooit, liet zo"n mens eens een reis ondernemen. En om hem behoorlijke aanvangskansen mee te geven en hem derhalve met onmiddellijk in een verkeersfile te laten verdwijnen, mocht hij per trein. Maar het trof al meteen slecht, want voordat onze reiziger in de trein zat moest hij al tot zijn teleurstelling ervaren dat het staatsbedrijf de NS hem tot een nummer reduceerde door hem te dwingen in de rij voor het loket te gaan staan. En eenmaal in de treincoupe werd zijn ..vermogen om in deze wereld zijn eigen weg te scheppen"' danig gedwarsboomd daar hij verplicht was toe te staan dat hij over twee evenwijdige stukken metaal werd voortgeschoven. En er was geen weg terug! Daarbij moest hij zijn weg gaan met mensen die hij zelf niet had uitgekozen. .Ja maar, anders kom je helemaal nergens. Precies. Ik laat deze kwestie verder voor wat zij is. De konklusie is duidelijk: als men er van uitgaat dat de psychologie als wetenschap niet loodrecht maar in het verlengde van het dagelijks leven staat (hier komen we nog op terug) dan gaat het niet aan de modellenpsychologie te veroordelen op gronden van reduktie en abstraktie van het menselijk individu, dat in het dagelijks leven ook wordt gekleineerd. De algemene ontevredenheid over de psychologische wetenschap ligt dan ook elders. Ze richt zich eerder tegen de overvloed aan theorieën in dat vak — zoals leeds is gesuggereerd. Zojuist stuitten we op twee (elkaar bestrijdende) theorieën naar aanleiding van het EEG-patroon dat voor een toestand van rust kenmerkend zou zijn. Zo zal er ook wel een (of meerdere theorie zijn voor het geval de mens wakker is (klopt) en nog een voor het geval hij opgewonden is (klopt ook). We konstateren een zwak punt in de uitrusting van de zich officieel noemende psychologie: de veelheid van theorieën — die elkaar soms ook nog bestrijden. Laten we een volgende keer eens kijken naar hoe het komt dat de psychologie met zoveel theorieën is opgezadeld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 146

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's