GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 176

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 176

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

is met de op-een-na-laatste stelling. Is dat een serieuze stelling, een schertsstelling of een 'overgangsstelling'? De lezer oordele zelf aan de hand van de volgende tien, willekeurig gekozen opeen-na-laatste stellingen. Gedragstherapeutisch gezien is squash, behalve dat het een verslavend effect heeft op de patiënt, de beste methodiek tegen hyperactiviteit (F. C. Visser). Hoewel fruit geen vitamine B12 bevat, moeten de vruchten van een universitair transcobalamine II onderzoek toch geplukt kunnen worden door een vegetariërsbond (H. J. Porck). De in het tegenwoordige spraakgebruik in zwang gekomen betekenis van het woord optiek kan duiden op een beperkte visie ('/. W. Vredeveld). Radiatorwarmtemeters zijn niet geschikt om radiatorwarmte-afgifte te meten (P. Buma). Afgestudeerden in de fonetiek maken alleen een goede kans op de arbeidsmarkt als ze ook een grondige kennis hebben van spraaktechnologie (G. Bloolhoofi). Een verplicht periodiek educatief verlof kan een belangrijke bijdrage leveren aan de oplos-

sing van het werk- en werkeloosheidsprobleem (A. G. de Kok). Het door de Nederlandse regering genomen besluit inzake de plaatsing van kruisraketten, gelijkt sterk op de door weinig ouders aangehangen opvoedregel waarbij kinderen mogen wat naar hun zeggen andere kinderen mogen (f. E. Nijman). De systematische afsluiting van het Jeugdjournaal met 'Ik zie je morgen' draagt niet bij tot een heldere conceptuele ontwikkeling van kinderen fA/w./l. Kerkstra). Gezien de overheersende positie van de televisie ten opzichte van de radio, verdient het aanbeveling de naam 'Nederlandse Omroep Stichting' te wijzigen in 'Nederlandse Televisie Stichting' (Mw. R. J. M. Somsen). Wie — b.v. op feministische gronden — geïrriteerd raakt vanwege de noodzaak het Nederlandse woord 'mens' in het Engels door 'man' te vertaleji, doet er goed aan zijn of haar taai-purisme te toetsen aan het resultaat van een vergelijk tussen de 'vrouwelijkheid' van de 'iron lady' en de 'menselijkheid' van haar Nederlandse ambtgenoot (J. W. I. Tamboer).

Rapportage wetenschappelijk onderzoek In september 1982 is de Wetenschapswinkel VU officieel van start gegaan. De wetenschapswinkel is opgericht om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek toegankelijk te maken voor diegenen die onvoldoende middelen hebben zelf onderzoek te laten verrichten. Inmiddels heeft de 'Wewi' al meer dan 200 vragen te verwerken gekregen. Soms hebben die vragen een encyclopedisch karakter. Dan kan na een klein literatuuronderzoek het antwoord gegeven worden. Vaak echter is het antwoord niet direct voorhanden en moet een onderzoek worden uitgevoerd om de gewenste informatie te verkrijgen. In veel gevallen wordt dergelijk onderzoek verricht door studenten onder begeleiding van ervaren onderzoekers. In het eerste kwartaal van 1985 trokken twee Wewi-onderzoeken meer dan gewone belangstelling: een onderzoek naar de mogelijkheid van een sneltram tussen Hilversum en Almere en een onderzoek naar de afhankelijkheid van Nederland van

10

landbouwgrond in het buitenland.

Sneltram De werkgroep Sneltram Gooi en Vechtstreek legde aan de wetenschapswinkel een vraag voor betreffende de prognose van het reizigersaanbod voor een mogelijke sneltram Hilversum-Almere. De student F. M. van der Mey analyseerde daartoe de vijf bestaande studies waarin vervoerstroomramingen gegeven worden voor de regio Gooi/Nieuwe Land. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport Vervoersprognoses sneltram Hihersum-A Imere. De conclusie van het onderzoek is dat de voorlopige beslissing van de minister van Verkeer en Waterstaat over een sneltramverbinding herzien moet worden. Zij besloot namelijk geen nadere studie uit te voeren naar de mogelijkheid van die verbinding. Volgens Van der Mey is de prognose waarop deze afwijzing berust, onvolledig en aanvechtbaar, zeker voor het traject Hilversum-Huizen. Op korte en

middellange termijn lijkt een sneltramverbinding tussen Huizen en Almere via de Stichtse brug niet verantwoord. Daarvoor zijn de verwachte vervoerstromen te laag. Heel anders Uggen de zaken echter voor een verbinding tussen Hilversum en Huizen. De verwachting lijkt gerechtvaardigd dat hiervoor wel een voldoende reizigersaanbod zal bestaan. In het rapport van de wetenschapswinkel wordt bepleit dat een nadere studie wordt uitgevoerd naar de mogelijkheid van een sneltram tussen Hilversum en Huizen. Daarbij zou dan ook aandacht geschonken moeten worden aan factoren als de betekenis van de sneltram voor de regio, de uitstrahngseffecten ervan en de belasting van het milieu.

