GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 151

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 151

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

stig van de Griekse wijsgeer Hippocrates. De term is echter niet gebruikt vóórdat Albert Schweizer{A 875-1965) deze introduceerde. Na die tijd wordt het individu steeds belangrijker en gaat de geneeskunde meer werken aan de instandhouding van het leven. Dat de geneeskunde daar goed in geslaagd is, zal duidelijk zijn. Het sterftecijfer is de laatste eeuw behoorlijk gedaald, voor het grootste deel te danken aan de afname van het aantal infectieziekten. In 1948 werd het begrip in officiële stukken ingevoerd. Dat was een reaktie op de nazi-misdaden, alsof de artsen wilden zeggen: 'Wij zijn weer te vertrouwen'. 'Eerbied voor het leven' blijft om die reden nog heel lang het leidende beginsel in de geneeskunde. Om een aantal redenen blijken aan dit begrip ook wat minder positieve kanten te zitten. Heleen Dupuis noemde er een paar. Allereerst is de laatste tien jaar het besef gegroeid dat de geneeskunde de kwaliteit van leven niet altijd bevordert. De geneeskunde kan ook nadelige effekten hebben. Door verbeterde behandelmethoden kunnen mensen langer in leven worden gehouden, maar ten koste waarvan? Soms ten koste van een menswaardig afscheid van het leven.

Dr. H. Dupuis

vu-Magazine 14(1985) 4 april 1985

Een andere nadelige ontwikkeling is de toename van het aantal consumenten van medische zorg dat niet in staat is hun wil te bepalen over de kwaliteit van leven. Andere moeten dat voor hen doen. Voorbeelden van deze groepen zijn mensen die in coma liggen of pasgeborenen. Een andere groep bestaat uit kankerpatiënten. Met de dood in het vooruitzicht zullen zij natuurlijk geneigd zijn elke therapie die een mogelijke kans op herstel biedt, te ondergaan. Het is dan de plicht van de arts te wijzen op de nadelen die aan de therapie kunnen zitten, of het percentage kans op herstel. De vraag is zelfs of de arts de therapie nog wel moet voorstellen. De patiënt heeft in dit geval wel een eigen wil maar kan die in een dergelijke situatie moeilijk uiten. Dr. Dupuis pleitte voor het criterium kwaliteit van leven in plaats van eerbied voor leven, op grond van de bovengenoemde redenen. In sommige situaties kan het soms nodig zijn om wél in te grijpen in plaats van mensen zo lang mogelijk in leven te houden. Hoewel die mening de medische wereld zacht gezegd nog niet veroverd heeft, schreef prof. J. l-i. van den Berg al in 1969: "Van de arts mag worden verwacht dat hij de consequenties van zijn macht aanvaardt. In die zin dat hij

bereid is het effect van de gemaakte fout met zijn macht niet te bestendigen, maar indien mogelijk te stoppen." Coma Dit citaat wordt aangehaald in het boekje 'HetgevalStinissen'. Het hopeloze lot van de vrouw die al elf jaar in coma ligt heeft al vrij veel aandacht op radio en tv gehad omdat de echtgenoot van Ineke Stinissen, Gerard, zijn uiterste best doet zijn vrouw een menselijk einde te bezorgen. Er is echter geen arts te vinden die daaraan wil meewerken. Ineke Stinissen raakte op 29-jarige leeftijd in coma tijdens de bevalling van haar zoon. Pas later bleek dat haar coma het gevolg was van een fout van de anesthesist tijdens de keizersnede: de beademingsbuis werd in de slokdarm ingebracht in plaats van de luchtpijp. Het katholieke ziekenhuis ontkende echter alles en nam geen verantwoordelijkheid voor hetgebeurde. Een onderzoek van de Utrechtse anesthesist prof. dr. B. Smalhiout bracht de onweerlegbare feiten aan het licht. De artsen die zo ontzettend hadden gefaald — zowel wat betreft hun vak als hun gedrag ten opzichte van de familie van het slachtoffer — weigerden de verantwoordelijkheid op zich te nemen Ineke uit dit volstrekt zinloze leven te verlossen. Ook het protestantse verpleegtehuis waar Ineke nu verblijft, weigert dit. Haar echtgenoot voert nu een eenzame en waarschijnlijk vergeefse strijd — want welke arts durft na deze publiciteit nog Gerards verzoek tot euthanasie in te willigen? Wat deze zaak zo ingewikkeld maakt, is dat de euthanasievraag niet van de patiënt zelf komt, maar van een ander. Aan de voorwaarde 'op verzoek' wordt zo niet voldaan. Velen menen echter dat coma-patiënten op deze regel een uitzondering vormen. Er is geen enkele kans meer op herstel bij mensen, die zoals Ineke Stinissen, al zo lang in coma liggen. Wél is de vraag hoeveel zij van hun eigen toestand weten of merken. In het boekje is een brief opgenomen van een meneer wiens schoonzuster in coma is geraakt als gevolg van een bloedziekte. Haar geloofsovertuiging (Jehova's Getuigen) verbood haar een bloedtransfusie. Op een dag komt een voorganger van de Jehova's Getuigen bij zijn schoonzuster op bezoek: "We raakten oyer het geloof in gesprek en ik hield hem voor dat het eigenlijk de schuld van zijn genootschap was zij daar zo lag. Plotseling werd m'n schoonzus onrustig, heftiger dan de vorige keer dat dit gebeurde. Ik vroeg de man om te vertrekken."

125

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 151

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's