GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 213

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 213

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

E

I-

en heel aparte plaats in de wereld van de visualisering van het scheepvaartverleden neemt het museum in Ketelhaven in. Aan de rand van de oostelijke Flevopolder is midden in het vlakke land een hal geplaatst bij een rij gebouwen. In de gebouwen zetelt de archeologische afdeling van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. In de hal is een bescheiden opstelling van wat de archeologen in de bodem van het nieuwe land gevonden hebben. Resten van boten, variërend van de prehistorische tijd tot de negentiende eeuw, zijn hier tentoongesteld. Het materiaal is niet spectaculair, al zal het enorme houten schip dat midden in de hal is opgesteld wel enige indruk maken. Maar wie aandachtig kijkt kan zich verbazen over wat men uit kleine details kan leren. Wie een rondleiding krijgt van een van de archeologen of de gidsjes aan de balie bij de ingang koopt, begint met een ander oog naar de schepen te kijken. De voorwerpen die tentoongesteld worden in Ketelhaven zijn alle gevonden tijdens en na het droogmaken van de IJsselmeerpolders. Het 'boven water brengen' van de voormalige zeebodem stelde archeologen plotseling voor een omvangrijk probleem. Er kwamen resten van schepen aan de oppervlakte en het was een kwestie van zeer snel handelen wilde men daar nog iets van behouden. Vooral de houten resten die uitstekend geconserveerd waren in het zeewater werden zodra het water verdween, onmiddelijk

Hoe snel de tijden veranderen, is te zien als men het nieuwe museum in Rotterdam vergelijkt met het nog helemaal niet zo lang gelden geopende maritieme museum in Amsterdam. uiterst kwetsbaar. Het conserveren van hout is nog steeds één van de grootste problemen in de archeologie, maar met veel vakmanschap en uren- en dagenlange nauwgezette arbeid heeft men in Ketelhaven iets unieks kunnen behouden. Velen zullen denken dat het niet nodig is een heel wrak te conserveren om iets over de scheepsbouw in het verleden te weten te komen. Maar vaak blijkt dat we eigenlijk maar weinig weten over de ma36

nier waarop schepen werden gebouwd. Zelfs uit de roemruchte zestiende en zeventiende eeuw weten we vaak maar weinig. Bouwtekeningen zijn er niet of bevinden zich in een gebrekkige staat. We hebben een enkel scheepsmodel, maar vaak is onduidelijk of dat model wel authentiek is, of dat het om een achttiende of negentiende eeuwse romantisering van een zeventiende eeuwse Oostindiëvaarder gaat. Wrakken zijn dus onze enige bron, en kennis van scheepsbouw in het verleden is op zich geen luxe. Ten eerste kunnen we er uit leren hoe onze voorouders het voor elkaar kregen om de hele wereld rond te zeilen en ook nog een grote lading goederen mee te voeren. Maar er is meer. Kennis van de bouw van eenvoudige vissersboten in hout uitgevoerd, is iets wat langzamerhand op de Nederlandse scheepswerven begint te verdwijnen. Onlangs bleken vissers in Tanzania echter belangstelling te hebben voor die kennis. Zij bouwen nog wel houten boten en ze stonden open voor kennis uit het met het water zo vertrouwde Nederland. Zo zijn er meer toepassingen te bedenken. In Ketelhaven heeft men een unieke collectie bij elkaar gezet en wie op een vergeten vrije dag een uitstapje zoekt doet er goed aan eens naar de IJsselmeerpolders te rijden en het museum te bezoeken.

bliek kan boeien, is het fenomeen tentoonstelling momenteel populairder dan de statische, permanente expositie. Hoe snel de tijden wat dat betreft veranderd zijn, is te zien als men het nieuwe museum in Rotterdam vergelijkt met het nog helemaal niet zo lang gelden geopende en kan ook richting Rotter- maritieme museum in Amsterdam. In dam koersen. Daar worden Amsterdam werd reeds gekozen voor namelijk de resten van een grote ruimten ten behoeve van tijdelijke schip tentoongesteld dat werd gevonden tentoonstellingen, maar deze ruimten bij Zwammerdam. Voor de leek is het zijn traditioneel van inrichting en de een verzameling planken. Voor wie de voornaamste, meest in het oog springenbeschrijvende bordjes nauwkeurig leest de ruimte is in beslag genomen voor de is het een stamboomkano uit de derde permanente tentoonstelling die is gewijd eeuw die eerder tentoongesteld werd in aan een traditionele, op scheepstype en het museum in Ketelhaven. chronologische volgorde geënte beschrijHet oude hout van de kano, die tentoon- vingswijze. gesteld is in een afgesloten glazen zaal op In Rotterdam is het anders aangepakt. de tweede verdieping van het museum, Niet alleen is er het merkwaardige aquaverblijft slechts tijdelijk in het museum in rium op de tweede verdieping, waarin Rotterdam. Tot 1989 zal men vanuit het dus momenteel de oude scheepsresten uit bescheiden restaurant van het museum Zwammerdam worden tentoongesteld, zicht hebben op de oude resten. Daarna ook de andere ruimten zijn onconventioverdwijnt deze expositie weer. De in- neel van opzet. Wie er over nadenkt richters van de tentoonstellingen in het komt het eerst op een vergelijking met nieuwe maritieme museum in Rotterdam het Centre Pompidou in Parijs. Ook daar hebben bewust gekozen voor een mu- is een groot aantal tentoonstellingsruimseum waar steeds wisselende tentoonstel- ten direct zichtbaar vanuit de centrale lingen te zien zullen zijn. Deze keuze hal. Iets dergelijks is het geval in Rotterpast in het moderne museumbeleid. On- dam. De schaal waarop het allemaal der deskundigen, die zich beroepsmatig plaatsvindt is heel wat bescheidener dan buigen over de wijze waarop men in een die in Parijs. Het museum is nu eenmaal museum zaken moet presenteren op een gebouwd op een merkwaardig punt in de wijze die brede lagen van het grote puhaven. De architect gaf toe dat hij moeite

