VU Magazine 1977 - pagina 358

wunu^a^ae4

adviseurs hadden verder zitting in de stuurgroep: dr. J. de Jonge, directeur van het Instituut voor Toegepast Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek en dr. P. J. A. van de Akker, medewerker van het bureau planning aan de VU. In het VU-hoofdgebouw had VU-magazine een gesprek met dr. Van de Akker en in Hilversum met drs. Buddingh. Daarin kwamen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde.

Voorgeschiedenis

Dr. P. J. A. van de Akker

DRS. BUDDINGH: Enige jaren geleden zijn het College van Bestuur van de VU en de directie van de NCRV begonnen van tijd tot tijd met elkaar te overleggen. Dat overleg werd vooral uit praktische overwegingen geboren: op tal van terreinen hadden medewerkers van beide instellingen contacten met elkaar; soms hadden die betrekking op beleidszaken. Op een gegeven moment waren er acht, negen van zulke contacten tegelijk. Ze liepen van Henk Mochel die samen met prof. Van der Meer een t.v.-programma aan het maken was, tot de Afdeling Gesproken Woord van de NCRV-radio die met de Centrale Interfaculteit in gesprek was over een project-wijsbegeerte. Toen werd de behoefte gevoeld aan een wat beter gestructureerd overleg op directie-niveau. In dat beraad, is voor het eerst de vraag opgeworpen of VU en NCRV samen niet een project zouden kunnen opzetten.

(foto: Peter Woiters. AVC-VU)

DR. V.D. AKKER: In februari '74 werd een gezamenlijke werl^roep in het leven geroepen, de werkgroep Media en Onderwijs, die terrein-verkenningen zoo uitvoeren en een inventarisatie zmi gaan maken op het gebied van multi-mediaal onderwijs. Deze werkgroep stelde aan het College van Bestuur van de VU en de directie van de NCRV voor, een „proeftuintje" te gaan aanlegen. De bedoefing was, ervaring op te doen in het samenwerken van universiteit en omroeporganisatie en de effecten te bestuderen van multi-mediaal onderwijs. Men wilde zich

gaan richten op het post-academische onderwijs. Daar lag een duidelijke behoefte, bovendien was dat een terrein waar zou moeten worden gewerkt buiten de kaders van het gewone onderwijs; en omdat de cursisten over het hele land verspreid wonen lag het voor de hand van radio en t.v. gebruik te maken. Toen we voor de vraag kwamen te staan, op welk terrein we ons zouden moeten begeven, bleek dat prof. dr. Jac. Schouten van het instituut voor pedagogisch-didactische vorming van a.s. leraren, een idee in de kast had liggen. Afgestudeerden van de lerarenopleiding-nieuwe-stijl komen voor de klas te staan met een pakket onderwijskundige vorming, dat hun oudere collega's op school niet hebben. Dat kan botsingen veroorzaken. De cursus is een poging deze verschillen te overbruggen. Zo kwam de keus terecht op de onderwijskundige bijscholing van leraren.

Belangen Wat is het belang voorde NCRV bij dit project? DRS. BUDDINGH: Sinds 1928 heeft de NCRV veel gedaan aan schoolradio; in 1970 zijn daar educatieve programma's voor volwassenen bijgekomen. Op het ogenblik lopen vijf van die programma's op de radio. Dit project wil ik maar zeggen, past in de NCRVtraditie, waarin de educatie altijd een duidelijk accent heeft gekregen. Het is niet de'bedoeling dat VU en NCRV samen voor onderwijs aan

volwassenen een nieuwe instantie naast bijvoorbeeld de Open School of Teteac en straks dé Open Universiteit zouden willen gaan vormen. Dit project is éénmalig. Het is voor ons een goede gelegenheid om de ervaring die we hebben met educatieve radioprogramma's voor volwassenen, uit te breiden tot de televisie. Het opdoen van die nieuwe ervaring is voor ons op zichzelf al een doel. Het is voor een omroep die welbewust aan educatie wil meewerken altijd de vraag wat voorop moet staan: de omroepkant van de zaak of de onderwijs-kant. Wij menen dat in deze programma-sector het onderwijs voorop moet staan: we laten ons duidelijk gezeggen door wat het onderwijs wil. In dit geval heeft de VU ons een project aangereikt, daaraan hebben we samen vorm gegeven. De positie van de NCRV ten opzichte van het onderwijs kan misschien 'verder verduidelijkt worden met het volgende: er bestaat een samenwerkingsorgaan voor de uitzendingen die we voor de scholen maken. In dat college, waarin het gehele protestantschristelijke onderwijs en de NCRV zijn vertegenwoordigd, wordt bepaald wat er in onze schoolradio- en -televisie gebeurt. Het is dan natuurlijk moeilijk aan te geven wie precies wat inbrengt; er is van wederzijdse beïnvloeding sprake. De NCRV is echter nadrukkelijk niet de instelling die de onderwerpen aanreikt. Op het ogenblik zijn we druk aan het studeren op mogelijkheden een dergelijk lichaam in het leven te roepen voor het onderwijs aan volwassenen. De katholieken hebben wat dat betreft een voorsprong op ons. Ook hier stellen we ons op het standpunt, dat de NCRV alleen in overleg met ,,het veld" kan uitmaken wat er op dit terrein moet gebeuren. De Besturenraad voor het protestants-christelijk onderwijs heeft een commissie ingesteld, waarin ook wij zitten, de Commissie Volwassenen Educatie, die dit hele terrein bestudeert. We verwachten dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen