GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 76

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 76

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Iedereen, die er verstand van heeft, zegt dat het nogvéél erger gaat worden. En dat er wel eens een tijd kon komen waarin filmers hun beelden van stervende hongerigen aan de straatstenen niet meer kwijtraken omdat de tv-stations oordelen dat deze geen nieuws meer vormen of omdat het publiek zich van dit soort taferelen afwendt. En dat er geen verpleegsters en dokters meer gevonden kunnen worden die bereid zijn de rol van "selectie-arts in Auschwitz" te spelen. En dat er groeiende "vraag" zal komen naar ethici, die ons uitleggen dat het laten sterven van miljoenen paupers moreel juist geboden is om een levenskans te bieden aan de rest van de mensheid, al dienen humanere methoden gevonden te worden dan de hongerdood want dat is een zeer pijnlijke manier van sterven. Dat laatste werd terloops opgemerkt in een artsenforum tijdens de Eén-voor-Afrika-actie. "Noodhulp of structurele hulp" was het vraagstuk dat de interviewer had willen aansnijden met enkele medici met praktijkervaring in de Derde Wereld, maar wat ter tafel kwam, was zo gruwelijk dat hij er duidelijk niet goed raad mee wist in de sfeer van een nationale geldinzamelingsactie. Een van de artsen gewaagde van gevoelens van boosheid als hij die lange rijen hulpbehoevenden weer zag. Als arts krijg je op je nek wat er maatschappelijk fout zit, "Jij mag opdraaien voor de ellende die maatschappelijk veroorzaakt is. Je kunt dat niet en je mag dat ook niet kunnen. En dat betekent niet alleen hulpverlenend werken maar andere mensen in Nederland en in de Derde Wereld te laten zien dat honger een kwestie is van economische relaties, van machtsrelaties. Dat daar iets moetveranderen." En een andere arts zei: "95 % van de problematiek daar is economisch en politiek. Er is genoeg eten om ons allemaal te voeden. Waarom laten we 't zover komen dat er weer 'n groep verhongerd is? Waarom moeten ze in Afrika uithongeren tot 't vel over de botten zit voordat ze op onze tv-buizen verschijnen?" Voorspeld werd dat het over tien jaar in dat gebied zeker weer zo zal zijn als er structureel niets verandert in de wereld. En over de selectie-problematiek ("wie mag blijven leven en wie niet") werd opgemerkt dat we er in Nederland eens over moeten gaan nadenken dat we die beslissing hier in Nederland óók moeten nemen. "Willen we reageerbuisbaby's?" Hoeveel duizenden kinderen in Afrika kunnen niet gered worden voor de kosten die soms voor één kind in Nederland worden gemaakt. Een VU-gynaecoloog zei jaren geleden al dat dat hem steeds meer dwars begon te zitten: de gigantische kosten, die hier gemaakt worden om één te vroeg geboren baby, soms geestelijk of lichamelijk gehandicapt, te redden terwijl met voor dat bedrag een paar uur vliegen hier vandaan... "We moeten bewuster gaan afwegen", zei een van de artsen in hettv-forum. "Vijf miljoen kinderen per jaar sterven een pijnlijke dood. (...) Laat deze actie niet worden tot een masker dat de problematiek bedekt, maar tot een actie die de problematiek duidelijker op tafel legt."

Schande Isdatook gebeurd? Eengezindheid over het doel van de actie: zovéél mogelijk geld ophalen, liet weinig ruimte voor een scherpe politieke discussie, "Want dat wij hier vandaag zo met elkaar staan, is natuurlijk een regelrech- ^ te schande", zei de cabaretier Freek de Jonge in ^ Groningen, "omdat als wij de ontwikkelingshulp 2 a S 58

Melp'' Er '5^^^^ P'^^^^ ^^^^ Wereen 9 /

Cartoon van Arend van Dam uit VUmagazine april 1976 naar aanleiding van het gepraat over de door sommigen onafwendbaar geachte "politiek van triage" (het afschrijven van grote aantallen mensen in hongergebieden). Prof.Linneman bestreed dit soort gedachten op ethische en wetenI schappelijke I gronden. Ér is voedsel genoeg; het punt Is of de rijke mens bereid Is wijzigingen van de internationale eponomische orde te accepteren

"^tf ]^e zitten vol // "Eén voor Afrika". Maar hoe één is Nederland als het erom gaat wezenlijke veranderingen in de internationale economische orde te accepteren?

