GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 463

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 463

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

vastgesteld, wordt onderzocht welke mogelijkheden tot verbetering de directe omgeving biedt. Reeds aanwezige vaardigheden worden verder geperfectioneerd en al doende leren de deelnemers hoe zij moeten inspelen op toekomstige veranderingen, zoals overheidsingrijpen in de vorm van nieuwe regelgeving en belastingen. In de tweede plaats; het al dan niet als geslaagd beschouwen van een project is ook een kwestie van bekijken. De Amsterdamse sociaal-geograaf dr. L.J. de Haan zegt daarover in een interview met de NlO-kroniek: "We beschouwen een project O te gauw als mislukt. Als je vele jaren later nog eens zou gaan kijken, kun je vaak zien dat er toch blijvende positieve effecten vallen waar te nemen, Alleen waren die vaak niet bedoeld." Volgens de Leidse antropoloog prof.dr. P.L. Geschlere, geïnterviewd in hetzelfde periodiek, komt dat "omdat boeren niet voldoende meewerken aan alle onderdelen van het project. Ze demonteren het aanbod en pikken er de voor hen direct gunstige elementen uit. () Het wantrouwen ten opzichte van invloeden van boven ligt aan dat gedrag ten grondslag. Over het algemeen hebben ze geen al te positieve ervaringen met interventies, zeker niet als daar, zoals in de meeste gevallen, de eigen staatselite bij betrokken is." Wie een project beschouwt vanuit het gezichtspunt van de doelgroep krijgt een beeld van een andere werkelijkheid dan wie vanuit het perspectief van de 'projectontwikkelaar' kijkt. Gesteld dat binnen ieder project sprake is van kennisoverdracht, kan in het geval dat een project mislukt, ook daar de fout hebben gelegen. Men heeft elkaar verkeerd begrepen, de wederzijdse bedoelingen zijn onvoldoende duidelijk geworden. Kortom, de communicatie is tekort geschoten.

eem nu de 'informele sector'. Deze scharreleconomie van straathandel en ambacht spreekt tot ieders verbeelding en staat al vele jaren in de belangstelling, zowel bij overheden als wetenschappers. De laatsten hebben zich jarenlang de hersens gepijnigd over een juiste definiëring. De informele sector, met zijn eigen dynamiek, moest in onderdelen worden opgesplitst, zodat het beleid erop kon worden afgestemd. Een benadering-van-bovenaf. Men tracht de informele sector in meetbare dimensies onder te brengen: een economische, een sociale en een politieke. In deze dimensies speelt machtsongelijkheid een belangrijke rol, maar juist dit thema wordt door veel wetenschappers onderschat of genegeerd. Denk aan de toegang tot economische hulpbronnen, aan de ongelijke posities van mannen, vrouwen en kinderen en aan het verschil tussen formele en informele macht. Maar als alle dimensies zijn onderzocht en geïnventariseerd - een hels karwei! - begrijpt de onderzoeker nog het functioneren van de informele sector niet. Alleen de van buitenaf waarneembare verschijnselen 20

mens bedoelt, is hem daarnaar te vragen. Een voorbeeld uit de praktijk van een docent Nederlands: "Na een jaar Nederlandse les gevolgd te hebben, nam een Turkse vrouw afscheid van mij. Veel had zij naar mijn idee niet opgestoken van de lessen, omdat zij mijns inziens te vaak haar werk niet had gedaan. Ik was van mening dat het een verloren jaar was. Zij daarentegen was vol lof en ook was zij erg tevreden over de resultaten. Na een langdurig gesprek met haar kwam ik er achter dat haar motivatie een andere was dan ik had vermoed. Op de vraag waarom zij naar mijn lessen toe kwam, antwoordde zij: 'Om Nederlands te leren.' Dit was ook mijn eerste vraag geweest toen zij zich aanmeldde. Ik had toen echter verzuimd te vragen wat zij verstond onder Nederlands leren. Nederlands leren was voor haar equivalent aan contact krijgen met andere mensen in Nederland. In mijn lessen had zij contact gekregen met andere cursisten." Dit voorbeeld lijkt erg op ervaringen met ontwikkelingsprojecten. Veel projecten worden als mislukt beschouwd, omdat de doelstellingen vooraf niet helder geformuleerd zijn door alle betrokkenen. En als ze dat wel zijn, blijkt vaak dat zij niet door alle doelgroepen en belangengroepen zijn onderkend. De eenvoudigste manier om achter de doelstellingen van doelgroepen te komen is er naar te vragen. Ook hier moeten de persoonlijke en cultuurgebonden strategieën nauwlettend in het oog worden gehouden. zijn bijeen gesprokkeld. Het waarom van de keuzen die de werker in de informele sector maakt, blijft grotendeels buiten beeld. De manier waarop de doelgroep zelf het krachtenveld van dimensies beziet, blijft een onbeantwoorde vraag. We zien dus wel welke keuzen worden gemaakt, maar niet hoe die tot stand zijn gekomen. Soms zal de westerse waarnemer bijvoorbeeld menen dat niet economisch wordt gehandeld, dat niet de meest optimale keuzen worden gemaakt. Maar deze waarnemer vergeet dan dat hij redeneert vanuit zijn eigen perspectief. Het is heel goed mogelijk dat de man of vrouw in de informele sector vanuit een heel andere werkelijkheid handelt. Die werkelijkheid blijft echter onzichtbaar, afgesloten voor de buitenwereld, die met zijn eigen wetenschappelijke methoden greep op de informele sector tracht te krijgen. Zonder inzicht in het hart van de informele sector, of welke andere doelgroep ook, zijn projecten gedoemd hun doel voorbij te schieten. Hoe krijgt men inzicht in deze culturele dirvensie? Voor een antwoord op die vraag kunnen we dicht bij huis blijven en gebruik maken van ervaringen met projecten in ons eigen land, opgezet voor etniscfie minderheden die niet of nauwelijks de formele voertaal beheersen. Hoe worden deze mensen, die feitelijk zijn aangewezen op informele randcircuits, betrokken bij projecten die hen VU-MAGAZINE—DECEMBER 1989

een meer weerbare positie in de samenleving beogen te bieden?

O

plossingen voor alle problemen kunnen we onmogelijk leveren. We kennen een paar antwoorden, al weten we soms nauwelijks wat de vragen zijn. Sprekend over de basisvoorwaarden voor communicatie is het goed dit bescheiden uitgangspunt in het oog te houden. Ook bij ontwikkelingssamenwerking moeten we erachter zien te komen wat precies de problemen zijn. Nog te veel gaan wij uit van onze eigen westerse vragen en van antwoorden die daarop vanuit onze optiek te geven zijn. Het is dan ook logisch dat veel projecten in de ogen van hulpverleners mislukken, omdat er niet uitkomt wat zij er zelf uit willen halen. Bovendien wordt de hulpvragende gedupeerd, omdat de hulp maar ten dele bruikbaar is. Voordat een project start, is het zaak zo veel mogelijk zicht te hebben op de vragen van alle betrokken partijen. Interculturele communicatie kenmerkt zich door verborgen boodschappen, die veelal niet begrepen worden. De lichaamssignalen die zo onontbeerlijk zijn in een goede communicatie worden vaak verkeerd geïnterpreteerd. Je kunt een taal goed spreken, je spreekt hem pas echt goed als je ook in die taal denkt en handelt. Trouwens, de beste manier om er achter te komen wat een VU-MAGAZINE—DECEMBER 1989

Foto's Kees C. Keuch - AVC/VU

emands gedrag wordt bepaald door de wereld die hij zelf heeft opgebouwd. Alleen hij zelf is verantwoordelijk voor die wereld. Wil hij hulp hebben, dan zal men hem zelf het probleem en de hulpvraag moeten laten formuleren. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de NLP-methode: Neuro Linguistic Programming. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat taaluitingen voorspeld, c.q. ondersteund worden door neurologische processen. Het hanteren van deze methode vraagt respect voor de ander en voor diens cultuur. Mensen verbergen hun ware wereld. De projectuitvoerder zal de wereld van zijn doel-

Nog te veel gaan we uit van onze eigen westerse vragen en van antwoorden die vanuit onze eigen optiek worden gegeven. groep als vertrekpunt moeten nemen. Met de NLP-methode zal hij antwoord moeten krijgen op de vragen: hoe formuleert de hulpvragende zijn vragen? Welke normen en waarden vindt hij belangrijk? Welke rol speelt hij in zijn directe om21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 463

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's