GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 32

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

is uniek voor Nederland. Zijn leeropdracht behelst het onderwijs in de maatschappelijke aspecten van de wiskunde en natuurwetenschappen. In zijn oratie Het voordeel van de twijfel wees prof Tuininga op de toenemende kritiek vanuit de samenleving op de penetratie van wetenschap en technologie in onze cultuur; ook natuurwetenschappers zelf hebben twijfels of die invloed niet te ver is doorgeschoten. Prof Tuininga concludeert dat wetenschap en technologie meer aangepast moeten worden en dat er twijfel moet zijn aan de autonome ontwikkeling ervan: wetenschap en technologie moeten mensenwerk blijven. Prof. dr. J. A. Aertsen, hoogleraar in de middeleeuwse wijsbegeerte en moderne Rooms-KathoHeke wijsbegeerte aan de Centrale Interfaculteit, aanvaardde zijn ambt op 9 november. Hij hield daarbij een voordracht over de definitie van waarheid als 'overeenstemming van ding en verstand', getiteld Middeleeuwse beschouwingen over waarheid. Daarin toonde hij aan dat de kritiek op deze formulering in hedendaagse discussies over waarheid de oorspronkelijke zin van deze definitie niet gegrepen heeft. In de maand september namen

twee hoogleraren afscheid van de VU. Prof. dr. P. A. Roukema gaf op 27 september zijn afscheidscollege als hoogleraar in de biochemie van de mondholte aan de Subfaculteit der Tandheelkunde. In zijn voordracht, die tot titel had Het secreet, dat speeksel heet, gaf hij een overzicht van de vorderingen die in de laatste ISjaar gemaakt zijn in het speekselonderzoek. Op 28 september nam prof. mr. I. A. Diepenhorst afscheid als hoogleraar in de algemene staatsleer en parlementaire geschiedenis. Bijna 40 jaar was hij hoogleraar aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de VU. In zijn afscheidscollege Rekenschap gaf prof. Diepenhorst rekenschap van zijn opvattingen ten aanzien van de universiteit in het algemeen, de VU en haar Juridische Faculteit. Prof. dr. M. W. Hesiinga, hoogleraar in de sociale geografie, in het bijzonder de historische geografie en de geschiedenis der geografische wetenschappen, nam afscheid op 12 oktober. Zijn afscheidscollege handelde over 'Regionalisme'. Dwalingen was de titel van het afscheidscollege van prof. dr. C. Pearce. Op 23 november trad hij af als hoogleraar in de anesthesiologie aan de Faculteit der Geneeskunde.

Promoties De VU sloot hetjaar 1984 af met een recordaantal van 90 promoties. Ondanks een wat trage start — in het eerste kwartaal vonden slechts 9 promoties plaats — kon een groter aantal doctorsbullen worden uitgereikt dan ooit tevoren. Daarbij spande de rriaand juni de kroon met niet minder dan 21 promoties. De verdeling over de faculteiten vertoont het volgende beeld (tussen haakjes staan de getallen voor 1983): godgeleerdheid 8(1) rechtsgeleerdheid 3 ( 1) geneeskunde 24 (20) wiskunde en natuurwetenschappen 34 (31) letteren 3 ( 4) economische wetenschappen 6(2) sociale wetenschappen 8(13) wijsbegeerte 4 ( 2) De meeste faculteiten laten een stijging ten opzichte van 1983 zien in het aantal verdedigde proefschriften. Opvallend daarbij is vooral de toename van het aantal promoties bij godgeleerdheid. Het aantal vrouwen onder de gepromoveerden nam nauwe10

lijks toe: in 1984 waren dat er 10 (uit 90), tegen 7 (uit 74) in het jaar daarvoor.

Kunstgebit Ruim 3 miljoen Nederlanders dragen een kunstgebit. Naar schatting ongeveer een kwart van hen heeft problemen met dat kunstgebit. De meest voorkomende klacht is: 'de prothese zit niet vast.' Vooral in de onderkaak is het voor de tandarts erg moeilijk om nog houvast voor het kunstgebit te vinden, als na het trekken van de tanden en de kiezen de kaak ernstig is geslonken. Al eeuwenlang is gepoogd tanden en kiezen te vervangen door allerlei kunstmatige implantaten. Gebleken is echter dat implantaten meestal niet gedurende langere tijd hun functie kunnen bhjven vervullen. Dat komt voornamelijk doordat de implantaten hun houvast in het kaakbot verliezen, waardoor ze los gaan staan en ten slotte verloren gaan. Voor het functioneren van een implantaat is het gedrag van de harde weefsels

