GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 305

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 305

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 39

kaat kunnen verwerven, (we zouden ze b.v. ..ondernemingen nieuwe stijl" kunnen noemen), geeft hen dat niet alleen een positieve erkenning naar de samenleving toe, maar ook het recht op basis daarvan een appèl op de verantwoordelijke consument te richten. Het concurrentiemotief in het bedrijfsleven zou op deze manier in plaats van afbrekend te zijn in dit geval nu eens opbouwend kunnen werken, omdat dit andere ondernemingen in dezelfde bedrijfstak kan prikkelen eveneens voor dit predikaat in aanmerking te komen. Een waarom zou aan werknemers- en consumentenorganisaties het niet kunnen worden gegund bepaalde ondernemingen gezamenlijk voor dit predikaat voor te dragen? Een klein begin van ontsluiting van het economische leven zou zo misschien gestalte kunnen krijgen. Het is overigens zeer waarschijnlijk dat in vele gevallen de overheid niet kan volstaan met het alleen geven van aanwijzingen op termijn of het in positieve zin uitdelen van prikkels. Ze zal waar nodig rechtstreeks en actief rwwz/e moeten scheppen vooreen normatief meer verantwoorde bedrijfsvoering. Dat zal met name het geval zijn in situaties, waarin het gehele bedrijfsgebeuren nog sterk of uitsluitend is georiënteerd op de eis van het behalen van een zo hoog mogelijk financieel rendement op korte termijn; een situatie die o.a. verbonden kan zijn aan een relatief nog te grote macht en invloed van de resp. kapitaalverschaffers. In de grotere publieke naamloze vennootschappen kan de macht in 't algemeen sterk getaand zijn (zie Deel II). Ze is bij vele middelgrote en kleine bedrijven nog sterk levend. Elke vorm van ontsluiting van de onderneming kan daardoor fundamenteel worden belemmerd: de onderneming gedraagt zich dan als een afgeplat object van eigendom en mist geheel de mogelijkheid om als gemeenschap van levende en verantwoordelijke mensen toe te komen aan haar meest elementaire roeping: de dienst van het rentmeesterschap. In zo'n geval kan alleen een wijziging in de zeggenschapsverhoudingen een begin van opening geven. Goyder spreekt in zijn boek „ The responsible company" in dit verband van een noodzaak tot herstel van de balans van de weegschaal van de onderneming, waarin de belangen van ar-

beiders, consumenten en kapitaalverschaffers worden afgewogen. Want juist die balans is zoek, wanneer alle beslissingen naar één kant doorslaan zodra het gewicht van het belang van de kapitaalverschaffers op de weegschaal wordt gelegd. De weg waarlangs de overheid dat herstel van het evenwicht van de weegschaal mogelijk maakt, zal volgens Goyder in vele gevallen de weg van een vergroting van de werknemersinspraak moeten zijn, al dan niet gepaard met het geven van een stem aan de consumentenvertegenwoordigers in het bestuur van de onderneming. Ook bij Goyder zit daarbij niet de bedoeling voor de afweging van belangen in de onderneming door de overheid te laten overnemen. Het gaat er integendeel om zodanige beheersvormen in het leven te roepen, dat de onderneming zelf — wellicht voor het eerst — aan een serieuze afweging van de in het geding zijnde belangen kan toekomen. Het gaat er om dat zij haar verantwoordelijkheid ten overstaan van haar arbeiders, haar consument, haar geldschieters, en voor de haar omringende natuurlijke omgeving, als ook voor de samenleving als geheel moet leren verstaan als een eigen verantwoordelijkheid, die breder is dan die van het zo goedkoop mogelijk produceren en het zo veel mogelijk geld verdienen. Komt immers die verbreding niet tot stand, dan blijven we noodgedwongen zitten met een samenleving waarbij voor die vele belangen alleen via de een of andere vorm van omwegethiek wordt zorggedragen; wat inhoudt dat de westerse samenleving welhaast moet wegzinken onder de goeddeels onbegrepen last van een noodgedwongen steeds intensiever wordende overheidszorg. T.a.v. dit terugdraaien van het proces van oeverloze functionele delegatie waardoor de

onderneming is afgekalfd tot een eenzijdig gericht economisch technologisch expansie instrument, zal ook de rol van de vakbeweging van grote betekenis moeten en kunnen zijn. Vakbewegingen kunnen zich net zo afgeplat en antwoordloos gedragen als ondernemingen; alleen maar gericht op inkomensvergroting en werktijdverkorting. Daardoor helpen zij er aan mee, de onderneming te denatureren tot een tanige melkkoe, waarvoor het enige bestaanscriterium het leveren van een zo groot mogelijke dagelijkse melkproduktie is. Maar vakbewegingen kunnen door hun gedragingen ook andersom werken, en door hun eigen inzet pogen, om de zin van het antwoord geven binnen de arbeid en binnen de ondernemingshorizon terug te brengen. Waarom zou een vakbeweging b.v. niet in staat zijn, met ondernemingen die de bereidheid hebben getoond iets te willen waarmaken van een eerbiediging van sociale normen, van respect voor arbeider en consument, en die zijn toegekomen aan een zekere stijl van rentmeesterschap een gunstiger collectieve arbeidsovereenkomst af te sluiten dan voor andere ondernemingen? Ondernemingen die met hun personeel b.v. een sociaal statuut overeengekomen zijn en zich daaraan ook houden, mogen daarbij heus wel eens een steun in de rug krijgen. Vooral ook, omdat zo'n gebaar van de zijde van de vakbeweging andere ondernemingen eveneens kan stimuleren ditzelfde pad in te gaan. Al met al, lijkt de poging bepaalde verantwoordelijkheden terug te leiden naar waar zij oorspronkelijk horen, niet bij voorbaat kansloos te zijn. De oude Bijbelse regel, dat we het kwade met het goede moeten pogen te overwinnen, zou ook bij het bewerkstelligen van noodzakelijke veranderingen in de samenleving wel eens een heel nuttige regel kunnen blijken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 305

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's