GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 22

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 22

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Artikel 16: Hard dichtslaan beboet.

De,,residentiële" en ,,semi-residentiële behandeling" van 4 tot 12-jarige kinderen is overigens slechts één activiteit van het PI (Residentieel wil gewoon zeggen: in het huis verblijvend en de Pl-school bezoekend). Daarnaast kent het PI het ,,Ambulatorium", (een in het PI zelf bedachte naam voor het behandelcentrum voor kinderen en tieners, die elders wonen). In beginsel was dat er ook al heel vroeg. Wijd en zijd in het land leefde het idee dat als er wat was met een kind, je de trein naar Amsterdam pakte om het probleem aan Waterink voorte leggen. Prof. De Wit: ,,Het is duidelijk dat Waterink daar erg veel aan gedaan heeft. Vlak na de oorlog had hij op dinsdagmiddag zijn spreekuur. Dat liep af en toe natuurlijk grandioos spaak omdat er teveel langs kwamen. Op dat spreekuur gaf Waterink adviezen waarvan ik oudere collega's nu nog hoor zeggen dat het j u weeltjes waren hoe je iets zei tegen ouders. Er was bewondering voor de manier waaróp hij het deed. Zelf heb ik het overigens nooit meegemaakt. Later is deze vorm van hulpverlening geformaliseerd naar het laboratorium voor toegepaste psychologie. Om financiële redenen vooral is de kinderpraktijk daar teruggelopen. Het werd veel meer een school- en beroepskeuzepraktijk. De echte kinderpraktijk dreigde verloren te gaan. Dat vond ik jammer. En toen ik Waterink mocht opvolgen heb ik van meetaf gezegd: die kinderpraktijk moet weer tot leven worden gebracht. Dat is nu het Ambulatorium geworden. En die

van deuren wordt met f 0,05

Artiliel 17: Gedurende de diensttijden sprel<en de zusters elkaar aan met,.zuster". Artikel 28: Organisatie van het personeel in neutrale of roode bonden is niet geoorloofd. Aansluiting van het personeel bij zulk een bond wordt door ontslag gevolgd. Artikel 30. Klachten inzake salaris worden niet in overweging genomen, aangezien een ieder lid van het personeel op het oogenblik waarop men in dienst trad, de preciese salarisregeling bekend was. Dit ondervond blijkens bestuursnotulen uit 1933 de kok. „De kok in de keuken vraagt verhooging van zijn weekloon met f 1,-per week Prof Waterink licht deze zaak nader toe. Indertijd bij de opening van het Paedologisch Instituut was als keukenmeisje aangenomen de tegenwoordige echtegenoote van verzoeker. Na haar huwelijk bleef zij als keukenmeisje fungeeren, totdat zij een baby verwachte. Op haar verzoek is toen haar man voor haar in de plaats getreden, die als oudkok dit werk heel goed kon verrichten. Uitdrukkelijk werd toen bepaald, dat haar man wel haar taak kon overnemen, doch geen hooger salaris zou ontvangen, dan zijzelf genoot. Hiermede werd genoegen genomen. Thans vraagt betrokkene salarisverhooging. Het Bestuur besluit, niet op dit verzoek in te gaan". Gelijke betaling van man en vrouw. Ook met de salarissen van de verpleegsters bemoeide Waterink zich intensief. Die konden wel lager dan elders, vond hij, blijkens notulen uit 1932 ,,De salarisregeling wenscht spr. lager te stellen dan op de stichtingen, en wel als volgt: Het Ie jaar (proefjaar) f 200,2e jaar (vaste aanstelling) ƒ 250,3e jaar f 275,4e jaar f 300,Allen moeten deelnemen aan den cursus, die vanwege het instituut wordt gegeven. Zij die meer dan 1 x zakken voor hetzelfde examen worden ontslagen. De gediplomeerden ontvangen f 350,- tot hoogstens f 400,-per jaar. De bedoeling is echter het personeel zoo mogelijk niet langer te houden dan ongeveer 4 jaar. Het Bestuur gaat hiermede accoorden verleent de gevraagde toestemming".

