GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 107

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 107

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1969 meende 19 procent van de bevolking dat de ministerraad de meeste invloed had op de manier waarop werd geregeerd. Voor de Tweede Kamer was dit percentage niet meer dan 16. Naast de vakbonden, de werkgeversorganisaties en de minister-president, werd ook de koningin nog een zeker mate van macht toebedacht: 4,5 procent van de ondervraagden was van mening dat zij de meeste invloed had op het regeren. In 1971 en 1973 werd dit onderzoek herhaald. Ook toen scoorde de ministerraad het hoogst, al vielen de percentages van ministerraad en Tweede Kamer in 1973 vrijwel samen. Kiezers en Kamerleden vonden dat hun invloed sterker zou moeten zijn. Daartegenover zouden ministers, kranten, radio en televisie minder invloed op de beslissingen van Kamerleden moeten hebben. Kiezers hebben alleen directe invloed op de samenstelling van de Tweede Kamer middels het uitbrengen van hun stem tijdens de verkiezingen. Hoe de samenstelling van de regering uiteindelijk zal zijn, hangt weliswaar af van de uit de verkiezingen voortgevloeide machtsverhoudingen, maar kan zich in principe ook op een andere wijze ontwikkelen. Toch bepaalt de Grondwet in art.119: "De wetgevende macht wordt gezamenlijk door de Koning en de Staten-Generaal uitgeoefend." De Tweede Kamer en ministers maken dus formeel samen de dienst uit in dit land. Natuurlijk kan de Kamer een bewindspersoon of kabinet wegzenden, maar van dit recht wordt maar zelden gebruik gemaakt. Door een kabinet, minister of staatssecretaris te laten aanblijven, maakt de Kamer zich verantwoordelijk voor zijn of haar politieke gedragingen. De cijfers aan het begin van dit artikel laten zien dat naar het oordeel van de ondervraagden de ministers méér invloed hebben dan de feitelijk gekozenen.

D

e laatste tijd valt ook een toenemende materiële ongelijkheid te constateren. Een vergelijking van de stijl yan regeren van de laatste kabinetten met die van circa tien jaar geleden valt, qua democratisch gehalte, ongunstig uit voor de recente regeerders. Als bewijs daarvoor voert men graag het 'spijkerharde' regeerakkoord aan, dat de regeringsfracties 'aan handen en voeten' zou binden. De behoefte aan zo'n hard regeerakkoord zou zijn ontstaan door de onduidelijke en niet altijd even eensgezinde opstelling van de CDA-fractie. Door in te stemmen met een strak omschreven regeerakkoord zou het parlement zijn macht vrijwillig aan banden leggen. En dat lijkt geen wenselijke zaak. Een dergelijk geluid is niet nieuw. Ook aan het begin van de jaren zeventig klonken al waarschuwende stemmen over de onmacht van het parlement, vooral ter linkerzijde. Het kabinet-den Uyl deed die geluiden enigszins verstommen. Maar na de eindeloze formatie van 1977 groeide VU-MAGAZINE—MAART 1988

het aantal mensen dat twijfelde aan de werkelijke invloed van het parlement. Natuurlijk is de vraag naar de oorsprong en het waarheidsgehalte van deze ideeën uiterst noodzakelijk en zinvol. Toch is met het antwoord op die vraag niet het probleem opgelost van het tamelijk grote en toenemend aantal burgers dat vragen stelt bij de mogelijkheid om via parlementaire weg invloed te hebben op beslissingen die hun eigen situatie raken. De democratiseringsbewegingen-uit de jaren zestig deden politici stilstaan bij de mate van acceptatie van hun beslissingen. Was die misschien toch niet zo groot als men meende? En wat was de oorzaak van een toenemend gebrek aan vertrouwen in 'de' politiek? Voor de onlangs overleden Joop den Uyl was dat in 1970 aanleiding tot een beschouwing onder de titel De smalle marge van de democratische politiek. Hij constateerde

Door in te stemmen met een strak omschreven regeerakkoord zou het parlement zijn macht vrijwillig aan banden leggen. daarin dat we gevangen zitten "in een enorme vicieuze cirkel". De kiezers komen alleen nog maar naar de stembus als zij het idee hebben dat hun stem er iets toe doet. Op grond van eerdere verkiezingen valt te verwachten dat de opkomst laag zal zijn. Een hoog percentage thuisblijvers zal het gezag van het parlement alleen maar verder verzwakken. En daardoor verslapt zijn greep op de regering. De oorzaak van die verminderde belangstelling zocht Den Uyl in de langdurige en ondoorzichtige kabinetsformaties en de grote hoeveelheid kleine partijen in de Kamer.

E

en gevolg van deze opstelling van de kiezers kan zijn een snelle groei van buitenparlementaire actie. Dat is op zich geen enkel probleem: "De idee van de parlementaire democratie heeft nooit berust op de gedachte dat uitsluitend in en door de volksvertegenwoordiging democratische besluitvorming tot stand kan komen." Pas wanneer de actiegroepen zich gaan bedienen van onwettige middelen, ontstaan problemen uit een oogpunt van democratie. Vooral wanneer acties worden gevoerd met de bedoeling de wet te frustreren om daarmee de overbodigheid van het parlement te bewijzen. "De kern van het anti-parlementarisme is het niet accepteren dat de meerderheid beslist", aldus Den Uyl. Maar die meerderheid mag geen gebruik maken van haar macht om minderheden te onderdrukken. 17

Al tien jaar in de oppositie. Foto André Ruigrok.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 107

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's