GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 245

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 245

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Je hebt dogmatiek als wetenschap nodig om dogmatisme en godsdienstig fanatisme te ontmaskeren, aldus de emeritus-hoogleraar in de dogmatiek, prof.dr. H. Berkhof. De vraag naar God is essentieel voor de theologie.

H. Berkhof ^ ^ Of theologie wel of geen ^ # wetenschap is hangt af ^ van de vraag wat je onder wetenschap verstaat. Aan de theologie zitten kanten waarvan niemand de wetenschappelijkheid zal betwisten: vooral de historische, exegetische en wijsgerige kanten. De vraag wordt pas spannend als je je afvraagt: hoort ook God bij de 'te weten zaken'? Voor mij is het antwoord daarop geen kleinigheid, maar een heel beslissend iets. Mijn antwoord luidt: ja, 'in de theologie behoort God tot de te onderzoeken objecten. Dus is theologie, óók in haar vraag naar God, wetenschap. Ik voeg er direct aan toe dat dit in de loop der eeuwen, ook binnen de christelijke kerken, niet altijd is erkend. Er is wat dat betreft een tegenstelling tussen bijvoorbeeld Thomas van Aquino, die zei: theologie is wetenschap, en Augustinus en later Duns Scotus, die zeiden: nee, theologie is een vorm van wijsheid. Mijns inziens lopen wetenschap en wijsheid in elkaar over. Weer anderen menen dat theologie een vorm van kunst is: het uitspreken van het onuitsprekelijke. Is dat nog wetenschap of niet? Dan zeg ik: als theologie geen wetenschap is, dan zijn tal

van andere wetenschappelijke disciplines het óók niet; dan hadden het hegelianisme van Bolland en de metablatica van Van den Berg in Leiden er óók niet mogen zijn. Ik denk datje wetenschap zover moet laten gaan, dat de universiteit kan blijven meepraten over zowel de hoogste toppen als over de diepste fundamenten van onze eigen cultuur. Dat ik binnen de theologie de vraag naar God legitiem acht, wil nog niet zeggen dat ik de beoefening ervan louter en alleen wil voorbehouden aan overtuigde gelovigen. Echte wetenschap is namelijk altijd vragende wetenschap, erop uit om grenzen te verleggen. Wetenschap interesseert zich met voor wat we al weten. Wetenschap vraagt dóór. Dat geldt ook voor de theologie; God moet aan de universiteit als vraag aan de orde komen, net zoals de biologie levensverschijnselen onderzoekt zonder dat de vraag wat leven is beantwoord is. Ook het veronderstelde behoort tot de wetenschappelijke bezinning.

ken en vakken uit het 'staatscurriculum', komt op mij nogal krampachtig over. Toen, in de vorige eeuw, de duplex ordo - de scheiding tussen kerk en staat binnen de theologische faculteiten werd ingevoerd, had dat niets te maken met de reden waarom op het ogenblik de minder kerkelijk denkende theologen bijvoorbeeld de dogmatiek buiten de deur willen zetten. Die reden was tóen een andere: de overheid zei niet in staat te zijn te beslissen wie in de kerkelijke vakken zou moeten onderwijzen. De staat zei: wij moeten dat overlaten aan de bevoegde instanties, de kerken dus. Of de vraag naar God binnen de theologie thuishoort, was geen onderwerp van discussie. Die vraag hoorde er natuurlijk bij voor de staat der Nederlanden. Pas door de secularisatie in de twintigste eeuw is men de achtergronden van de duplex ordo anders, principiëler gaan uitleggen, in de zin van: dit is wèl, en dat is géén wetenschap; dit hoort hier wél en dat met thuis. Maar in oorsprong is dat nooit de bedoeling geweest.

H

Het beoefenen van dogmatiek -zelf spreek ik liever van 'christelijke geloofsleer' - is van cultureel belang en daardoor essentieel voor de volheid van een universiteit. Niet voor de kerk, die leeft wel door, ook zonder universitaire bezinning. En of je het nou wetenschap noemt of wat anders, het vak blijft bestaan, desnoods op seminaries. Het

et onderscheid dat hedentendage in de theologie wordt gemaakt tussen kerkelijke vak-

'Echte wetenschap is altijd vragende wetenschap, erop uit om grenzen te verleggen.' 24

behoort tenslotte tot de oudste vakken in de wetenschap. Ik vecht dus niet voor m'n eigen standje. Als je bereid bent dogmatiek wetenschap te noemen, dan doe je dat omdat, in een wereld die door 2000 jaar christendom is gestempeld, je onmogelijk God buiten de hoog-

ste toppen van de culturele bezinning kunt houden.