(bot) en zachte weefsels (tandvlees) minstens zo belangrijk als in het geval van een natuurlijke tand. In zijn dissertatie Permucosal dental implants of dense hydroxylapatite houdt C. de Putter zich bezig met de toepassing van Calciumhydroxylapatiet als tandvervangend implantaat. Dit keramisch materiaal werd op de Vrije Universiteit ontwikkeld. Bekend was al dat het kan vergroeien met het kaakbot. De Putter beschrijft in zijn proefschrift hoe bij proefdieren werd onderzocht of deze verbinding sterk genoeg was om kauwkrachten te weerstaan, hoe het tandvlees zich gedroeg en hoe het materiaal zelf functioneerde. De resultaten voor klinische toepassing bij patiënten lijken veelbelovend. Daarbij moet vooral gedacht worden aan de toepassingen gericht op het vinden van extra houvast voor gebitsprothesen en andere prothetisch tandheelkundige voorzieningen. Groninger godgeleerden In 1835, ongeveer eenjaar na de Afscheiding, richtte een aantal bevriende theologen uit de stad Groningen en omgeving een theologisch gezelschap op. Vervolgens presenteerden zij zich in 1837 met een eigen tijdschrift 'Waarheid in Liefde' aan het beschaafde deel der Nederlandse bevolking. Tot de kring behoorden de drie hoogleraren van de Groningse theologische faculteit, J. F. van Oordt, P. Hofstede de Groot en L. G. Parreau. Sinds de verschijning van 'Waarheid in Liefde' werden deze theologen steeds bekender en wonnen hun gedachten, die vooral boeiden door een warme Christus-beschouwing, aan invloed in de Hervormde kerk. Zij verkregen hun grootste bekendheid toen Groen van Prinsterer c.s. in 1842 en 1843 twee acties ondernamen om de invloed te keren van deze door hen als Groninger school betitelde beweging, In zijn proefschrift De Groninger godgeleerden beschrijft J. Vree de oorsprongen en de eerste periode van deze beweging. Zijn onderzoek bestrijkt het tijdvak dat begint met de studiejaren van de Groninger godgeleerden rond 1820 en eindigt bij het hoogtepunt van de Groninger richting omstreeks 1843. Voor het eerst wordt een algeheel, op systematisch bronnenonderzoek gegrond, historisch overzicht geboden van het optreden der Groninger godgeleerden. Deze theologen hebben door hun arbeid de macht doorbroken van het zogeheten 'rationalistisch supranaturalisme'.

dat in het begin van de 19e eeuw de heersende theologie in Nederland was. Hun optreden is ook nauw verweven met de strijd om de beüjdenis in de Hervormde kerk. Bovendien hebben vele Groningers zich verdienstelijk gemaakt op het terrein van de in- en uitwendige zending en op maatschappelijk gebied. Ziekenhuisverblijf Hoewel patiënten een centrale plaats innemen in ziekenhuizen, is in Nederland weinig systematisch onderzoek verricht naar de beleving van het ziekenhuisverblijf door patiënten. In een onderzoek uitgevoerd in acht ziekenhuizen heeft A. Ph. Visser (27 september) deze lacune opgevuld. Daarbij heeft hij veel aandacht besteed aan het op een methodisch verantwoorde manier vastleggen van de (on)tevredenheid van ziekenhuispatiënten. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd is deze op een betrouwbare wijze met vragenlijsten te meten. Uit het proefschrift van Visser, De beleving van het verblijf in het algemene ziekenhuis, blijkt dat patiënten vooral verbeteringen wensen ten aanzien van de voorlichting over de medische behandeling en het ziekenhuisverblijf Ook zijn zij ontevreden over de begeleiding van emotionele problemen en op het punt van de recreatie. De meeste kritiek wordt geuit door patiënten uit de hogere sociale milieus en door de jongere patiënten. Er valt een samenhang te constateren tussen de gevoelens van ontevredenheid en een ongunstige emotionele toestand van de patiënten veroorzaakt door angst en zorgen over het herstel. Het onderzoek wijst uit dat de helft van de patiënten last heeft van onzekerheden over de aard en de ernst van de aandoeningen. GODGELEERDHEID J. G. Schaap (5 oktober) Samen leren leven en geloven — een godsdienstpedagogisch onderzoek naar het omgaan met kernwoorden van geloven in situaties van dialogisch leren en begeleiden N. Schelhaas (15 november) De poüüeke theologie van Helmut GoUwitzer — van Luther tot Marx J. Vree (16 november) De Groninger godgeleerden — de oorsprongen en de eerste periode van hun optreden (18201843) L. van der Burg (14 december) Uittocht uit de illusie — over het stimuleren van morele en reli-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's