Landbouwgrond Uit Amerikaanse cijfers was reeds bekend dat de Westerse landen voor hun voeding, grondstoffen en kleding in belangrijke mate afhankelijk zijn van gronden in andere landen. Op verzoek van De Kleine Aarde heeft de wetenschapswinkel onderzocht hoe het gesteld is met het Nederlandse grondgebruik in het buitenland. Dit onderzoek is uitgevoerd door de student H. S. J. Rietveld; de resultaten ervan staan in het rapport Landgebruik door Nederland. Het blijkt dat bij het huidige consumptiepatroon Nederland op het punt van zijn voedselvoorziening erg afhankelijk is van import. In ons land is per inwoner circa 0,14 hectare landbouwgrond beschikbaar. Alleen al voor zijn huidige consumptie heeft de Nederlander wel twee tot drie maal zoveel land nodig. Worden ook de Nederlandse exportactiviteiten in rekening gebracht, dan blijkt het totale beslag op landbouwgrond wel zeven tot acht maal het Nederlands landbouwareaal te bedragen. Daarmee legt de Nederlander beslag op meer dan tweemaal zoveel landbouwgrond als er per wereldbewoner beschikbaar is. De oorzaken van onze afhankelijkheid van buitenlandse landbouwgronden zijn vooral gelegen bij de veeteelt en veeteeltprodukten. De Nederlandse veeteelt en dus ook onze vleesexport, staat of valt met de import van veevoeder op zeer grote schaal. Uit landbouwkringen worden wel beweringen gehoord als zou Nederland op voedingsgebied zelfvoorzienend zijn. Het onderzoek van Rietveld toont duidelijk aan dat daarvan in het geheel geen sprake is.

Bodemverontreiniging Het Instituut voor Milieuvraagstukken van de VU heeft samen met het NIMA WO in Den Haag een onderzoek uitgevoerd naar de psychosociale aspecten van bodemverontreiniging. Dit onderzoek vond plaats in opdracht van de minister van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Miheubeheer. Doel ervan was aanbevelingen te formuleren voor het optreden van overheden met het oog op de belangen van bewoners die geconfronteerd worden met bodemverontreiniging. Het onderzoek is uitgevoerd in Maassluis, Stein, Hengelo en Stadskanaal, vier gemeenten waar ernstige bodemverontreiniging was geconstateerd. Op basis van de onderzoeksresultaten kon een aantal aanbeveüngen aan de minister worden gedaan. Deze zijn neergelegd in een hoofdrapport en hebben betrekking op voorlichting, bewonersparticipatie en hulpverlening. In vijf deelrapporten zijn de resultaten van het onderzoek gedetailleerd uitgewerkt. Het Instituut voor Milieuvraagstukken voerde twee deelonderzoeken uit. Deze zijn beschreven in de rapporten Ervaringen van bewoners met bodemverontreiniging en Vier confrontaties van bewoners met bodemverontreiniging: Overheidservaringen en schriftelijke voorlichting (door J. de Boer, resp. B. HoefnagelenJ. C. van der Wouden). Gebleken is dat bij bewoners die met bodemverontreiniging worden geconfronteerd, het overheidsoptreden meer emoties oproept dan de verontreiniging als zodanig. Het vertrouwen van bewoners in oplossingen door maatregelen van de overheid is gering. Vaak veronderstellen bewoners dat hun bepaalde informatie wordt onthouden. Hun belangrijkste wensen zijn: meer openheid, een snellere aanpak en het aanvaarden van verantwoordelijkheid voor schade door de overheid. Daarnaast kwam naar voren dat overheden vaak niet weten hoe ze met de bewoners om moeten gaan. In veel gevallen schiet de overheidsvoorüchting te kort. Eerzijds speelt de overheid net in op de behoefte aan informatie bij de bewoners. Anderzijds doen overheidsvertegenwoordigers in de pers tegenstrijdige uitspraken over de ernst van de verontreiniging en de wijze van aanpak. Ook aan kritiek van bewoners wordt voorbijgegaan. Dit alles versterkt het wantrouwen van de betrokken bewoners jegens de overheid en belemmert de uitvoering van de Interimwet bodemsanering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 176

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's