GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 246

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 246

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

overtuigen. Retorische middelen zijn verleidingsstrategieën die de rationele vermogens op een dwaalspoor brengen. Daarmee worden traditie en autoriteit via een sluipweggetje weer naar binnen gesmokkeld want we geloven een tekst niet omdat de natuur ons geen andere keus laat, maar omdat de schrijver het zo fraai weet te verwoorden. Wie echter wetenschappelijke artikelen leest, zou wel eens het gevoel kunnen krijgen dat die uitschakeling van traditie en autoriteit toch niet volledig gelukt is. Weliswaar slagen veel wetenschappers er moeiteloos in om artikelen te produceren waar kraak noch smaak aan zit, maar is een quasi-objectief taalgebruik misschien niet het verraderlijkste retorische middel om de lezer te overtui-

Een onderzoeker heeft gewoon een bepaald vermoeden en dat probeert hij vervolgens uit alle macht te bewijzen. gen? En wat te denken van al die modellen en statistieken die menig wetenschappelijk artikel opsieren, zijn die niet bij uitstek geschikt om de lezer te imponeren? Bovenal is de aanwezigheid van traditie en autoriteit echter afleesbaar aan de hoeveelheid referenties, de voetnoten, die het wetenschappelijk artikel stutten.

D

e simpele ziel die de waarheid van een wetenschappelijk onderzoek wil toetsen, heeft het hiermee niet eenvoudiger gekregen. Sterker nog, hij staat voor een hopeloos karwei. Het is namelijk geen één tegen één duel, de wetenschappelijke onderzoeker heeft bondgenoten meegebracht, uitspraken van andere wetenschappers die hij zó in zijn eigen kraampje past dat ze het eigen betoog versterken. Wanneer de kritische buitenstaander dat betoog wil ontkrachten moet hij het niet alleen tegen zijn rechtstreekse opponent opnemen maar ook tegen alle vrienden die deze meegebracht heeft. Die strijd is ongelijk, de macht van het aantal geeft vrijwel altijd de doorslag. Dat verklaart ook waarom zoveel 12

wetenschappelijke artikelen voor een buitenstaander onleesbaar zijn. Het artikel is namelijk volgestouwd met hulpmiddelen die het als een fort barricaderen tegen de argumenten van een criticus. Op het eerste gezicht lijkt het alsof die artikelen zo afstotend zijn omdat ze te technisch, te specialistisch zijn. In werkelijkheid, zegt de Franse wetenschapssocioloog Bruno Latour in zijn recent verschenen boek Science in action, liggen de zaken anders: "Deze literatuur is zo moeilijk om te lezen en te analyseren niet omdat hij ontsnapt aan alle sociale banden, maar juist omdat hij socialer is dan de zogenaamde normale sociale banden." Juist door het meebrengen van al deze extra middelen slaagt deze literatuur erin om de lezer te isoleren.

heeft veel te maken met de apparatuur die gebruikt wordt: wat er uitkomt hangt af van wat er ingestopt wordt. Dit alles gaat lijnrecht in tegen het klassieke beeld van de wetenschap. De stellingen van Latour komen echter niet zomaar uit de lucht vallen; al in 1962 kreeg het zelfbeeld van de wetenschap een flinke kras die sindsdien eigenlijk nooit echt is weggepoetst. In dat jaar publiceerde Thomas Kuhn een boek getiteld The structure of scientific revolutions, een boek dat de basis heeft gelegd voor een heel andere manier van kijken naar de wetenschap. Kuhn zag de ontwikkeling van de wetenschap als een strijd tussen verschillende paradigma's (theoretische benaderingen). In een bepaald tijdperk kan een paradigma de domiNu kan daar tegenin gebracht wor- nantie verwerven, waarna elke vorm den dat het mobiliseren van hulp- van wetenschapsbeoefening binnen middelen niet in de eerste plaats een dat specifieke kader plaatsvindt. Dat retorisch doel heeft, maar dat zoiets gaat goed totdat men op de grenzen deel uitmaakt van een zich op ratio- ervan stuit: er doemen vragen op die nele fundamenten baserende weten- binnen dat kader niet meer te beantschap. Bruno Latour heeft daar ech- woorden zijn. Het dominante parater zo zijn twijfels over. Hij is een digma raakt in een crisis, een ander kenner van de zogenaamde techno- paradigma maakt zijn opwachting wetenschappen, de vormen van we- en neemt het vaandel over. tenschap die ten dienste staan van Hiermee was de aap uit de mouw de techniek en die gebruik maken gekropen. Het traditionele beeld van een zich gestaag, cumulatief ontwikvan een laboratorium. kelende wetenschap was grondig verstoord. Het eigenaardige van die n de jaren zeventig draaide La- paradigma's is namelijk dat ze niet tour twee jaar lang mee in een zonder meer op eikaars resultaten neuro-endocrinologisch labora- voortbouwen, maar uitgaan van ontorium en hij ondervond dat die derling onvergelijkbare uitgangstechnowetenschappen in het geheel punten. Zoals bijvoorbeeld in de naniet zo logisch-rationeel functione- tuurkunde de klassieke, mechaniren als wel wordt verondersteld. Het sche fysica van Newton andere uitis niet zo dat een onderzoeker keu- gangspunten hanteert dan de morig volgens de regeltjes hypothesen derne quantummechanica. opstelt, die vervolgens toetst en bekijkt welke gegevens zijn hypothesen kunnen logenstraff"en. Nee, een onat leidt tot de griezelige gederzoeker heeft gewoon een bepaald dachte dat hetgeen we als vermoeden en dat probeert hij verkennis en waarheid bevolgens uit alle macht te bewijzen. schouwen, dit alleen maar is binnen Wat wetenschappelijke feiten zijn, de grenzen van een bepaald paradigspreekt niet voor zichzelf De onder- ma en dat bij andere paradigma's titel van Latour's in 1979 versche- weer heel andere noties van kennis nen boek Laboratory life kan veel- en waarheid gelden. En de meetlat zeggend genoemd worden: The so- die de graden van waarheid van de cial construction of scientific facts. verschillende paradigma's ten opWetenschappelijke feiten worden ge- zichte van elkaar moet afzetten, lijkt construeerd, er kan over onderhan- definitief zoek te zijn geraakt. deld worden. De normen verschui- De wetenschapsfilosofen hebben alven bijvoorbeeld wanneer de inle- tijd gezocht naar de algemene regels vertermijn voor een artikel nadert. die elke vorm van wetenschapsbeoeEn wat als feit wordt waargenomen fening kenmerken; regels die de su-

I

D

VU-MAGAZINE—JUNI 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 246

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's