M

VU-MAGAZINE-ME11987

had gehad om de ruimte op een verantwoorde wijze te vullen. Het gebouw dat aan de buitenkant een driehoek lijkt, doet vaag denken aan de boeg van een schip. Op het grote plein voor het gebouw staat het beeld van Zadkine. Wie binnen door het trappehuis loopt, heeft daarop steeds een imposant uitzicht. Zo wordt de band tussen deze stad en de scheepvaart gesymboliseerd.

B

innen is het alles boten wat de klok slaat. Bij binnenkomst treft men momenteel in de hal een kleine greep uit de belangrijke donaties die de afgelopen zeven jaar aan het museum zijn gedaan. In die jaren waarin Rotterdam geen maritiem museum had, omdat het oude museum gesloten was en het nieuwe nog niet klaar, zijn giften aan het museum gedaan en het is begrijpelijk dat de directie ervoor gekozen heeft de gulle gevers als eersten te danken door de geschonken voorwerpenen nu tentoon te stellen. Rotterdam is een handelsstad en de handelsgeest is ook doorgedrongen tot binnen de muren van het museum. In het trappehuis hangen aan de muur de namen van de bedrijven die de bouw van het nieuwe museum en de inrichting ervan mogelijk hebben gemaakt. Een dergelijke vorm van het openlijk uitkomen voor sponsoring is in de Nederlandse museumwereld nog niet gewoon. Maar als VU-MAGAZINE-ME11987

de plannen van minister Brinkman verder worden doorgevoerd zal dit wel de enige mogelijkheid worden voor musea om de deuren te openen hun collectie up to date te houden. Het trappehuis ziet er ook ongewoon uit. Niet alleen omdat het vanuit bijna iedere hoek van het museum zichtbaar is en nergens door muren of glas van de tentoonstellingsruimten wordt gescheiden. Het trappehuis heeft ook geen echte trappen. Het bestaat uit schuin omhooglopende gangen die doen denken aan een scheepsbrug of aan het wandelen over het dek van een schip bij zwaar weer. Dit effect wordt nog versterkt doordat de 'loopplanken' gemaakt zijn van metaal. Rondom de bezoeker zijn videoprogramma's te bezichtigen en in alle vitrines kan men door middel van een knopje wel iets beïnvloeden of laten bewegen. Behalve het vademecum is het museum verdeeld in verschillende tentoonstellingen. Tot eind maart was er een expositie over 'paardekracht op zee' waar op overzichtelijke wijze de werking van een dieselmotor werd uitgelegd. Voor de meer historisch geïnteresseerden was er een tentoonstelling over de zeventiendeeeuwse cartografen-famihe Blaeu. Interessant was ook de expositie over tankers en olievervoer over zee. In dit geval werd geen aandacht besteed aan het aspect dat in de pers al de meeste aandacht krijgt, namelijk rampen en milieu-

problemen veroorzaakt door olietankers. Het ging in dit geval om een technische uitleg hoe het vervoer van olie de afgelopen honderd jaar was veranderd. Aan de hand van bewegende modellen werd uitgelegd hoe een olietanker geladen kan worden en hoe men zo min mogelijk kans loopt op ontploffingen en ongewenste bewegingen van de schepen. Tegelijk is duidelijk dat de tijd van de supertanker achter ons ligt en dat sommige schepen die in deze klasse zijn gebouwd al na zeer korte tijd weer zijn gesloopt, omdat er geen behoefte meer was aan een dergelijk gigantisch vervoermiddel. Wie nu, enkele maanden later, gaat, ziet weer andere tentoonstellingen. Men kan het dus steeds opnieuw bezoeken. En wie het op een gegeven moment binnen allemaal wel heeft gezien, kan altijd nog naar buiten gaan. Daar ligt aan de wal voor het museum het voormalige oorlogsschip De Buffel dat lange tijd dienst heeft gedaan als pension, maar nu in oude glorie is hersteld en waar men een verfrissing kan gebruiken. Binnen in het schip zijn kleine tentoonstellingen ingericht die meer duidelijk maken over het leven aan boord in vroegere tijden. In de haven liggen verder nog verschillende zeilschepen. Op de kade zijn andere zaken opgesteld die met de haven te maken hebben. Zo zijn er kranen, is er een lijnbaan en zijn er werkplaatsen. D 37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 213

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's