GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 377

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 377

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl magame 23

Discussies over Kinderarbeid na 1874: niet „of" maar ,,hoe" , ,Het is verboden kinderen beneden twaalf jaren in dienst te nemen of in dienst te hebben. Het verbod van artikel 1 is niet toepasselijk op huisselijke en persoonlijke diensten en op veldarbeid", aldus de eerste artikelen van de wet van 19 september 1874, houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarloozing van kinderen, Staatsblad 1874. no 130, beter bekend als ,,het kinderwetje van Van Houten". Het is een belangrijke wet: in het begin van de jaren '70 van de vorige eeuw bestaat de arbeidende bevolking in Nederland voor iets meer dan 20 procent uit kinderen. De industrialisatie die in deze periode om zich heen begint te grijpen, zal dat percentage hebben opgevoerd, maar de industrie is niet de enige of de belangrijkste werkgeefster van kinderen. In 1819. meer dan vijftig jaar eerder, wanneer er van industrie nog geen sprake is. ligt het percentage op 16. De wet van Van Houten krijgt enige faam bij het nageslacht. Hij beli-

De stof voor dit verhaal komt uit het proefschrift van mr. A. Postma. Het heet: De mislukte pogingen tussen 1874 en 1889 tot verbetering en uitbreiding van de Kinderwet-Van Houten" en is uitgegeven bij Kluwer in Deventer. In de vijftien jaar die mr. Postma heeft bestudeerd, is geen arbeidsbeschermende wetgeving tot stand gebracht. Vandaar waarschijnlijk, dat aan deze periode weinig aandacht werd gegeven. Ten onrechte, meent mr. Postma. ,,Juist de gebreken en onvolkomenheden van de wet-Van Houten hebben in de daarop volgende jaren geleid tot verschillende pogingen om tot een bevredigender regeling te komen". Al is de wetgever dan niet tot resultaat gekomen, hij heeft niet stil gezeten. Het onderzoek was overigens niet eenvoudig: ,,Een groot gedeelte van het archiefmateriaal, dat indertijd aanwezig moet zijn geweest, bleek verdwenen te zijn. Daardoor werd ook de reconstructie van het overgebleven materiaal in aanzienlijke mate bemoeilijkt."

chaamt het eerste stukje sociale wetgeving in Nederland. Tal van tijdgenoten echter, wijzen op tal van tekortkomingen en vaagheden in de nieuwe wet. Wat moet precies worden verstaan onder ,,in dienst hebben" wat zijn ,,huisselijke en persoonlijke diensten". waarom is ook een uitzondering gemaakt voor , .veldarbeid". waarom wordt er geen aparte inspectie in het leven geroepen? Bij de critici is ook het jonge kamerlid Kuyper (geb. 1837). In zijn nog jongere krant De Standaard (opger. 1872) schrijft hiy. ,,Géén bescherming is verleend aan kinderen, van wat leeftijd ook, die op het land in dienst worden genomen. Géén bescherming is verleend tegen het gevaar van machinerie of bedorven atmosfeer. Géén bescherming is verleend, die de strijd tussen arbeid en onderwijswegneemt". De wet en de kinderarbeid blijven in discussie. Meteen al in het zittingsjaar 1874-'75 wordt in de Eerste Kamer opgemerkt, d a t , ,het groote misbruik'' dat in de agrarische sector wordt gemaakt van kinderen beneden de twaalf, het ..wenschelijk doet voorkomen" dat de regering daaraan aandacht b e s t e e d t , , .teneinde ook die menigte van kinderen moge deelen in het voorregt dat aan kinderen in fabrieken gebezigd, is toegekend, door ook aan de eerstgemelde genoegzame uren voor leering in de school te verzekeren .'' Minister Van Lynden van Sandenburg (justitie) acht het beter, eerst de uitkomsten van een onderzoek af te

11

1% 'ir^^ ifrk lIMt

Het blad de ..Spectator" publiceerde bij het tot standkomen van de wet van Van Houten deze tekening. Het onderschrift luidde: .,De fabriekskinderen: Leve mijnheer Van Houten". wachten, voordat tot aanvulling of uitbreiding van de wet kan worden overgegaan. Het onderzoek in kwestie is al op 30 september '74 op gang gebracht. In een circulaire verzoekt het ministerie van justitie de procureursgeneraal te onderzoeken in hoeverre de feitelijke toestand in overeenstemming is met de nieuwe wet. .5 Maart '75 stuurt de justitie-ambtenaar Beelaerts van Blokland (Jhr. mr. G. J. Th., het latere AR-kamerlid) een nota aan raadsadviseur De Pinto. De gegevens die hij heeft binnengekregen acht hij ..te onvolledig en te weinig betrouwbaar" dan dat ze in de Staatscourant zouden kunnen worden gezet. De meest opvallende uitkomsten van het onderzoek zijn, dat - de meeste kinderarbeid plaats vindt in sigarenfabrieken, zakkenplakkerijen, lijnbanen, touwslagerijen, steenen pannenfabrieken. glasblazerijen en hoepelmakerijen; - de kinderen die uit de ondernemingen werden verwijderd, nu de school bezoeken en dat - de meeste kinderarbeid in Gouda wordt aangetroffen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 377

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's