GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 434

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 434

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

4. Uit het Surinaams maandblad Dharm-Prakash

monie uit te laten voeren is een ruimte nodig die groot genoeg is om twee families, liefst uitgebreid met de overzeese familieleden, te bevatten. Ook kan een offerplechtigheid met de daarbij behorende vuuroffers onmogelijk thuis plaatsvinden. Zo heeft destijds de traditionele crematie de nodige moeilijkheden opgeleverd. De langdurige rituelen en de aanwezigheid van de familie bij de feitelijke verbranding stuitten op bezwaren van de kant van de crematoria. Men heeft voor al deze gelegenheden gewijde ruimten nodig in de woonomgeving van de Hindostanen. Hiertoe heeft men overal in den lande stichtingen in het leven geroepen, met als overkoepelende organisatie de welzijnsstichting Lalla Rookh, genoemd naar het schip dat in 1873 de eerste groep contractarbeiders in Paramaribo aan wal bracht. Al die stichtingen hebben religieuze of sociaal-culturele doeleinden in hun vaandel staan, waartoe ze fondsen trachten te werven via overheidssubsidie en dergelijke. De stichtingen zijn vaak opgericht op initiatief van een bepaalde groep of familie, hebben veelal een informele organisatie en zijn vaak te veel op eigen houtje bezig. Voor de buitenstaander die een 'kerkelijke' organisatie gewend is, vormt zo'n warwinkel van stichtingen een teken van zwakte. De bestendigheid van een religie zonder een duidelijke formele organisatie in een migratie-situatie met alle sociale spanningen van dien kan gemakkelijk in twijfel getrokken worden. Synode Toch gaat een dergelijke gedachtengang voorbij aan het karakter van het Hindoeïsme, dat, zoals we zagen, vooral een Brahmaanse religie is, die georganiseerd is op basis van individuele relaties tussen Brahmaanse pandits en niet-Brahmaanse leken. De pogingen van de landelijke stichting Lalla Rookh om als een soort synode de strevingen van de vele stichtingen te coördineren mag in dit verband als een nieuwe ontwikkeling toegejuicht worden, maar of die pogingen succes zullen hebben moet nog maar worden afgewacht: daarvoor heeft deze stichting in de ogen van bepaal354

de Hindostaande groepen te veel van haar geloofwaardigheid ingeboet. Opgericht in 1975 met als doel de behartiging van het welzijn en de belangen van de Hindostaanse bevolkingsgroep, is deze landelijke stichting van meet af aan een machtsfactor van belang geweest. Toen rond 1975 de Hindostanen massaal Nederland binnenkwamen, had de overheid behoefte aan officiële vertegenwoordigers en bemiddelaars uit Hindostaanse kringen, met name ter ondersteuning van het omstreden spreidingsbeleid. Uit interviews met betrokkenen blijkt dat het ontstaan van een welzijnsorganisatie voor Hindostanen voornamelijk uit deze behoefte van de overheid voortkwam. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist deze soort categoriale welzijnsstichtingen vooraanstaande Hindostanen de kans bieden een opstapje naar een politieke carrière te maken. Maar dit terzijde. Een even goede zaak is in elk geval, dat Lalla Rookh naar buiten toe de strijd opneemt voor het religieus voortbestaan van de Hindostanengemeenschap als geheel. In het verlangen van Lalla Rookh naar erkenning van de Hindostaanse etnische en culturele identiteit wordt de religie nogal in een politiek-ideologisch vlak getrokken, en dat niet zonder reden, want met name in het minderhedenbeleid van de huidige regering blijkt religie een nogal gevoelig punt te zijn. Brandgevaar Het rapport "Religieuze Voorzieningen voor Etnische Minderheden in Nederland" van de "Commissie Waardenburg", uitgebracht in 1983, is daarvan een voorbeeld. Hierin wordt de overheid nadrukkelijk gewezen op zijn plicht om de — door de Grondwet gegarandeerde — uitoefening van de godsdienstplichten van de religieuze minderheden daadwerkelijk mogelijk te maken, door de bouw van religieuze ruimten te subsidiëren. Gesteund door dit rapport is de stichting Lalla Rookh op haar 'religieuze strepen' gaan staan door de overheid op alle manieren op deze verplichting te wijzen. Het is bekend dat vooral het CDA de religieuze claims van de minderheden nogal eens wil honoreren. Tot nu toe is om diverse redenen de Islam-lobby zeer succesvol geweest, gezien de aparte subsi-

dieregeling voor gebedsruimten voor Moslims. Ook de recente bouw van een moskee in de Amsterdamse Bijlmermeer is onder andere mogelijk gemaakt door financiële steun van de plaatselijke overheid. De omstandigheid dat er in 1986 gemeenteraadsverkiezingen zullen zijn, waarvoor ook vertegenwoordigers van de etnische minderheden zich kandidaat hebben gesteld, zet de religieuze verlangens van de minderheden extra kracht bij. Hoe krachtig ook de claims naar de overheid verwoord zullen worden, het feit blijft dat de toekomst van het Surinaamse Hindoeïsme in Nederland in de eerste plaats zal afhangen van de mate waarin de Hindostanen zélf hun religieuze claims waar kunnen maken. Dat is afhankelijk van een stel voorwaarden waarvan wij er al enkele hebben genoemd, namelijk die met betrekking tot de priesters, de leiders en de jongere generaties. Anderzijds moet ook aan externe voorwaarden worden voldaan. In het moeizame inpassingsproces stuiten de Hindostanen maar al te vaak op onbegrip, wantrouwen en vooroordeel waar het hun religie betreft, ook van de kant van de Christenen. Nu deze tweede niet-Christelijke godsdienst zó goed vertegenwoordigd is binnen onze grenzen — een vergelijkbare situatie doet zich in Europa alleen maar voor in het Verenigd Koninkrijk — mag die religie van ons ook verlangen serieus bestudeerd en voor vol aangezien te worden. De Islam in Nederland kent reeds zijn pleitbezorgers uit Christelijke kring. Het wordt tijd dat wij in het Hindoeïsme ook iets meer zien dan milieuvervuiling of brandgevaar. D Drs. C. J. G. van der Burg is verbonden aan het Instituut voor Godsdienstwetenschappen van de Vrije Universiteit voor de religies van Zuid-Azië en hun talen. Hij doet met name onderzoek naar het moderne Hindoeïsme binnen en buiten India.

Niet Hahn maar Tjeerd Bottema In een onderschrift van een illustratie bij het artikel ,,De mannen achter De Standaard", in het nummer van VU-magazine van 8 september 1985 wordt bij een tekening van Albert Hahn gezegd, dat deze tekenaar ook een vignet voor de RVS heeft getekend. De opgeheven wandelstok zou daarvan getuigen. Het reclamevignet voor de RVS is echter niet door Hahn getekend, maar door Tjeerd Bottema. U kunt dit lezen op pagina 46 van het door hem geschreven boek ,,Mijn leven". Hillegom L. v.d. Beid

VU-magazine 14e jaargang nr. 9 oktober 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 434

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's