VU Magazine 1977 - pagina 331

l ^ magazine 21

.VF.EOF SCHf^PPlNGSDAG

HOUTSNEDE-DOOR W. C, ESCHER. Grootic 28 X J7.5 cM.

pingswerk op het menselijk wetenschappelijk vlak meent te kunnen constateren en controleren. Daarmee schept deze westerse wetenschappelijke menszich een beeld van God als Schepper dat naar dediepste intentie van de Joods-Christelijke religie in het tweede gebod radicaal wordt afgewezen: „Gij zult u geen gesneden beeld maken van wat boven in de hemel is..." Hettasthet Scheppingsye/oo/ in wezen aan waarin wij met Paulus belijden dat wij alleen daaruit — en niet uit de zichtbare dingen — verstaan dat God de wereld met al wat daarin is geschapen heeft. En als er evolutie geweest is, dan is dat geschapen evolutie en hebben wij over evolutie hetzelfde gelóófswoord te spreken als over het wordingsproces van de dagelijkse ervaring in de geboorte van kind of dier: Gods werk, geschapen werkelijkheid. Ik ben daarbij helemaal in de lijn van de stichter van de Vrije Universiteit, dr. Abraham Kuyper, die in zijn bekende Evolutierede uitsprak: ,,Niet onzen stijl zullen wij aan de Oppersten Bouwmeester van het Heelal opdringen. Mits Hij, niet in schijn, doch in wezen de Bouwmeester blijve, is Hij ook in de keuze van de bouwstijl de Vrijmachtige. Had het dus God beliefd niet zelf soorten te scheppen, maar soort uit soort te doen opkomen, doordat Hij de voorafgaande soort op de productie van het hoger volgende had aangelegd, de Schepping zou er even wonderbaar om zijn". Daarom meen ik, met erkenning van alle beperkingen die het wetenschappelijk betrouwbaar spreken over cardinale problemen van het evolutievraagstuk in de weg staan, dat het alternatief Schepping öf Evolutie principieel onjuist is. En ik verwerp evenzeer een Creationisme dat een uit documenten in de aardkorst betrouwbaar af te lezen historisch geologische werkelijkheid ontkent en ons een beeld van GOD a\s,,Special Creator" in bovenbedoelde zin voorhoudt als een Evolutionisme dat meent op grond óók van de menselijke wetenschappelijke ervaring het scheppingsgelóóf te kunnen ontkrachten. De valse tegenstelling tussen schepping en evolutie beheerst nog het denken van brede lagen in de Amerikaanse (met name V.S.) samenleving. Daar heeft men een zgn. Creation Research Society gesticht die de belangrijkste geolog ische structuren van de aardkorst met de fossielinhoud weer wil toeschrijven aan de Noachitische Zondvloed en haar gevolgen, zoals dat 2 a 3 eeuwen geleden werd ge-

poogd. Daar kan het vandaag nog voorkomen dat de rechter, in de staat California, naar ik meen, voorschrijft dat in leerboeken voor scholen naast de evolutiehypothese ook die van ,,schepping" als op zijn minst gelijkwaardige en wetenschappelijk verantwoorde verklaring wordt genoemd! Dit Amerikaanse Creationisme stoelt op het zgn. Fundamentalisme, een beweging van orthodoxe, vooral protestante Christenen, die zich vanaf het begin van deze eeuw ongeveer afgezet hebben tegen opkomend modernisme en toenemende secularisatie en zich sterk maakt in een zo letterlijk mogelijk verstaan van de Bijbel, met name ook van de eerste hoofdstukken van Genesis. De beweging verzet zich vooral tegen het onderwijs in de evolutieleer op de ,,highschools". Enerzijds heeft de beweging typische kenmerken die in het kader van de eigen Amerikaanse situatie te verkaren zijn. Zo wordt het fundamentalisme door Hofstadter beschreven als een belangrijk voorbeeld van — wat hij noemt — anti-intellectualisme in Amerika (Richard Hofstadter, Anti-intellectualisme in American Life, 1964). Anderzijds zijn er ook duidelijk paralielen met bij voorbeeld ontwikkelingen in de gereformeerde w e reld in Nederland waar men toch ook met het evolutievraagstuk grote moeite gehad heeft en voor een De vijf de scheppingsdag

deel nog heeft. Dat laatste blijkt duidelijk uit het verschijnsel van de verontrusting in orthodox-protestante kring in verband met de zgn. nieuwe theologie, die belangrijke (ook natuur-)wetenschappelijke resultaten als betrouwbaar aanvaard heeft, en een sterke secularisatie. In dat kader bezien mag het nietzo verwonderlijk heten dat dit fundamentalisme nu in hetwerk van de genoemde Creation Research Society met de natuurwetenschap een synthese zoekt die de idee dat de eerste 11 hoofdstukken van Genesis in wetenschappelijke zin historisch-geologische informatie verschaft, intact laat. Het is helaas een grote stap terug doordat zowel de geldigheid van betrouwbare resultaten van de natuurwetenschap wordt ontkend, alsookde ware be-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen