GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1984 - pagina 405

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1984 - pagina 405

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe warm 't was, en hoe ver... Een lange, vermoeiende reis is 't van Leiden naar het verre Hattem dat ligt aan de uiterste oostpunt van de Veluwe. En 't is warm in de koets op deze broeierige namiddag in september. De jonge proponent zit te transpireren in z'n zwarte lakense pak; de hooggesloten,, vadermoorder" knelt om z'n hals. Zweetdruppels glijden langs zijn neus en vallen ongehinderd op het opengeslagen boek dat onberoerd op z'n schoot ligt. De ,,oude schrijvers" vermogen hem op dit moment niet te boelen. Bovendien, lezen is bepaald geen pretje bij deze temperatuur in het bedompte, hotsende rijtuig. De gedachten van de ernstig blikkende reiziger met het bruine krulletjeshaaren het klein bemeten brilletje verwijlen elders en zijn hun eigenaar reeds ver vooruitgesneld. Deze weet wat hem te wachten staat in dat oude vestingstadje. Uit goede bron heeft hij vernomen dat de kerkelijke gemeente daar danig in beroering is en dat zijn komst naar Hattem ermee te maken heeft. Na het vertrek van zijn voorganger zijn de predikbeurten van de waarnemende predikanten ongemeen druk bezocht. En dat betekent dat het volk in en rond Hattem dorst naar ,,het onversneden Woord" zoals dat in de aloude vaderlandse kerk helaas steeds minder vaak verkondigd wordt. En het zijn toch vooral de eenvoudigen en de geringen, de dagloners, de meiden en de knechten, die daardoor worden aangetrokken. Zij voelen zich gepasseerd in hun godsdienstige behoeften en in de kou gezet door de kerkelijke overheid en de plaatselijke kerkeraad, waarin liberale en vrijzinnige notabelen de dienst uitmaken met hun vroom klinkende, maar weinig rechtzinnige praatjes. Als, zoals boze tongen beweren, die valse profeten werkelijk denken dat ze verdere onrustin de gemeente kunnen voorkomen door uitgerekend hèm, Antonie Brummelkamp, in Hattem op de kansel te zetten, dan hebben ze 't lelijk mis. Hij zal ze eens een lesje leren...

Tegen de tijdgeest in Op 14 oktober a.s. is het precies 150 jaar geleden dat in een uithoek van het land, te Ulrum, de nog jonge dominee H. de Cockz'tch met 130 leden van zijn gemeente afscheidde van deofficiële Nederlands Hervormde Kerk. Een half jaartevoren was hij reeds geschorst ais predikant. Hij had zich herhaaldelijk verzet tegen het kerkelijk gezag én bleek niet bereid het boetekleed aan te trekken. De aanleiding tot dit alles lijkt betrekkelijk onschuldig; De Cock doopte kinderen van buiten de gemeente, bij hem gebracht door ouders die in de eigen kerk het,,ware Woord" niet meer hoorden verkondigen. De werkelijke oorzaak lag dieper en had zowel te maken met de nieuwe kerkorde die in 1816 van kracht werd, als met de frisse nieuwe tijdgeest die in de eerste helft van de vorige eeuw duchtig door het land begon te waaien. Een geest van optimisme, vooruitgangsgeloof, vertrouwen in eigen kunnen, tolerantie en harmonieuze eensgezindheid. Een gemoderniseerd, alomvattend protestants geloof zou het cement van de nieuwe samenleving moeten vormen. De,,malcontenten", aan wie een jonge generatie predikan-

334

Met een grimmige trek op z'n gezicht gaat hij verzitten en veegt met een bruusk gebaar het zweet van 't voorhoofd. Tevergeefs probeert hij zich dan weer te concentreren op z'n lectuur. Hij heeft nog een lange weg te gaan.

,,conservatieve verontrusten" dat voor een scheuring wel niet langer gevreesd zal hoeven worden. Een beetje geven, een beetje nemen... zo wordt de lieve vrede in de kerk wel bewaard. Men rekent daarmee echter buiten de waard.

Gewichtige redenen

P /''Il

Op 19 oktober 1834 wordt in Hattem een nieuwe predikant bevestigd. Het is de in Leiden theologisch geschoolde,,proponent"/Anfon/e6rum/77e//(amp, die net vijf dagen tevoren de leeftijd van 23 jaar heeft bereikt. Jong dus, maar bepaald geen,,nieuwlichter" naar ai spoedig blijken zal. Na een met geestdrift ontvangen proefpreek van de kandidaat, besluit de kerkeraad Brummelkamp een plaats te geven binnen het twaalftal ,,sollicitanten" waaruit een opvolger voor de naar elders beroepen Van den Broek zal worden gekozen. De kerkeraad doet dit op uitdrukkelijke wens van de gemeente en om ,,gewichtige redenen", en schroomt niet om een eerder geplaatste kandidaat daarvoor van de lijst af te voeren. Het kan haast niet anders of die ,,gewichtige redenen" behelzen het voorkómen van een kerkscheuring, waarvoor de kerkeraad met recht vreest. Tijdens de vacature blijkt de kerk namelijk ongewoon vol met volk dat anders wegblijft. In het anders opvallend lege godshuis trekken de waarnemende predikanten, die zonder uitzondering ,,recht in de leer" zijn, ook veel gelovigen van buiten Hattem aan, uit Wezep, Wapenveld en Zalk bij voorbeeld. Lieden die al veel langer afkerig zijn van de in hun ogen afgedwaalde, officiële kerk en zelf het heil zoeken in ,,gezelschappen" waar in huiselijke kring het Ware Woord nog wordt gehoord. De andere Hattemse predikant, Nauwman van der Roest,,,vrijzinnig" en dus zelf geen hinder ondervindend van een dergelijke toeloop, stelt voor het prachtige houtgesneden koorhek af te breken om ruimte te scheppen, hetgeen — uit kunsthistorisch oogpunt: gelukkig — niet gebeurt. Met het naar voren schuiven van Brummelkamp denkt de kerkeraad nu zoveel toe te geven aan die

\

De hervormde kerk te Hattem: voettocht van vijf a zes uur

ten zoals De Cock, Scholte en Brummelkamp stem gaven, zagen niets in die nieuwe tijdgeest, produkt van Franse revolutie en Verlichting. De Belgische opstand en de scheiding van de twee landen beschouwden zij als het bewijs dat God de menselijke hoogmoed straft. Zo mogelijk nog minder zagen zij in de nieuwe kerkorde waaraan de tijdgeest evenmin was voorbijgegaan. Die kerkorde — logisch vervolg op de vrijheid van godsdienst die in 1795 officieel geproclameerd werd en waarin sommigen toen al een,,onverschilligheid jegens de godsdienst" meenden te herkennen — voorzag weliswaar in een streng hiërarchisch georganiseerde kerkstructuur, maar had een grote mate van ,,leervrijheid" tot gevolg. Een grote grief der ontevredenen vormde het feit dat niet de kerk zelf, maar de koning (Willem I) dit reglement had vastgesteld. Men zag daarin een onduldbare vermenging van kerk en staat. Niet geheel ten onrechte, gezien de latere houding van Willem I ten opzicht van de afgescheidenen en de neiging bij kerkelijke machthebbers om de hulp van de wereldlijke arm in te roepen ten einde die,,vervloekte scheurmakers en separatisten" mores te leren. In de openlijk in de kerk gepreekte tolerantie zagen de ,,rechtzinnigen" voorts een aantasting van de aloude leerregels en belijdenisgeschriften die, kort na de Reformatie ontstaan, twee eeuwen lang officieel als enig richtsnoer hadden gegolden. Kenmerkend voor die nieuwe,,leervrijheid" in de hervormde kerk was, wat Donker Curtiusa\s

Laat-maar-waaien-tactieic

H. de Cock

vu-Magazine 13(1984) 9 oktober 1984

voorzitter van de generale synode een later afgescheiden predikanteenstoevoegde:„Prea'/7civafg/yw/7f,/aafons prediken wat wij willen, en gehoorzaam de wetten. "Maar zo'n tolerantie in één kerk wensten zij niet, gehoorzamenwilden zij niet. In godsdienstige zaken erkenden deze gereformeerden geen autoriteit boven zich; geen koning, geen paus, ja zelfs geen hiërarchisch kerkbestuur. Gehoorzaamheid aan de overheid hield op waar die aan het geweten begon. Bovendien werden die wetten opgelegd en gehandhaafd door dezelfde aristocratie die steeds de kerk geregeerd had en die het hun soms feitelijk onmogelijk maakte de eigen denkbeelden naar voren te brengen. Zij vormden immers de grote groep van „minbedeelden", ,,mingegoeden", de turfschippers, de keuterboeren, de knechten, die, afkomstig als zij waren uit de onaanzienlijke standen, aan het kerkelijk gebeuren in het geheel niet te pas kwamen. Of, zoals een kerkbestuurder het eens uitdrukte, ,,die in kennis door het stalvee nog werden overtroffen". En daarin lag dan de maatschappelijke achtergrond van de Afscheiding verborgen. Het geringe volk pikte 't eenvoudig niet dat dezelfde elite, die in staat en maatschappij de dienst uitmaakte, ook in de kerk, hün kerk, de lakens uitdeelde, daarin gesteund door een partijdige overheid. Formeel gezien gingen hun ambities niet verder dan het bewerkstelligen van een radicale terugkeer van de hervormde kerk tot de oude gereformeerde beginselen. Een op restauratie gerichte beweging dus. Uiteindelijk echter kwam hun streven in essentie neer op openlijk verzet tegen de vu-Magazine 13(1984) 9 ol<tober 1984

Nog geen twee maanden na Brummelkamps bevestiging als predikant schrikt de anders zo gezapige kerkeraadsvergadering, bijeen in het koor achter hek en kansel van het schilderachtige veertiende-eeuwse kerkje, op uit haar dommel. Op die vierde december deelt een laconieke Brummelkamp mee een eind te willen maken aan de gewoonte om kinderen te dopen van ,,niet-belijdende leden", of dit alleen dan te willen doen wanneer een meelevend kerklid getuige wil zijn. Het moet maar eens afgelopen zijn met die laat-maar-waaien-tactiek van een kerkelijke overheid voor wie ieder zieltje, hoe weinig ,,heilsbegerig" ook, er een is. Een verbouwereerde kerkeraad weet niets anders te doen dan een nietszeggend enerzijds-anderzijds besluitte nemen. De zaak gaat voor een halfjaar in de doofpot, waarschijnlijk ook omdat het aanbod van niet-belijdende maar wel dooplustige ouders in die periode gering zal zijn geweest. Ondergronds woedt een veenbrand verder. Wanneer in twee andere gevallen blijkt dat Brummelkamp de traditionele kerkelijke verordeningen serieus neemt, beseft de opgeschrikte kerkeraad eerst goed wie men met die dekselse Brummelkamp in huis heeft gehaald. Zo maakt een kerklid de kersverse dominee uit voor ,,dweper" en weigert hem dientengevolge op huisbezoek te ontvangen. Brummelkamp wil er werk van maken maar de kerkeraad trekt het hoofd tussen de schouders en zegt Brummelkamp de term dweper maar voor lief te nemen, net zoals zij zelf bereid is zich openlijk de beschuldiging te laten welgevallen ,,een dweper tot predikant beroepen te hebben". Wanneer Brummelkamps pad gekruist wordt door een ander gemeentelid dat,,bevonden was ergerlijk in de leer te zijn" en de volijverige zieleherder de

heersende politieke en sociale verhoudingen. Een sociaal en politiek conflict derhalve. De felle vervolging, de ontrechting en de klasse-justitie die uiteindelijk volgde op de Afscheiding - welke na Ulrum in tal van plaatsen in ons land een feit werd — mag gezien worden als het bewijs dat van bestuurlijke zijde in kerk en staat het conflict zéker werd beschouwd als een gevaarlijke revolutionaire oprisping van de lagere standen. Ze vormen tevens het bewijs dat de zo geprezen tolerantie aan die zijde nog niet diep geworteld was. Menigeen kan zich dan ook niet aan de indruk onttrekken ,, dat hier een 'klassestrijd 'van de bovenste plank aan de gang was", zoals Anne van der Meiden schrijft in „ Welzalig is het volk". Voor veel afgescheidenen is die vervolging mede aanleiding geweest om, in de loop van de vorige eeuw, massaal te emigreren naar de „Nieuwe Wereld", met name naar Amerika, waar men vandaag de dag de nazaten van deze „emiganten om des geloofs" nog gemakkelijk terugvindt. Pas na de erkenning van de afgescheidenen als zelfstandig kerkgenootschap — onderde, in vergelijking tot zijn vader, relatief coulante Willem II — keert de rust — voorlopig — weer en ebt het rumoer weg van een revolutie die door de „opstandigen" zelf uitdrukkelijk niet zo genoemd mocht worden, maar die daarvan nochtans de trekken overduidelijk vertoont. Het verhaal van de gebeurtenissen in Hattem, rond de persoon vanyAnfon/e Srumme/Zcamp, kan daarvan een illustratie zijn, ü

335

^^m^x

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's

VU Magazine 1984 - pagina 405

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's