VU Magazine 1978 - pagina 75
}ffi magazine 29
Hoopvol perspectief voor jonge delinquenten
Ambulatorium helpt jongeren een handje F. is achttien en heeft problemen. Als gevolg van uiteenlopende vergrijpen is hij al enkele malen met de politie in aanraking geweest; weliswaar geen werkelijke ernstige vergrijpen, maar toch . . . Hij wordt gerekend tot de zogenaamde ,,delinquente adolescenten". F. weet dat het zo niet verder gaat. Hij weet niet hoe dan wel. Hij vindt dat het allemaal niet zijn schuld is; het overkomt hem gewoon. Steeds als F. met zijn vrienden op stap gaat, komt er rottigheid van. En iedere keer wordt hij gepakt. Bij F. thuis is het ook niet alles. Zijn ouders zijn gescheiden, zijn moeder hertrouwd. Avond aan avond is er ruzie en de keren dat hij met zijn stiefvader op de vuist gaat zijn niet te tellen. Dat is één van de redenen waarom F. zijn heil op straat zoekt met jongens zoals hij. Hun laatste ,,heldendaad" was het met z'n zessen in elkaar slaan van een oude man. Dat was de druppel die voor hem de emmer deed overlopen. Door iemand van de reclassering werd hij op het bestaan van het
Ambulatorium gewezen, waar hij praktische dingen kon leren. Een training die geheel vrijwillig was en je nergens toe dwong. Bovendien kon je zelf kiezen wat je wilde leren. F. koos voor leren solliciteren. Hij had geen baan en de enkele keer dat hij afging op een baantje, bleek al gauw dat bazen hem liever zagen gaan dan komen. Niet zo verwonderlijk, want praten was niet zijn grootste troef. De training op het Ambulatorium begon met het naspelen van ruzie thuis. De rol van zijn stiefvader werd gespeeld door één van de
Het Paedologisch Instituut in Amsterdam is een centrum voor hulpverlening aan en studie over kinderen, opgroeiende jongeren en de gezinnen waaruit ze komen en waar, in de opvoeding op enigerlei wijze problemen zijii gerezen. Het instituut werkt nauw samen met de VU en hield zich met name bezig met residentiële behandeling: er is een internaat, met daaraan verbonden een school voor buitengewoon onderwijs. Enige jaren terug werd in overleg met de VU en als experiment het Ambulatorium opgezet, officieel: ,,Centrum voor pedotherapie en jeugdpsychologie". In tegenstelling tot residentiële hulpverlening houdt men zich hier nu elf jaar bezig met ambulante hulpverlening: hulp aan jongeren, die er bij wijze van spreken in en uit kunnen lopen. Onlangs werd een onderzoek afgerond, dat in opdracht van het Ministerie van Justitie werd verricht naar de mogelijkheden die de ambuiente behandeling biedt voor jongeren die met justitie in aanrakii^ zijn geweest. De resultaten van dit onderzoek waren zo hoopgevend, dat het Ministerie van Jusitie opdracht gaf tot een voortgezet onderzoek; voor VU-magazine aanleiding om het Ambulatorium te bezoeken en er eens rond te kijken.
therapeuten. Met video werd het rollenspel opgenomen en toen F. het filmpje enkele malen terugzag, ontdekte hij de rol die hij zelf tijdens een ruzie speelde. Het inzicht groeide dat ruzie niet iets is wat je overkomt, maar dat je zelf invloed hebt op het ontstaan en het verloop van een conflict. Dit inzicht ontlokte F. de uitspraak: ,,Ruzie gebeurt niet, je kunt ruzie maken. En als je ruzie kunt maken, dan kun je ook proberen om ruzie te voorkomen." (foto's ANP)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978
VU-Magazine | 484 Pagina's