GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 254

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 254

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

[^ magaüne 32

Eèn lijst zal onvermijdelijk ten koste gaan van de duidelijkheid van de politieke koers

met de liberalen toch niet zo goed kan vinden als aanvankelijk werd verondersteld maar wordt vervolgens zelf in 1971 de aanvoerder van een kabinet, waaraan niet alleen de VVD, maar ook DS'70 deelneemt. De ARP is aanvankelijk wel in haar nopjes met een geestverwant als premier, maar valt in 1972 zijn minister-president af, wanneer deze erop aandringt, het beleid van zijn kabinet tot inzet van de verkiezingen te maken en na de verkiezingen niet met de PvdA, D'66 en de PPR te gaan samenwerken. Als eersten uit de christendemokratische partijengeven, na de verkiezingen, anti revolutionairen zich gewonnen voor samenwerking met de socialisten in een te vormen kabinetDen Uyl. De achterban, die dit alles niet meer kan volgen, komt dusdanig in verzet, dat het partijbestuur in november 1973 openbaar moet konstateren dat er sprake is van een vertrouwenskrisis binnen de partij. Sindsdien is van de drie christendemokratische partijen de ARP het meest verdeeld. Ze is gevangen in de strikken van de eigen onduidelijke koers, formuleert nog wel doelen, maar kan niet de verwachting koesteren dat die doelen worden gehonoreerd. De ARP heeft zich erbij moeten neerleggen dat zij bij de formulering van de grondslag van het CDA het gelijk (wil men: de meerderheid) niet aan haarzijde kreeg. Zij zal straks in onmacht zijn gevangen, als — wat waarschijnlijk is — zal blijken dat aan de voorwaarden, die zij op 10 april aan de totstandkoming van een gemeenschappelijke lijst heeft verbonden, niet of niet geheel zal zijn voldaan. Want wat zal er gebeuren, indien zij de gemeenschappelijke lijst afwijst? Zij moet in de verkiezingstijd dan niet alleen opboksen tegen de CHU die de oppositiewinst zal binnenhalen en tegen de KVP, die zich dan zal hebben,,om^e\'o/-ff7<i"(!) tot christendemokratische partij. Zij zal ook moeten opboksen tegen de leden van die vele kiesverenigingen die in de afgelopen jaren op gezag van de partijtop en onder aanroeping van het ,,ene beginsel" aan de basis de samenwerking hebben gerealiseerd. Haar macht zal tanen en het doel dat verschillende A.R.-leiders zich thans in poliiicis stellen, namelijk steun aan een tweede kabinet-Den Uyl, te vormen na de verkiezingen van 1977, zal moeilijker te realiseren zijn. Maar schikt de partij zich, in die zin dat zij de ge-

Biesheuvel meenschappelijke lijst aanvaardt ook al zijn de gestelde voorwaarden niet vervuld, dan verliest zij evenzeer een stuk geloofwaardigheid. Bovendien wijkt het doel, een hernieuwde samenwerking met de PvdA in 1977, nog verder weg: het is immers sinds 1958 niet voorgekomen dat de christendemokratische partijen gezamenlijk met de PvdA regeerden, en momenteel wijst geen enkel teken erop dat dit in 1977 beter mogelijk zal zijn dan in 1965 of in 1973. Ondanks alle fiasco's en ondanks alle verloedering zijn er nóg mensen die pleiten voor doorgaan met het CDA. Zij beroepen zich daarbij bij voorbeeld ook op resultaten van opinie-onderzoekingen, zoals van het NIPO, waaruit blijkt dat de overgrote meerderheid van de aanhangers van de drie partijen voor de vorming van één grote christelijke volkspartij zou zijn. Maar een beroep op dergelijke onderzoeksresultaten moet helaas als manipulatie worden afgewezen.

Verlakkerij Bijna iedereen zegt natuurlijk,,voo^", indien hem of haar wordt gevraagd „ Bent u vóór of tegen de vorming van een zon parlij, hei CDA'.'", zoals het NIPO begin april deed.

Maar op de volgende vraag, namelijk wie lijsttrekker zou moeten worden, liepen de antwoorden van de aanhangers van de drie CDA-partijen al sterk uiteen. De eigen fraktieleiders werden het meest genoemd. En wat zou zijn gebleken indien het NIPO nóg meer vragen had gesteld, bij voorbeeld: ,, Wal is het belangrijkste probleem dat die ene partij moet oplossen?" of: ,,Mei welke partij moet die ene partij straks regeren, met de PvdA of met de VVD''" Helaas is dat niet gevraagd. En daarom bezondigt men zich aan verlakkerij. indien propaganda wordt bedreven op basis van de antwoorden op slechts die ene gesimplificeerde vraagstelling, namelijk of men voor of tegen éèn CDA-partij is. De toekomst ziet er intussen uiterst somber uit. Voor de drie CDA-partijen: in de strijd om de evangelische inspiratie neemt de verloedering toe. Voor d£ Nederlandse politiek in het algemeen: in de drie partijen zal de interne vrede wel minder worden geschaad door aanvaarding van de gemeenschappelijke lijst dan door verwerping eiA-an, zodat die ene lijst er waarschijnlijk wel zal komen. Maar dat zal onvermijdelijk ten koste gaan van de duidelijkheid van de politieke koers. De Nederlandse politiek wordt dan weer opgezadeld met een onduidelijk machtsblok in het midden, en vergeleken met de jaren van de .,lood-om-oud-ijzer-politiek" van omstreeks 1967, tevens de jaren van de grote politieke vervreemding in ons land, zullen de christendemokratische partijen niets, maar dan ook niets blijken te hebben geleerd. Terwijl men zégt te willen streven ,,naar een verantwoordelijke maatschappij", durft men zelf de verantwoordelijkheid van moeilijke keuzen nauwelijks nog aan. En dat in een periode waarin ons land bij uitstek behoefte heeft aan een krachtig, duidelijk en vooralcontinu beleid. Was dit een negatief en partijdig verhaal, vooral tégen de ARP? Voor degenen die mij dit zouden willen verwijten tenslotte nog dit. Ik beloof u, bij de komende Kamerverkiezingen weer op de ARP te zullen stemmen, indien deze partij met een eigen lijst uitkomt en zich voorneemt, na de verkiezingen weer met de PvdA samen te werken. Maar als u mij toestaat met u te wedden, wed ik zeven tegen drie dat de Anti Revolutionaire Partij deze keus niet zal doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 254

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's