GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 352

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 352

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

geerd. Kruisraketten kunnen zo meteen nauv/keurigheid van ongeveer 100 meter hun doel bereiken. Zij vliegen tamelijk langzaam en lopen daardoor risico door snelle jagers te worden neergeschoten. Het is de bedoeling een groot aantal, namelijk 464, overal in West-Europa op te stellen. Dan hindert het niet dat sommige hun doel misschien niet bereiken, omdat zij worden onderschept. De tweede soort middellange afstandsraketten, die moeten worden opgesteld, is van het type Persing-U. Deze raketten komen met een aantal van 108 allemaal in West-Duitsland te staan. Zij kunnen dan namelijk nog net Moskou bereiken omdat hun dracht beperkt is. Dit zijn echte raketten, die na het afleggen van hun baan als een bliksemschicht op hun doel inslaan en die nimmer door vliegtuigen onderschept kunnen worden. Daarom zijn de Russen er ook zo bang voor. Hun trefnauwkeurigheid wordt geschat op ongeveer 30 meter. Deze nauwkeurigheid is te danken aan terminale doelgeieiding. In de neus van de raket bevindt zich een radar-installatie die aan het eind van de baan het doelgebied zelf aftast. De struktuur van dat doelgebied, bij voorbeeld de onderlinge ligging van kerktorens en grote gebouwen, is opgeslagen in het geheugen van de boordcomputer. In het laatste stukje van de baan wordt de raket automatisch zó bijgestuurd dat de radarmetingen precies met de gegeven doelstruktuur kloppen. De raket slaat dan in precies op het doel of in ieder geval er vlak bij. Dat er in deze raketten plaats is voor de ingewikkelde apparatuur die voor doelgeieiding nodig is, komt door de toepassing van de micro-elektronica, die ook de moderne computers zo klein en snel en hanteerbaar maakt. Amerika heeft op het gebied van de micro-elektronica een grote voorsprong op de Sovjet-Unie. Daarom bevatten Russische atoomraketten ook veel zwaardere kernkoppen dan de Amerikaanse. Voor zover de beschikbare informatie strekt, hebben de bommen uit de Russische SS-20 een trefnauwkeurigheid van ongeveer 300 meter. Het is een raket met inertiaalbesturing. Er is dan een veel zwaardere explosie nodig om met een behoorlijke kans het doel, b.v. een vliegveld of een spoorwegknooppunt, te vernietigen, ook als de bron niet helemaal op de juiste plaats terecht komt. Tenslotte nog een pikante opmerking over de grote nauwkeurigheid van de Pershing-ll en de Tomahawk kruisraketten. De getallen hierover geven aan wat technisch haalbaar moet zijn. De nieuwe wapens bestaan echter nog niet. Ze zijn nog in ontwikkeling. Af en toe komen er berichten dat het met de ontwikkeling niet zo vlot loopt en dat deze ver achter is op de planning. Voor de NAVO-politiek is dat nauwelijks een tegenslag te noemen. Ten eerste kan men hierdoor de Russen onder grote druk zetten om concessies te doen. Voor de R ussen is het van belang tot een compromis te komen voordat de wapens in produktie worden genomen. Hoe langzamer de ontwikkeling vordert, des te geduldiger kan men afwachten hoe ver de Sovjet-Unie met tegenvoorstellen wil gaan. Ten tweede is het verzet bij de bevolkingen van WestEuropa en in de Verenigde Staten groter dan verwacht. Zo nodig kan men nu de plaatsing uitstellen totdat er een gunstig moment aanbreekt om de vredesbewegingen te overrompelen. Ik denk dat vele politici in hun hart dankbaar zijn dat de techniek hen enig respijt geeft.

Een atoombomexplosie Bij de meeste mensen roept de atoombom allereerst

298

angstige gedachten op over dodelijke straling. De dienst Bescherming Bevolking ressorterend onder het ministerie van Binnenlandse Zaken, heeft hier jaren lang misbruik van gemaakt door een zware nadruk te leggen op fail-out, schuilen voor fali-out en afbakening van fall-out gebied met behulp van Geiger-MüllerteWers. Dit beeld is fout. Het betreft verschijnselen die in de marge van de verwoesting kunnen optreden. Een atoombom is in de allereerste plaats een heel zware bom. Bij de explosie wordt binnen een miljoenste seconde een massale hoeveelheid energie vrijgemaakt. Daardoor stijgt de temperatuur explosief. De materie van de bom verdampt en de lucht zet uit. Die plotselinge volumevergroting veroorzaakt een schokfront dat zich over de omgeving uitbreidt, net als bij een gewone bom. Door de plotselinge drukvariatie storten huizen in elkaar, vallen muren om en wordt er van een stad binnen korte tijd een puinhoop gemaakt. Het verschil met een gewone bom zit in de energie die bij de explosie los komt. De zwaarste gewone bom bevat ongeveer 10.000 kg, dat is 10 ton, trinitrotoluol, afkort TNT. Met zulke 10 tons bommen werden in de Tweede Wereldoorlog in Duitsland door de Engelsen hele huizenblokken tegelijk verwoest. „Blockbusters" worden ze genoemd. De atoombom die boven Hiroshima werd afgeworpen, had een sterkte die overeenkwam met ongeveer 12 kton TNT. Hij was dus 1200 keer zo zwaar als de zwaarste gewone bom. De bom op Nagasaki was ongeveer equivalent met 20 kton TNT. De kleinste huidige atoombom is ongeveer 1 kton, equivaltent dus met 100 blockbusters. De bommen in de moderne atoomraketten komen overeen met 50 tot 500 kton. Bij de explosie van zo'n bom is het eerste effekt dus dat een schijf op de aardbodem met een straal van enkele kilometers totaal wordt verwoest. Als men de actieradius van de verwoesting zo groot mogelijk wil maken, laat men de bom niet op de grond, doch ver boven het aardoppervlak ontploffen, In de vuurbol die door de explosie ontstaat, is de temperatuur miljoenen graden, veel hoger dan bij een gewone bom en vergelijkbaar met de temperatuur van de zon. Het hete oppervlak van de vuurbol zendt net als de zon infrarode, zichtbare en ultraviolette straling uit. De hittestraling kan los papier, donkere gordijnen en allerlei ander dun materiaal zo opwarmen dat het spontaan ontbrandt. Verscheidene seconden lang werkt die hittestraling in op het verwoeste gebied, waar het vol ligt met brandbare troep. Het gevolg is massale brand, waarbij de verschillende brandhaarden zich kunnen verenigen tot één grote zee van vuur, aangewakkerd door de luchtstromen die hij zelf veroorzaakt. Een „vuurstorm" noemt men zo'n catastrofe. In de tweede wereldoorlog zijn de centra van Hamburg en Dresden door zo'n vuurstorm verwoest. Daarvoor werd een uren durend bombardement uitgevoerd met brisantbommen en brandbommen. Er zou slechts één van een afstand bestuurde atoomraket voor nodig zijn geweest. De mensen binnen zo'n gebied zijn uiteraard reddeloos verloren. In Hiroshima vielen onmiddellijk 68.000 doden. In een cirkel met een straal van 1 km werd 86 procent van de bevolking gedood. Over de volgende kilometer was het dodenpercentage 27 procent. Soortgelijke percentages gelden voor Nagasaki, waar binnen korte tijd 38.000 mensen dood waren. Van de gewonden die de ramp in eerste instantie overleefden had 65 procent brandwonden, veroorvu-Magazine 12(1983) Bseptember 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 352

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's