GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 436

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 436

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ISJ magazine 38 mensen weggedrongen en genegeerd schuldbesef leidt tot neurosen, omdat de weggedrongen schuld gaat spoken in de kelders van het onderbewuste leven en te voorschijn komt in neurosen en andere stoornissen. Charles West eindigt zijn indrukwekkende boek Communism and the theologians met de oproep tot pastorale dienst aan communisten. Hij heeft zelf die dienst vervuld in communistisch China, in Oost-Berlijn. in Praag, enz. Hij heeft recht van spreken. En hij heeft gelijk. In de dialoog met het marxistisch Leninisme en Maoïsme mag de boodschap van zonde en genade niet verwaarloosd worden. Die boodschap is nodig zowel in persoonlijke contacten als in officiële dialogen, alsook in schriftelijke uiteenzettingen. Bij het communiceren van die boodschap zullen christenen niet mogen vergeten aandacht te schenken aan de raad, die de vorige Aartsbisschop van Canterbury geeft in zijn fijne boekje: The Christian priest today. Hij constateert, dat er overal een toenemend besef van collectieve schuld tegenover God is. Zonde is niet alleen mijn zonde en de zonde van jou of hem of haar, maar wij hebben deel aan de collectieve schulden van de gemeenschappen, de blokken, de landen en volken waartoe wij behoren. In het gesprek met marxistische Leninisten en Maoïsten zal in ontmoed erkend moeten worden hoezeer wij deel hebben aan de schuld van de gemeenschappen waartoe wij behoren en hoezeer wij aan elkander schuldig zijn geworden in de relaties met God en elkander. Maar één ding staat vast: Het is onmenselijk om in de dialoog met marxistische Leninisten niet in te gaan op de diepste nood waarmee ook zij worstelen, namelijk de nood van weggedrongen schuld en het is onmenselijk om de boodschap van zonde en genade, van bekering en vernieuwing te verzwijgen. Het wegdrukken en weer opkomen van de doodsproblematiek in hel marxistisch l^^ninisme. Een van de vele onbeantwoorde vragen in de marxistisch-leninistische en maoïstische levensvisie is het feit, dat aan alle kusten der wereld en ook daar waar dit systeem domineert het menselijk leven breekt op de golfbrekers van de dood en ervaren wordt, dat ons bestaan ligt onder de ban der vergankelijkheid. J. Habermas schrijft daarover cynisch: „Ten aanzien van de individuele levensrisico's is natuurlijk niet eens een theorie denkbaar, die de facta van eenzaamheid en dood zou kunnen weginterpreteren. Met die facta moeten wij principieel troosteloos leven." Wie de ontwikkelingen volgt kan niet ontkomen aan de indruk dat met deze academische uitspraak het zoeken naar echte troost niet bezworen is.

