GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 152

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 152

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl magazine 18 óok niet in het belang, dat de kerken zelf bij dit onderzoek zouden kunnen hebben, maar meer in de overtuiging, die in de kerken gegroeid is. dat zij een specifieke rol te vervullen hebben ten opzichte van het ontwikkelingsvraagstuk. Vooral gevoed door discussies binnen de Wereldraad van Kerken, ontstond de opinie, dat van echte ontwikkeling pas daar sprake is, waar sociale gerechtigheid en participatie van de arme bevolking wezentijk daarvan deel uitmaken. Er zijn tal van landen met een flinke economische groei, zodat naar buiten de indruk gemaakt wordt, dat alles crescendo gaat. Maar kijkt men naar de verdeling van de groei over de bevolking, dan blijkt dikwijls, dat slechts een kleine bovenlaag daarvan profiteert, terwijl de massa er niet of nauwelijks beter van wordt. Colombia is hiervan een voorbeeld. Toen ik dan ook in 1972 een oriëntatiebezoek bracht aan dat land, stelde ik aan de leiders van het sociologisch onderzoekbureau ROSCA in Bogotè de vraag: wat kan ik, teruggekeerd in Nederland, voorJullie land doen? Het antwoord van dr. Fals Borda, de leider van dat instituut, bleef in mij haken: zoek maar eens uit, wat het effect is van de Nederlandse activiteiten op het gebied van ontwikkeling in ons land. Komt wat Jullie bedrijven hier doen, komt de overheidshulp, die jullie geven, werkelijk ten goede aan de mensen, die het het hardste nodig hebben? Thuis gekomen, had ik niet al te veel moeite om de instanties voor Zending, Werelddiakonaat en Ontwikkelingssamenwerking in de Gereformeer-

de Kerken te overtuigen van het belang van dit onderzoek. Immers, zij zijn ervan overtuigd, dat in de rijke landen zelf heel wat bewustwordingswerk gedaan moet worden, om de mensen duidelijk te maken, welke rol de rijke landen spelen in de derde wereld. Er moet het een en ander aan huiswerk gedaan worden en wij kunnen niet volstaan met te collecteren voor de arme sloebers overzee. In de kerken vinden we ook vandaag de theologische basis, die nodig is voor een echte betrokkenheid bij de allerarmsten. Juist in LatijnsAmerika is de theologie van de bevrijding opgekomen, die de bevrijding van deze groep centraal stelt. Vanuit een analyse van de samenleving komt men tot een theologie, die vanuit deze bevrijding de verschillerKJe dogmatische en ethische noties doorlicht. De arme wordt dan niet langer object van filantropie, maar participant in de doorwerking van het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid. Dat dit ook verstrekkende betekenis heeft voor de zending van de kerk, heeft Orlando E. Costas aangetoond in zijn proefschrift „Theology of the Crossroads in Contemporary Latin America" '). Hij promoveerde eind 1976 bij prof. Verkuyl. Het opvallende van dit proefschrift is wel, dat hier een „evangelical" aan het woord is, die het appel van de theologie van de bevrijding verwerkt in een „evangelical" missiologie. Met andere woorden, hij probeert een brug te slaan tussen het individuele en het structurele in de heilsverkondiging. De belangrijkste uitdaging van het historisch moment in Latijns-Amerika is de bevrijding van de armen uit hun situatie van oppressie en repressie, uitbuiting en onderontwikkeling, machteloosheid en frustratie, waaraan zij eeuwenlang zijn onderworpen (pag. 341). Zijn sympathie gaat uit naar een „holistic and concrete approach to Christian mission' (pag. 333). Dat is een benadering, die de mens in zijn totaliteit (holistic = geheel) in acht neemt, dus zowel naar zijn individuele als naar zijn sociale, zijn geestelijke als zijn materiële aspecten. In deze opvatting van zending doet Costas recht apn de strijd om sociale gerechtigheid, die in Latijns-Amerika wordt gestreden. Hij geeft daar een legitieme plaats aan in de zendingsopdracht van de kerk, zonder dat hij deze laatste geheet laat opgaan in maatschappijhervormende actie. Het is interessant een verband te leggen tussen Costas' studie en de opdracht, die leidde tot het Colevat-rapport. Vanuit de „holistic approach" is de evaluatie van de Nederlandse hulp aan en de bedrijfsinvesteringen in Colombia een deel van de missionaire opdracht van de kerk. Daarmee heeft de Commissie Ontwikkelingssamenwerking een stukje zendingswerk verricht. Zending onder overheid en bedrijfsleven ten behoeve van hen, die nog maar weinig goeds hebben beleefd van het christendom. C. H. Koetsier

') Uitgave'Rodopi NV, Amsterdam, 1976.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 152

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's