Pl-directeur prof. J. de Wit

Het Bestuur bestond de eerste tien jaar (tot 1941) uit het toestuur van de ,,Vereniging tot Opvoeding en Verpleging van Idioten en Achterlijke Kinderen", 's Heeren Loo". Van deze inrichting was het PI die eerste tijd een soort dependance. Daarna werd het Instituut in een aparte stichting ondergebracht, waarin ook de Vrije Universiteit participeert. Eind jaren vijftig kocht de VU ook het gebouw aan de Vossiusstraat van 's Heeren Loo. In de loop van de jaren zestig is de VU steeds intensiever in het PI gaan participeren. Evenals zijn voorganger, prof. Waterink, is prof. De Wit zowel hoogleraar aan de VU als directeur van het PI. Het is niet meer een eenmansleiding. Naast de directeurhoogleraar is er thans een tweede directeur, drs. J. Heiner. Hulpverlening, onderzoek en onderwijs gingen van meetaf hand in hand. Het Instituut vormt een integraal onderdeel van de opleiding kinder- en jeugdpsychologie. Er is ook altijd een collegezaal in het PI geweest, 'n Deel van de studenten (32) kan er stage lopen, allen volgen er een aantal seminars. Dat studenten naar het PI toemoeten, vindt prof. De Wit belangrijk. ,,Ze moeten die kinderen horen. Hoe gek het ook lijkt, ik vind dat ze dat moeten ervaren''. Lawaai in de gangen maakt duidelijk dat de kinderen hun bijdrage aan de wetenschappelijke vorming van VU-psychologen niet verwaarlozen. VU-Magazine noteert: ,,Nietdoéééén..." ,,Au!!!" ,,Stomme Henkie!"

20

Boven: het resultaat van een les bijbelse geschiedenis op de Pl-schooi. Een rondtocht van VU-fotograaf Mark van Dorp door de kinderslaapkamers in het PI leverde voorts een rijke oogst op aan knuffelbeesten.

is er ook voor de zgn. adolescenten, de jeugdigen van 13 tot 22 jaar. Dat was een groep, waar niemand aandacht aan schonken waarvoor geen aparte voorzieningen bestonden. Je kunt ze niet als kinderen benaderen, maar ook niet op de manier van volwassenen. Dat is toen gelukkig door de VU erkend. Daar ben ik altijd nog dankbaar voor. Wel is het zo dat het Ambulatorium streekgericht is. Er is voor behandeling een hele serie contacten nodig en dat dwingt tot een beperking tot de regio Amsterdam-Amstelveen". Bladeren in oude Pl-documenten is een boeiende bezigheid. Ze bevatten de bouwstenen voor een fraaie roman over een zwierige verbeeldingskrachtige professorale kindervriend, wiens invallen hijgend worden gevolgd door voorzichtige en punktuele bestuurders. Reeds na enkele jaren, in 1935 schudde het PI op zijn grondvesten omdat het bestuur het wijs voorkwam Waterink te ontlasten van de dagelijkse zorgen voor de enorme kinderhuishouding, die hij had geschapen. Er moest, zo oordeelde men, naast Waterink maar een directrice komen om de boel te beredderen. Hoog laait de emotie op bij Waterink als tot hem doordringt wat dat in feite betekent. De boel wordt gesust: in feite is Waterink altijd de baas gebleven in het PI zolang en zover hij dat wenste, maar verbaasd over het bestuursidee van 1935 zou geen zijner toegenegen medewerkers zijn geweest. ,,Ze kenden zijn gebreken en zij hielden van hem", zei bij Waterinks overlijden prof. De Gaay Fortman over de studenten. En dat gold ook de medewerkers. Op die basis bleef het PI draaien. Aan financiële en organisatorische vraagstukken werd niet het zwaarst getild. De oorlogsjaren vormden duidelijk een afzonderlijke periode, niet het minst omdat Waterink veel joodse kinderen in het PI verborg. Eind van de jaren vijftig kwam er geleidelijkaan meer weten-

21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's