GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 291

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 291

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 24 troost in leven en in sterven - door dit vooruitzicht in het diepst der ziele geschokt, eerbiedig U.M. vragen: „Zal dat goed voor U w land en volk, zal het goed voor de nationale toekomst, zal dat goed voor God wezen?" Is het wonder dat zij U.M. smeeken: „Plaats, Sire! onder zulk een voordracht U w e Koninklijke handteekening nooit!" De koning luisterde geboeid en betuigde meerdere malen zijn instemming. Na de aanbieding antwoordde de vorst: „Ik weet het, het betreft de toekomst van ons lieve Nederland, het betreft het geluk van onze dierbare kinderen." De koning sprak zijn waardering u i t v o o r „ c / e wijsheid, gematigdheid en orde" (XXQAOOX QWQW in acht was g e n o m e n , dankte voor de t r o u w en aanhankelijkheid van zijn onderdanen en besloot met de wens„Z.ei'e Nederland". Hierop antwoordden de Deputatie- en Commissieleden geestdriftig met een „Leve de koning!, leve Oranje!" De voorzitter Elout van Soeterwoude werd bij de koning aan de lunch genodigd. De andere leden vertrokken naar het huis van Ds. Jorissen waar men onder leiding van Ds. van Son een dankstond hield. Een ieder was er diep van overtuigd, dat de Koning doordrongen was van de diepe nood van zijn volk en aan de Smeekbede gehoor zou geven. Eén man wist echter beter: Abraham Kuyper. Voor hem stond vast, dat de Koning zou tekenen. Kuyper die niet bij de audiëntie aanwezig was, wachtte in het hotel aan het begin van de Loolaan, de terugkeer van de deputatie af. Na afloop van de audiëntie liep Kuyper de afgevaardigden tegemoet. Lohman deed hem verslag van het gebeurde. Al wandelende vroeg Lohman Kuyper naar zijn mening en kreeg toen tot zijn grote ontsteltenis Kuypers vaste overtuiging te horen. Kuyper troostte zijn vriend: „Binnen tien jaar zit gij op de plaats der liberale partij".

De Koning tekent Spannende dagen volgden. Kuyper kreeg gelijk. Op 17 augustus 1878 zette de Koning zijn naam onder het voorstel en verleende het daarmede kracht van wet. Wat was er gebeurd? Na het aanbieden had de kon'mq ,,doordrongen van het gewicht der zaak" op 9 augustus aan de minister \/erzocht„dienaangaande uwe consideratiën en uw advies te vernemen, nadat dezaak ter tafel zal zijn gebracht in den Ministerraad". Kappeyne rapporteerde, verkreeg hierop de goedkeuring van de ministerraad en zond zijn advies en overwegingen aan de koning. Duidelijk en scherp wees hij de koning op zijn grondwettelijke verplichtingen. De koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk. Het Volkspetitionnement was geen spontane bew e g i n g , doch een reeds lang tevoren beraamde en systematisch uitgevoerde politieke actie. Velen hebben zich laten overhalen o m te tekenen. Ech-

1 ^ magazine 25 ter vele anderen hebben zich daartoe niet laten verleiden. En niet onbelangrijke groepen stonden duidelijk afwijzend tegenover het Volkspetitionnement. - Kappeyne wist dat Kuyper in de Standaard van 2 augustus 1878 had gefulmineerd tegen „ d e linkerzijde der ethische vrienden, die zich als „ m e e r ontwikkelde Christenen" op een eerbiedigen afstand hielden." - Kappeyne wist dat de zogenaamde „ G r o n i n gers", een moderne richting, zich uit naam van velen, tot de koning hadden gewend met een afwijzing van het Petitionnement en een verzoek de wet wel te tekenen. - Kappeyne wist ook dat in vele kerkeraden de medewerking nietzo groot was als door Kuyper werd voorgesteld. - Tenslotte, Kappeyne kon rekenen: Het Volkspetitionnement had 305.596 handtekeningen opgeleverd ten behoeve van 114.509 kinderen. Bij een gemiddelde gezinsgrootte van 4 kinderen betekende dat, dat er 28.627 gezinnen betrokken zouden zijn geweest bij de vraag naar een ,,School met den Bijbel". Indien beide ouders tekenden, dan zouden 57.254 handtekeningen het resultaat zijn. De vraag rees: Van wie zijn dan die resterende 248.341 handtekeningen. Zelfs indien beide grootouderparen voor hun kleinkinderen hadden getekend - in het totaal 171.762 handtekeningen - dan nog was er een overschot van 133.834 handtekeningen. Natuurlijk, in de instructie stond dat „een ieder die 2 0 j a a r o u d is, man of v r o u w , als belangstellende mocht tekenen". Voor Kappeyne lag de conclusie dan ook voor de hand, niet de „School met den Bijbel" stond eentraal, doch de politieke organisatie. Er was meer dan alleen maar een verontrusting van ouders. Kappeyne rekende verder. De handtekeningen vertegenwoordigden o m streeks 8% van de bevolking. Wanneer het Roomse petitionnement w e r d meegeteld, dan zou ongeveer 12,7% van de bevolking zich tegen de onderwijswet hebben uitgesproken. Kappeyne herinnerde zich zeker nog zijn uitspraak over de minderheid die „maar onderdrukt moest worden, want zij is de vlieg, die de gansche zalf bederft". Kappeyene gaf de koning ook te kennen, dat een bemiddelings-commissie, Royal Commission, w a a r o m de petitionnaristen hadden gevraagd, door zijn samenstelling geen oplossing zou kunnen bieden.

