GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 22

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 22

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

aan het'denken gezet. Wat dat betreft ben ik er met open ogen ingetuind. Zeker in die tijd was er weinig informatie beschikbaar over alcoholisme, in tegenstelling tot de grote hoeveelheid informatie over drugs. Want wat ik als zeventienjarige wél had gelezen waren allerhande boeken over verdovende middelen en de risico 's daarvan. Daarom ben ik ook nooit aan de heroïne begonnen. Daar wilde ik m'n vingers niet aan branden. Die gevaren kende ik wel. Maar wat wist ik nou over alcohol?! Natuurlijk had ik wel eens verhalen gehoord over drankzuchtige types die in de goot lagen. Maar dat was zo vervan m'n bed. Dat mijn grootvader alcoholist was wist ik dus wel. Maar je denkt er niet bij na dat iemand van achtentwintig ook al verslaafd kan raken aan de drank. Ik heb me vaak afgevraagd waaróm ik nou juist die alcoholroes zo lekker vind; waaróm ik zo verzot ben op dat effect van drank. Ik ben namelijk niet 't type dat aan de bar banale grappen gaat staan maken of mensen in de billen knijpt. Ik was op zoek naarde kick die 't spul geeft, 't 'hig h-zijn'. Op m'n vijftiende vond ik 't leven niet bepaald leuk. Hoe komt dat? Voor mijn gevoel is dat terug te voeren op traumatische ervaringen en angsten uit mijn eerste levensjaren. Het, vroegtijdig overlijden van mijn moeder die ernstig ziek was, een gestoorde stiefmoederdie me dwars zat en kleineerde waar ze maar kon. Dat heeft bij mij ontegenzeggelijk tot wrok geleid. Daar komen ook nogal wat angsten bij. Ik heb een paar fobieën. Pas na diep spitten, tijdens de tweede opname, kwamen die naar boven en bleken de plaatjes ineens te kloppen.

Ik ben als klein kind zwaar astmatisch geweest. Het staat me nog heel goed bij hoe Ik als klein kereltje, dat amper kon praten, rechtop in m'n bed zat, denkend dat ik doodging. Dat soort gebeurtenissen wordt volgens mij onuitwisbaar in de hersenen geregistreerd. Verder ben ik als klein jongetje eens voor een ontsteking behandeld in een ziekenhuis, zónder verdoving. Ik kan me die verschrikkelijke pijn nog heel levendig voor de geest halen. Die heeft me nog jarenlang achtervolgd. Ik heb daar in ieder geval een ongrijpbare, paniekerige angst voor medische ingrepen aan overgehouden. Ik kan dat nu pas verklaren en daardoor achteraf ook wel relativeren. Maar 't betekent nog niet dat daarmee ook het probleem verdwenen is. Kijk, bewust zijn dat voor mij nooit redenen geweest om te gaan drinken. Onbewust verklaart 't misschien waarom ik steeds op zoek was naar die roes, die 'kick' van de drank, een stukje rust en tevredenheid waardoor de wereld ineens veel prettiger in elkaar leek te zitten. Léék, want 't effect is natuurlijk van korte duur. En je hebt steeds meer nodig om datzelfde effect te bereiken. Ik zeg er eerlijk bij datje dit soort verklaringen weleen beetje moet wantrouwen. Alcoholisten kunnen namelijk uitstekend hun probleem op zo'n manier verklaren dat de oorzaken buiten hun eigen verantwoordelijkheid komen te liggen. Dan hoeven ze de schuld niet bij zich zelf te zoeken, maar bij anderen en bij de omstandigheden. Dat is dan vaak ookweer een reden om gewoon door te gaan met stevig innemen. "

Nageslacht Overmatig alcoholgebruik kan op den duur een aantal levensgevaarlijke aandoeningen van vitale organen bewerkstelligen. Die van de lever, immers het belangrijkste orgaan bij de afbraak van het giftige ethanol, zijn 't bekendst. In oplopende gradatie zijn dat: vervetting van de lever, leverontsteking (hepatitis) en levercirrose, w/aarbij een groot deel van de levercellen in een onomkeerbaar proces zijn omgezet in bindweefsel. Herstel van een door cirrose aangetaste lever is vrijwel uitgesloten. De kans om met deze aandoening nog vijf jaar in leven te blijven ligt rond de vijftig procent, althans wanneer men stopt met drinken. Doet men dat niet dan loopt die overlevingskans terug tot dertig procent en bij complicaties zelfs tot twintig procent. Andere deskundigen menen echter dat, in geval van cirrose, stoppen met drinken geen zin meer heeft: onthouding zou dan als gevolg van de gewenning van de lever aan alcohol, de kans op leverkanker doen toenemen. Het bekende verhaal — niet zelden als excuus gebruikt door stevige drinkers — dat alcohol, als gevolg van een vaatverwijdende werking, goed zou zijn voor hart en bloedvaten is slechts ten dele waar. Bij een gemiddelde van één, maximaal twee glazen per dag^ neemt de kans op een hartinfarct inderdaad iets af. Wat dat betreft is de traditionele Bolsreclame: 'Eiken dag een g/aas/e'wellicht zo gek nog niet. Echter, al bij een gemiddelde van drie glazen perdag zal de bloeddruk stijgen, terwijl bij chronisch excessief gebruik beschadigingen aan de hartspier en hartritmestoornissen de consequentie kunnen zijn. Langdurig overmatig alcoholgebruik kan ook het zenuwstelsel veelal onherstelbaar aantasten, met chronische uitval van hersenfuncties en definitief verlies van hersenweefsel als direct gevolg en epilepVU-Magazine 14(1985) 1 januari 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's