GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 171

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 171

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

nl magazine 37

Reactie op omslagverhaal van februari: , Vertrossing van godsdienst en kerk''

routineuze vanzelfsprekendheid, van de onmondigheid en onderhorigheid waardoor eigen denken en persoonlijke beleving bij velen te weinig kansen kreeg. Waarbij ook nog komt dat de morele energieën en- de gevoeligheid voor goed en kwaad eenzijdig in de mikro-wereld van sexualiteit, huwelijk en gezin werden geïnvesteerd. Ik wil niet beweren dat alleen de katholieke kerk met dat verleden worstelt en dat andere kerken daar nooit last van gehad zouden hebben. Maar er kunnen hier toch gradatieverschillen zijn. En dat er momenteel door de kerk meer rekening gehouden wordt met de situatie van de afzonderlijke mensen, dat er minder kerkelijke sankties en meer keuzemogelijkheden zijn zullen veel Nederlandse katholieken eerder als een verademing ervaren dan als vertrossing beschouwen. Ik ben wel eens bang dat de Nederlandse katholieken zozeer gewend zijn aan een Jcollektief gedragspatroon, dat velen in onze tijd even vanzelfsprekend onkerkelijk worden als ze vroeger kerkelijk waren. Waarmee ik natuurlijk niet alleen het naar de kerk gaan bedoel, maar vooral ook het betrekken van het geloof bij de diverse levensgebieden en de daarin te nemen beslissingen en te maken keuzes. Een te positivistische oriëntatie op kerkelijke normen en voorschriften in het verleden belemmert dan een gelovige bezinning in het heden.

Verkerkelijking Het godsdienstig leven van de Nederlandse katholieken — en waarschijnlijk van de katholieken in het algemeen — leed in het verleden aan verkerkelijking. Het had de neiging op te gaan in het kerkelijk praktiseren en in de deelname aan de wijd vertakte kerkelijke organisaties. Het werd daardoor vaak te weinig verinnerlijkt en geïndividualiseerd. Dat godsdienstig leven was niet alleen stellig en massief Het was ook nogal massaal. Het dreigt nu van de weeromstuit, bij het losser worden of verdwijnen van de kerkelijke kaders en praktijken, te vervluchtigen. Maar dat is niet de enige manier waarop de huidige situatie, die we rustig als krisis kunnen kwalificeren, verwerkt wordt. Die situatie blijkt ook te kunnen leiden tot een persoonlijke geestelijke verdieping, tot maatschappelijk engagement, tot theologische studie en het aanvaarden van pastorale verantwoordelijkheid door leken die daar vroeger in een door de klerus beheerste kerk niet aan toe kwamen. Kwantitatief gezien zijn die verschijnselen misschien niet zo indrukwekkend, maar ik denk dat ze niette-

min niet over het hoofd gezien mogen worden. De vernieuwing van de Nederlandse katholieke kerk is in de zeventiger jaren niet meer zo spektakulair, dat ze voor koppen in de wereldpers weet te zorgen, zoals in de zestiger jaren. Laten we rustig zeggen dat ze nu ook minder triomfalistisch is. Maar ik heb de indruk dat ze wel doorgaat en dat ze dieper gaat. We doen er goed aan niet alleen af te gaan op de pogingen haar terug te draaien, b.v. door de benoeming van konservatieve bisschoppen. We krijgen ook wat ervaring in binnenkerkelijke ongehoorzaamheid en we gaan beseffen dat een bisschop ook maareen bisschop is. Het is waar dat velen afhaken en het voor gezien houden, bewust wegblijven of geleidelijk aan afdrijven. En dat zijn bepaald niet alleen degenen bij wie ,,het toch al niet zo diep zat". Er is binnen de kerk te veel aanleiding gegeven tot diep gevoelde teleurstelling en oprechte verontwaardiging om het wegblijven tot oppervlakkigheid en gemakzucht te kunnen herleiden. Bij gebrek aan een andere mogelijkheid om je mening tot gelding te brengen is er ook zoiets als stemmen met de voeten en weglopen.

In de kou Ik heb me bij lezing van Dekker's „Gekerkerd geloof' herhaaldelijk afgevraagd, of de tendens tot vertrossing in de Nederlandse katholieke kerk momenteel sterker is dan

eenjaar of twintig geleden. Ik heb nog geen antwoord gevonden. Laat ik vooropstellen dat ik ervan overtuigd ben dat godsdienst en kerk altijd bloot staan aan vertrossingstendensen. Zonder het zo te noemen fulmineerden de profeten er al tegen. Ik meen ook dat Dekker een juiste beschrijving geeft van de hedendaagse gestalte van die bekoring. Ik weet ook dat er onder de aanhangers van de Tros veel katholieken of „van-huis-uitkatholieken" te vinden zijn. Dekker klaagt over de vertrossing en over het verlangen door de kerk niet tegen de haren ingestreken te worden maar bevestigd te worden in wat men al vindt en voelen wil. Hij wijst op de bedenkelijke kant van het eenzijdig zoeken van troost en geborgenheid in de kerk. En ik denk dat hij gelijk heeft. Maar ik hoor tegenwoordig ook nogal eens de klacht, met name dan bij katholieken, dat de kerk hen in de kou laat staan, hun de vertrouwde zekerheden ontneemt. En als de klacht zich toespitst op de liturgische vieringen, dan betreurt ze het verloren gaan van de warme, hiëratische sfeer die geborgenheid meebracht en gevoel voor mysterie en nu plaats gemaakt heeft voor kilte, kaalheid en verbalisme. Ook die klacht kan ik me wel voorstellen, al ben ik niet geneigd me erbij aan te sluiten. Wat ik er wel uit meen te moeten konkluderen is, dat velende kerk momenteel helemaal niet ervaren als het koesteringsverband dat aan al hun wensen tegemoetkomt. Ik denk dat ook daarom sommigen zich van de kerk distantiëren. Anderen zullen door die niet altijd aangename ervaringen leren dat zij van de kerk niet alleen of allereerst geborgenheid, veiligheid en troost van de moederschoot mogen verwachten. Dekker wijst er overigens terecht op, dat de pluriformiteit van het kerkelijk aanbod — dat geldt in de katholieke kerk zeker ook voor de liturgische vieringen — het risiko meebrengt dat de kerkleden alleen dat uitkiezen wat hen in hun verlangens en meningen bevestigt. Maar hierbij zou ik toch willen aantekenen, dat lang niet iedereen zijn konsumptiegedrag uit de supermarkt overplant op de kerk. Een minderheid van kerkleden bereidt zelf de vieringen mee voor en wil ze niet alleen passief ondergaan. Daarbij komt dat de selektiemogelijkheid voorde priesters ook een stimulans is om de diensten met veel zorg voor te bereiden.

Tegen-tendenzen Dekker meent dat o.i.v. de vertrossingstendens de samenstelling van het ledenbestand van de kerken zich zal wijzigen: „in de termi-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 171

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's