GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 34

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

aldus prof. Davidse. Voor een deel heeft ze dat aan zichzelf te wijten. "De Kerk zal moeten doorbreken naar de cultuur, en daarbij de techniek, die een onlosmakelijk onderdeel van de cultuur is geworden, niet langer negeren.Ze moet het gesprek aandurven." Optimistisch is Davidse niet: ' 'Ik heb al zo vaak geprobeerd Kerk en techniek met elkaar in gesprek te brengen. Je wordt alleen maar heel moe van het onbegrip van de kant van de Kerk." Toch hoopt Davidse nog op 'een nieuw elan'. "De Kerk heeft op maatschappelijk gebied wèl haar nek uitgestoken, zoals met de bevrijdingstheologie, waarmee ze mensen uit een sociaal isolement heeft losgemaakt. Waarom kan ze het dan niet op cultureel en technisch gebied? Er zijn gesprekspunten genoeg. Hebben theologie en techniek niet beide de ontplooiing der schepping op het oog? Technici stuiten in hun werk op ethische vragen, op grensgebieden zonder richtingwijzers. Ook daar is kontakt mogelijk." Het zou dus allemaal heel mooi kunnen worden, temeer daar Van den Brom al had vastgesteld dat natuurkunde en theologie eikaars taal beter gaan begrijpen.

'Wie Bach niet kent wordt voor barbaar versleten, maar niemand vindt het gek wanneer je de simpelste feiten uit de natuurkunde niet kent.' "Misschien is het hier vandaag wel een unieke wereldhistorische gebeurtenis", verzuchtte Davidse. "Maar voor een pinksteren in de wetenschap lijkt het me nog iets te vroeg", aldus Van den Brom. Davidse beaamde dat: "De kloof is al eeuwenoud. Die is niet na enkele gesprekken overbrugd. Maar ik acht het van groot belang dat zo'n gesprek gaat plaatsvinden. De grote wereldvraag is: wat gaan we met onze werkelijkheid doen? Waar gaan we met onze wereld naartoe? Die vraag is zo brandend dat je geloof en techniek niet langer mag scheiden." D Een uitvoerig verslag van liet symposium is te krijgen door overmaking van f 8,50 op gironummer 15 76 888, t.n.v. T. Meijknecht, te Delft, onder vermelding van 'Verslag Symposium'. Frits Stoffels studeert theologie aan de VU en is freelance journalist.

32

W

anneer u dit leest heeft de Gezondheidsraad waarschijnlijk juist haar eindadvies uitgebracht aan de minister van WVC over de wenselijkheid van een landelijk programma voor de opsporing van borstkanker. De Raad zal de minister positief adviseren, alleen is mij bij het schrijven van dit stuk nog niet bekend om welke leeftijdscategorie vrouwen het zal gaan, noch hoe frequent zij onderzocht zullen worden. Wel is al duidelijk dat uitsluitend gebruik zal worden gemaakt van röntgenologisch onderzoek (mammografie). De Raad maakt bij haar besluitvorming gebruik van de resultaten van twee proefonderzoeken in Nijmegen en Utrecht en van buitenlandse studies. Jaarlijks sterven er in ons land 3000 vrouwen aan borstkanker. De hamvraag is of screening deze sterfte zal doen afnemen. Op grond van vooral buitenlandse gegevens, waarbij men de sterfte vergeleek van vrouwen die wel en die niet gescreend waren, meent men nu te mogen concluderen dat bevolkingsonderzoek de sterfte aan borstkanker met mogelijk de helft kan doen dalen. Met behulp van mammografie kan men microscopisch kleine gezwellen opsporen in een stadium dat er nog geen uitzaaiing heeft plaatsgevonden. Vooral dit laatste is gunstig voor de prognose. De behandeling kan bovendien voor de vrouw veel minder verminkend zijn, doordat men kleine gezwellen kan verwijderen zonder de borst af te zetten, de zogenaamde 'borstsparende behandeling'. Screening biedt dus ongetwijfeld voordelen aan vrouwen, maar hoe zit het met de nadelen? Met de nieuwste röntgentechnieken kunnen afwijkingen worden opgespoord in zo'n vroeg stadium, dat het zowe'l

voor de röntgenoloog als voor de patholoog-anatoom soms moeilijk is uit te maken of het gaat om een kwaadaardige aandoening. Er is een reëel gevaar voor overdiagnostiek en overbehandeling. Bij het Utrechtse proefonderzoek heeft men 373 destijds als afwijkend beoordeelde stukjes borstweefsel door zes patholoog anatomen laten herbeoordelen. Bij 12 weefselpreparaten twijfelde men nu ernstig aan de destijds gestelde diagnose. In 5 gevallen was bij de patiënt achteraf misschien onnodig - een borstamputatie verricht. Slechts een goede training van het personeel, veel ervaring en

biopsie (weefselonderzoek) moeten ondergaan. Uiteindelijk zal bij 9600 vrouwen (0,6 procent) een 'echte' tumor worden vastgesteld. Wanneer men ervan uitgaat dat een röntgenoloog 40 mammografieën per dag beoordeelt, dan zullen er 100 ervaren röntgenologen nodig zijn om één screeningsronde over twee jaar gespreid te kunnen beoordelen. Verder is er behoefte aan deskundige patholoog anatomen. Maar ook de chirurg moet nog leren patiënten met voorstadia en vroege vormen van kanker te behandelen. Het is lang niet altijd duidelijk in welke gevallen een borstspa-

Bevolkingsonderzoek een voortdurende terugkoppeling van onderzoeksbevindingen kunnen helpen om dergelijke fouten tot een minimum te beperken. Na Zweden is Nederland het eerste Westeuropese land waar een dergelijk omvangrijk bevolkingsonderzoek wordt gestart. Essentieel voor het welslagen is in de eerste plaats datje alle vrouwen in de bevolkingsgroep die je wilt screenen werkelijk bereikt. Dat betekent dat er niet dusdanigefinanciëledrempels moeten worden opgeworpen dat vrouwen uit de lagere inkomensgroepen niet meedoen. Daarnaast is er erg veel hooggekwalificeerd personeel nodig. Als gekozen wordt voor een tweejaarlijkse screening van alle vrouwen tussen 50 en 75 jaar, dan betekent dit dat per twee jaar 1,6 miljoen mammografieën gemaakt en beoordeeld zullen moeten worden. Bij 80.000 vrouwen (5 procent) zal op grond van gevonden afwijkingen een röntgenologisch vervolgonderzoek moeten plaatsvinden. Ruim 28.000 vrouwen (1,8 procent) zullen een

rende behandeling kan worden toegepast in plaats van een borstamputatie. Een goede samenwerking tussen chirurg, radioloog en patholoog anatoom is noodzakelijk. Ervaring opgedaan met het Nijmeegse proefonderzoek en verbetering van de röntgenologische techniek hebben er in het Radboud Ziekenhuis toe geleid dat de correctie van de' 'voorspellende waarde" van een mammografie toegenomen is van 30 procent in 1980 tot bijna 70 procent in 1986. Daardoor zijn op grond van dit röntgenonderzoek in de loop van de jaren veel minder vrouwen ten onrechte verdacht van kanker. Ook aan de emotionele opvang van vrouwen waarbij terecht, often onrechte, aan kanker wordt gedacht zal zorg moeten worden besteed. Hier ligt een taak voor de huisartsen. Met de invoering van deze landelijke screening wordt een gigantisch karwei gestart dat hele hoge eisen zal stellen aan planning en organisatie willen de nadelen de voordelen niet gaan overschaduwen.

VU-MAGAZINE —JANUARI 1987

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's