Wij willen deze ontwikkelingen rondom de doodsproblematiek aan de hand van enkele illustraties volgen. In de schriftelijke uitingen van Karl Marx zelf werd het raadsel van de dood in feite doodgezwegen en weggedrongen. Zowel in zijn jeugdjaren als in zijn laatste uren greep hij terug op Epicurus, die de menselijke dood slechts zag als een biologisch-chemisch proces van ontbinding in de samenstellende chemische bestanddelen van ons somatische bestaan, een proces, dat voor „de stervende geen ongeluk is, maar slechts voor degene die blijft leven". Aan het einde van het eerste deel van zijn boek over Marx schrijft Arend van Leeuwen: „Epicurus, de held van zijn jeugd vergezelde hem naar het graL waar wij terugkeren tot de aarde, waarop wij zijn geboren" (pag. 216). Wel legt hij er de nadruk op, dat in de dood de individu in de historisch verder levende samenleving wordt geïntegreerd. De soort gaat verder en de strijd om een rechtvaardiger samenleving gaat ook voort. Dat is gedurende vele jaren de houding tegenover het raadsel van de dood geweest, daar waar het Marxisme tot officieel aanvaarde levensbeschouwing werd. Vooral de Engelse Marxist Haldane heeft deze visie op allerlei wijze gepropageerd. De individuele dood is de natuurlijkste zaak ter wereld. Onze somatisch-biologische dood is het definitieve einde van, dat biologisch-economische exemplaar van onze soort dat mens heet. M aar de horizon rondom de graven wordt verlicht door het schijnsel van de worsteling om de realisering van de communistische utopie. Deze dialectisch-materialistische visie op de dood verschilt alleen van de mechanistisch-materialistische visie op de dood daarin, dat over de graven het schijnsel van de utopie valt. Het behoeft met te verba/en dat deze materialistische visie op de dood velen binnen de marxistisch-leninistische wereldbeschouwing onbevredigd heeft gelaten. Het moge waar zijn, dat ook binnen het christendom de oudtestamentische visie op de begrensdheid van onze aardse bestaanswijze veel sterker naar voren is gekomen dan vroeger, de diepere vraag naar de overwinning van de dood, naar verrijzenis, leven, eeuwig leven, die in het christendom nooit zweeg en waarop de Paasboodschap van het Nieuwe Testament antwoordt, komt ook in de nieuwere marxistische literatuur sterker dan ooit tevoorschijn en duldt geen uitstel. Jean Paul Sartre vertelt in een van zijn publicaties van een Russische auteur, die hee! vaak optreedt als de officiële spreekbuis van het Sovjet communisme. Deze auteur schreef: ,,Op de dag dat het communisme zal heersen op heel deze globe, zal de mens zich bewust worden van zijn eigenlijke tragedie, namelijk zijn vergankelijkheid." Dat

is een merkwaardige uitspraak. Hier hebben wij te doen met een officiële advocaat van het leninistisch Marxisme, die zegt dat deze ideologie de diepste en meest essentiële kwestie onbeantwoord laat. Jean Paul Sartre geeft daarop een wonderlijk en vreemd commentaar. Hij schrijft: ,,Het is nog niet de tijd om die ontdekking te doen. Geest, vrijheid en moraliteit komen later. Alle mensen moeten mensen worden door de verbetering van hun levensomstandigheden voor een universele ethiek kan worden uitgewerkt." De verklaring van deze Russische auteur en het commentaar van Sartre tonen aan hoe een utopische ideologie ertoe leiden kan om centrale vragen achterop te plaatsen. Visser 't Hooft schreef daarover recht in de roos: „Alsof de opstand der massa's alleen maar een strijd was om een groter aandeel in de materiële goederen en niet tevens een strijd om waarde, waardigheid, vrijheid, leven, eeuwig leven." Johannes Hamel, J. Hromadka, J. Lochman, J. J. Buskes hebben in verhalen over hun ervaringen in persoonlijke conversaties er herhaaldelijk op gewezen, hoe in diepere, persoonlijke ontmoetingen de vraag: „wie licht de ban der vergankelijkheid, die op ons leven ligt op", telkens weer aan de orde komt en kwam. Maar in de laatste twintig jaar komt die vraag ook in de geschriften van Marxisten met grote kracht naar voren. Bij Garaudy, bij Kolakowski, bij Machovec. op zéér diepe wijze bij Gardavsky en vooral bij Ernst Bloch. Omdat Bloch op dit thema het meest uitvoerig ingaat en er ook in zijn nieuwste geschriften telkens op terugkomt, kies ik de wijze waarop hij dit thema aan de orde stelt om de herleving van de doodsproblematiek te illustreren. In zijn Das Prinzip Hoffnung

uicfelcl cliokon In Gods Naam helpen bij gebrek aan eten gebrek aan onderdak gebrek aan vrijheid gebrek aan recht gebrek aan liefde

9iro22ll t.n.v. het Algemeen Diakonaal Bureau van de Geref. Kerken, Burg. de Beaufortweg 1 Leusden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 436

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's