GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 363

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 363

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

10 magazine 9

Mensen, dieren, planten: harmonie en conflict Ook al klinkt het stellig als een gemeenplaats: ik ben erg blij met de reactie van collega Voous op hetgeen in april jl. in het VU Magazine werd gerapporteerd over het onderzoek naar de wereldvoedselsituatie op lange termijn. Eén van de conclusies van het onderzoeksteam luidde:,, Het is zonder twijfeJ mogelijk om ook bij een zich verdubbelende wereldbevolking elk mens te voorzien van de goederen en diensten die nodig zijn om zijn basisbehoeften te dekken." Voous vindt deze conclusie „ op zakelijke zowel als op ethische gronden aanvechtbaar". Immers, in dit geval blijft er voor de natuur (wilde dieren en planten) geen of onvoldoende plaats over, meent Voous waardoor (a) zakelijk gezien ook de biologische overlevingskans van de mens geringer wordt, en (b) ethisch bezien het voortbestaan van alle andere schepselen Gods door de mens wordt aangetast of zelfs vernietigd. Dit zijn geen geringe bedenkingen, en ik wil graag proberen op de verschillende argumenten van Voous wat nader in te gaan. Eerst iets over de ,,plaats" die er in onze studie ,,overblijft" voorde natuur, dan het zakelijke bezwaar, en ten slotte het ethische bezwaar. Vooraf nog een opmerking over de bevolkingsgroei, wellicht ten overvloede. Dat de groei van de wereldbevolking zo spoedig mogelijk op ethisch verantwoorde wijze tot stilstand moet worden gebracht, is voor mij

Naschrift prof. dr. H. Linneman (econoom) geen punt van discussie; ik ben het in dit opzicht volledig met Voous eens. Maar hoe vaak we elkaar ook de noodzaak hiervan voorhouden, we mogen de ogen niet sluiten voor het feit dat de nulgroei van de wereldbevolking niet van vandaag op morgen bereikt zal worden. Op grond van wat de demografie ons leert, lijkt het mij onontkoombaar dat er in het begin van de volgende eeuw zo'n 7 a 8 miljard mensen op aarde zullen zijn. Ons team heeft willen nagaan of er voor ieder van déze schepselen Gods een eenvoudige maar toereikende materiële bestaansbasis zou kunnen zijn. Wij menen dat inderdaad in deze minimumbehoeften kan worden voorzien, indien daartoe de politieke wil bestaat. Voor één van deze behoeften, te weten een voedingspakket van de

vereiste omvang en samenstelling, is dat vrij uitvoerig en gedetailleerd .onderzocht; over dit onderzoek gaat het in de discussie met collega Voous. Eén van de onderdelen van dit onderzoek naar de mogelijke voedselproduktie in de toekomst is geweest het vaststellen van de absolute bovengrens van de jaarlijkse landbouwproduktie onder ideale produktie-om-

ó mn-

standigheden. (Deze bovengrens dient overigens in het model alleen ter bepaling van de vorm van de landbouwproduktiefunktie, dus o.a. om vast te stellen hoe snel en in welke mate er sprake is van afnemende meeropbrengsten). Op grond van bodemkundige en klimatologische karakteristieken is het aardoppervlak opgesplitst in 222 gebieden, met per gebied een raming van de genoemde bovengrens van de landbouwproduktie. In slechts 3 van de 222 regio's is het potentiële landbouwareaal op 70 procent van het landoppervlak gesteld; bijna overal ligt het zeer veel lager, en voor het gehele aardoppervlak wordt het potentiële landbouwareaal becijferd op gemiddeld 25 procent.

Tien procent Ook bij een verdubbeling van de wereldbevolking, met een voldoende voeding voor iedereen, zal het evenwel niet nodig zijn alle potentiële landbouwgrond in cultuur te brengen. Momenteel is ongeveer 10 procent van het aardoppervlak in gebruik als landbouwgrond. Produktieverhoging zou. naar de mening van ons team, eerder en beter door intensivering van het grondgebruik dan door areaaluitbreiding moeten worden nagestreefd. Maar zelfs als het landbouwareaal met de helft zou worden vergroot. dan legt^de landbouwproduktie beslag op niet meer dan 15 procent van het landoppervlak. Ik kan het dan ook niet met collega Voóus eens zijn als hij stelt dat wij denken aan een aarde waarop voor de natuur geen plaats is. Strikt ruimelijk gezien valt dal nogal mee — ook als we rekening houden met de niet-landbouwaktiviteiten van de mens die op nog eens circa 15 procent van het landoppervlak beslag leggen. Er blijft dan immers nog steeds een 70 procent ,, woeste gronden" over voor de wilde planten en dieren'? Op dit punt van mijn betoog zal Voous me waarschijnlijk met ongeduld in de rede willen vallen: ,,zo'n gemiddelde zegt me niets, want het zijn juist de beste gronden die in planten- ,,cultuur" worden gebracht: ook voor vele diersoorten zijn dat de meest geschikte leefgebieden. En het is van belang om in het locale milieu de verscheidenheid van planten en dieren te handhaven, en niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 363

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's