• ^ • - ^ ^ ^ -

•^•J

7

' > , , . ' ; / •

. . , _ . , ^ / ^ , , ,

. ^

-^v'.-.-. -.-„.<,-^

^ •

>^^- . . -

ÓL^, 'n-^/ZT-'^^-^^

, ..^..-,,V

?*^*^ éyramc^- Ct>^^^_ .-<Sf%t, I » ? * ,

i-r^/£^^,^^^^,,i^-

^

eizx.

'

('2

c^

A'^//'^-. < ^ - / , . i ^ ,,^.,,- - ,„ y...'

rfc.

/. / ;

\ \ , 1 Het prol spo'

En tenslotte voerde Kappeyne als argument aan: Doch zij beklagen zich, dat zij niet bij machte zijn die te bekostigen, althans voor zooveel zij niet met goederen bedeeld zijn. Is, wel doordacht, gevaarlijker Stelling denkbaar? immers zoo de min gegoede er recht op heeft, dat de Staat hem op algemeene kosten alles verschafte w a t de gegoede betaalt uit eigen beurs, omhelst men in beginsel het grofste Communisme. Dat recht mag dus de Regeering nooit erkennen. De teleurstelling was zeer diep.

^ , ^ . ,

--•''^'

te n '^"v °^'

Brede kringen uit de bevolking treurden o m de door de koning genomen beslissing. t ) e voorzitter van het Comité van Aanbieding, Elout van Soeterwoude, reageerde onmiddellijk in een „ O p e n brief aan den Minister van Binnenlandse zaken." De oude edelman verzette zich daarin tegen het feit dat een tijdelijke meerderheid in de volksvertegenwoordiging - die geen juiste afspiegeling van het gehele volk is - de partijpolitieke denkbeelden liet zegevieren boven het nationaal belang. Centraal staat de strijd o m de vrijheid. „Niet voor de leus. Niet voor eene onbestemde theorie van vrijheid, die gewoonlijk tot despotisme leidt; maar voor de onmiskenbare en onvervreemdbare volksvrijheden: van godsdienst, van onderwijs, van vereeniging, van Slavenbanden, van arbeid, van Evangelie-verkondiging"... Deze vrijheden zijn „Verkregen, niet door menschelijk overleg, niet door welberaamde plannen, maar in de leiding van de Voorzienigheid Gods, die op zijn tijd en zijn wijze, tot dat doel, dezen en genen, meestal van elkander afgezonderd, wel als nederig werktuig wilde gebruiken." Daaruit put de „ o u d e van d a g e n " , zoals Elout zelf is, moed o m tegenover het ministerieel rapport stelling te blijven nemen. Want hij blijft diep doordrongen van de gedachte dat God ook de

strijd o m de geloofsvrijheid in de school ten goede zal keren. Elout ontzegde Kappeyne de mogelijkheid „ h e t Petitionnement in zijn vanzelfsheid en drang des h a r t e n " te beoordelen. In het denken van Kappeyne kwam volgens Elout „tot uiting dat het liberale denken heeft gebroken met het erkennen van de werking van de Bijbel en de Historie". Uit die weldadige werking is voortgekomen „onze geloovige, met Gods woord gevoede, heldere, kloeke burgerij, welke in alle tijden mannen schonken diensten bewees ten nutte van Kerk en Staat. Ook niet, eindelijk, het afzijn van alle gevaar voor Communisme onder de naar de wereld arme, doch in het geloof rijke leden dier burgerij, zoodat veilig te hunnen behoeve de toekenning wordtingeroepen van hun, nog meer dan der rijken, onmisbare burgerrechten". Dat de liberaal gebroken heeft met Gods w o o r d , daaronder behoeft het gelovig volksdeel niet te lijden. „ Voor U, mijnheer de Minister, moge het verderf des Vaderlands gelegen zijn in het niet gedwee volgen van Uwe meerderheid. In ons oog is het verderf van het Vaderland: de opleiding van het volk zonder God en zonder Bijbel".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 291

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's