3 % verhogen dan hoeven we deze hele flauwekul niet uit te halen met mekaar, begrijp je wel. " Het applaus en gefluit op deze opmerking werd snel weggedraaid. "Ik weet niet of iedereen de stand al weet, maar die is intussen 27 miljoen", meldde Mies opgetogen. Alle bewustwordingsactiviteiten ten spijt lijkt Nederland weer bij "af" te zitten, in de sfeer van de jaren vijftig en zestig met acties als "eten voor India" en simpele gedachten over de hoogte van de Nederlandse ontwikkelingshulp. "Verzadigd van degrote woorden en technocraten of ideologen wendt men zich naar de simpele werkelijkheid, om daar dezelfde beelden voorgeschoteld te krijgen als vijfentwintig jaar geleden: doodgehongerd vee, verdorde gewassen of overstroomde dorpen, bolbuikige kindertjes met grote ogen die in het niets staren, wanhopige vrouwen, en natuurlijk ook wat culturele merkwaardigheden", schetste Cebemomedewerker dr. Jaap van Soest al in het maart-nummer vorige jaar van de Internationale Spectator de kloof tussen het grote publiek en het kleine circuit van deskundigen, actiegroepen en landencomité's dat zichsindsjaarendagmetontwikkelingsproblematiek bezighoudt. Vertwijfeld menen sommigen zelfs dat Nederland in mevrouw Eegje Schoo een minister van Ontwikkelingssamenwerking heeft, die minder ver in haar analyse is dan wat enkele jongelui decennia geleden al bedachten. In het juni-nummer van Onze Wereld schrijftdejournalist Jan van der Putten, Latijns-Amerika-specialist: "Twintig jaar geleden kwamen we bij ons studentenblad op het idee een speciaal nummer te maken over een onderwerp dat snel stijgende was in de publieke belangstelling en misschien zelfs ook studenten zou interesseren: ontwikkelingshulp. We maakten inderdaad een best wel aardig nummer. Maar onze structurele analyse van het onderontwikkelingsvraagstuk kwam nauwelijks verder dan de constatering dat de Derde Wereld weinig geld krijgt voor zijn uitgevoerde grondstoffen en veel geld moet betalen voor zijn ingevoerde produkten. Ter oplossing van de ontwikkelingsproblematiek pleitten wij voor een steeds verdere opvoering van het aan ontwikkelingshulp te besteden percentage van het nationaal inkomen. Twintig jaar verder blijkt Eegje Schoo nog lang niet zover te zijn als wij met onze gebrekkige analyse van toen."

Buru teruggekeerde ex-politieke gevangenen bijeengetrommeld waren. Iedereen kreeg 20.000 rupiah (ƒ 80,-) in het handje om de eerste weken vrijheid zonder honger door te komen. Zelden zag ik Nederlands belastinggeld zo recht-toe-recht-aan besteed. Maar de van deze gelduitdeling gemaakte foto mag niet gelden als illustratie voor de besteding van de 4,5 miljard, die op de begroting van Ontwikkelingssamenwerking staat, hoe hardnekkig het publiek dat ook wil blijven geloven. Al in 1969 zegt Udink, een van de voorgangers van minister Schoo, het ronduit: "Indien men zich in de internationale economie verliest in fraaie termen zoals 'hulp' of 'bijstand', dan probeert men zich voor de gek te houden. " Hij noemt het bedrag dat op zijn begroting staat gewoon een "werkgelegenheidsinstrument", zeg maar: steun aan het Nederlandse bedrijfsleven. Dit in een poging om het gemor van rechts wat te doen afnemen tegen 'de steeds stijgende bedragen voor zijn departement. Het is "voor ons als rijke landen in ons eigen — ik zou zeggen: egoïstische — belang dat die kapitaalsstroom over de gehele aarde uitvloeit zonder telkens en onderalhinderpalen te ontmoeten", probeerde hij het op eigen baat bedachte, maar slecht geïnformeerde, deel der natie gerust te stellen. Maar het hielp allemaal geen zier. Hardnekkig hield de publieke opinie vast aan het beeld van Nederland als weldoener. Als de Nationale Commissie Ontwikkelingsstrategie (de commissie-Claus) in de zomer van 1971 een onderzoek laat uitvoeren naar wat het Nederlandse volk dénkt dat er gebeurt, blijkt de natie overwegend te menen dat charitatieve en morele overwegingen

Exportbevordering Zijn commentaar sloeg op de "Herijkingsnota" waarin exportbevordering wordt gepresenteerd als "ontwikkelingshulp". Dat leek hem een mooi voorbeeld van Orwelliaanse nieuwspraak. Het terrein is trouwens sinds mensenheugenis aan dit verschijnsel onderhevig, al lukt het niet elke term in het spraakgebruik ingang te doen vinden: "Ontwikkelingssamenwerking?" Voor het grote publiek is mevrouw Schoo minister van Ontwikkelingshulp wat er ook op het briefhoofd van haar departement mag staan en hoe breed het vage vermoeden ook mogen leven dat dit ministerie zich niet zozeer bezighoudt met het overmaken van girootjes naar arme sloebers in de Derde Wereld. Eenmaal kon ik jaren geleden een foto maken die wel een beetje aan dit beeld beantwoordde: een Nederlandse vertegenwoordiger van een mede-financieringsorganisatie begaf zich met een tas vol geld naar een schoollokaaltje op midden-Java waar zojuist uit vu-Magazine 14 (1985) 2 februari 1985

Eegje Schoo, Nederlands minister voor ontwikkelingssamenwerking (ANP)

de Staat der Nederlanden drijven in het doen aan ontwikkelingssamenwerking. Slechts een kwart veronderstelt dat Nederland het (ook) doet om er zélf beter van te worden. En een nog geringer percentage (4 %) acht dit een motief dat hen aanspreekt. De meeste Nederlanders wensen de zaak echter anders te zien. Mooier. Nobeler. Rond het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking hangt een geur van heiligheid, die bedorven zou worden wanneer de hele zaak werd herdoopt tot "Ministerie van Exportbevordering", zoals na de Herijkingsnota hier en daar al schamper werd voorgesteld of (grimmiger) een "ministerievan Neo-Koloniale Zaken". Prof. dr. L. J. Emmerij, gedoodverfde kandidaat van de PvdA voor dit ministerie, stelt voor om er een departement van "Internationale Economische Be-

59

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 76

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's