N

ogmaals: voor mij is dogmatiek wetenschap omdat het een vraag is, die gesteld en beantwoord moet worden. De instrumenten die je gebruikt bij het beantwoorden van die vraag, zullen anders zijn dan die welke in andere wetenschappen gangbaar zijn. Hoewel, in de filosofie is natuurlijk genoeg parallellie te vinden; waarom is de één een platonist, de ander een positivist? De diepste uitgangspunten zijn vaak niet goed te verantwoorden; dat geldt voor iedere wetenschap. Bovendien, je kiest altijd voor een methode, bijvoorbeeld die van ervaring en reflectie. Al-

lot zijn emeritaat in 1981 was prof.dr. H. Berlihof (1914) verbonden aan de Theologische Faculteit van de Rijitsuniversiteit te Leiden. Als hoogleraar, benoemd vanwege de Nederlandse Hervormde Kerk, doceerde hij er dogmatiek. Hij was jarenlang voorzitter van de Nederlandse Raad van Kerken. Interview: Gert J. Peelen Foto: Klaas Koppe

leen, waar ligt die ervaring? Voor de christelijke kerken ligt die vooral in de bijbel en in de traditie van Europa. Sterker nog: God - de vraag naar God of desnoods de ontkenning van het bestaan van God - ontbreekt in geen enkele cultuur, waar dan ook in de wereld. Daar komt nog iets bij als ar-

gument tégen het willen weren van de dogmatiek van de universiteiten. In onze moderne, pluriforme wereld is één van de eerste noodzaken dat wij alle dingen ook in hun verscheidenheid reflecteren. Als we dat overlaten aan bepaalde kerkelijke clubs, dan zal geloven, in welke vorm dan ook, in het bestaan van God meer en meer gezien gaan worden als een strikt individuele aangelegenheid. Zoals de één muzikaal is en een ander aan sport doet, zal dan ook de religiositeit tot een privé-hobby worden, waarover verder toch niks zinnigs te zeggen valt. En dat is het natuurlijk nietl Dat kan niet! En er zitten ook nog eens uiterst griezelige kanten aan, voor de godsdienst èn voor de

fanatici vrij spel als ze hun eigen gang mogen gaan en geen enkele verantwoording aan de algemene cultuur meer hoeven af te leggen. Ik zeg altijd: je hebt dogmatiek als wetenschap nodig om dit soort dogmatisme te ontmaskeren.

H

et zou een goede zaak zijn als alle denkbare concepties over God - vanuit het jodendom, het katholicisme, het protestantisme - binnen één rijksfaculteit met elkaar in gesprek raakten. Ik denk dat het een schande is, dat er in Nederland nog altijd geen leerstoel bestaat voor het joodse geloof. Net zo jammer vind ik het dat de rooms-katholieke kerk, ondanks uitnodigingen in de

'Godsdienst is geenprivéondememing; die moetje door de zeef van de reflectie halen en leren zichzelf te verantwoorden.' samenleving. Godsdienst i's geenprivé-onderneming. Die moetje door de zeef van de reflectie halen en leren om zichzelf te verantwoorden. Een geloof dat niet tegen die wetenschappelijke reflectie kan, vervalt gemakkelijk tot fundamentalisme en fanatisme; kijk maar naar Khomeiny en de tv-dominees in Amerika. Vijftien jaar geleden gold de godsdienst in 'hogere culturen' als een aflopende zaak. Moetje nóu eens kijken! Er gaat haast geen avond voorbij of er is wel een dominee of een bisschop op de televisie. En zouden wij dit grote stuk wereldwerkelijkheid dan niet betrokken en kritisch mogen reflecteren...? Dat is niet alleen van de gekke, maar nog levensgevaarlijk ook! In feite geef je fundamentalisten en

negentiende eeuw, zich buiten de theologiebeoefening aan de rijksuniversiteiten heeft gehouden. In de theologische faculteiten van de rijksuniversiteiten zijn de dingen daardoor scheefgegroeid; daar wordt de theologie nu gedragen door één grote, en een paar kleine kerken. De Islam zou daarvoor straks natuurlijk ook in aanmerking komen. Maar waarom ook niet het atheïsme? Leiden is de énige theologische faculteit waar dóór een atheïst een proefschrift óver het atheïsme is verdedigd. Daar is heel wat over te doen geweest, maar het hoort erbij! Ook het atheïsme is een geestesstroming die iets over Gód te zeggen heeft! En als je 't er inhoudelijk niet mee eens bent, dan moetje 't maar bestrijden.'

? 25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 245

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's