GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 64

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 64

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie herinnert zich niet hoe in vroeger tijden op oudjaarsdag, onder een klamme theedoek in een kom naast de warme kachel, zich het wonder aan het oliebollenbeslag voltrok; in korte tijd bleek de kleffe pap te zijn veranderd in een luchtige massa met een meer dan verdubbeld volume. Het is voor velen wellicht de eerste bewuste kennismaking met de magie van gist geweest. Ook al had men geen idee wat het was en hoe het precies werkte, toch wist de mens al sedert eeuwen op inventieve wijze de gebruiksmogelijkheden ervan te benutten: de bier-, brood- en kaasbereiding bijvoorbeeld, zouden immers ondenkbaar zijn geweest zonder de werking van eencellige schimmels, die pas in 1860 onder de microscoop van Louis Pasteur wetenschappelijk kon worden getraceerd. Pasteur toonde aan dat deze gistcellen verantwoordelijk zijn voor de fermentatie - de omzetting van suikers tot alcohol in wijn en ander geestrijk vocht. Gest (zoals gist in sommige dialecten heet) en geest; ze schelen niet toevallig maar één letter... De toepassingsmogelijkheden van gist - in onder andere de levensmiddelen- en geneesmiddelenindustrie-zijn inmiddels legio; een razendsnelle ontwikkeling die vooral ook in de hand is gewerkt doordat gist - mede onder invloed van Pasteurs onderzoekswerk - fabrieksmatig geproduceerd kon gaan worden. Het is tot op heden onweersproken dat Nederland als eerste de fabricage van het zogenaamde persgist ter hand genomen heeft. Aanvankelijk was deze gist nog een bijprodukt van de vervaardiging van alcohol, dat via de 'Wener-methode' werd verkregen. Later werd deze persgist afzonderlijk bereid. Men entte daartoe een voedingsbodem van aangezuurd beslag met een gistcultuur die zich daarop, onder uitgekiende omstandigheden, in snel tempo vermenigvuldigde, en die men vervolgens door centrifugeren van de beslagresten scheidde, en in blokken perste. Wie wel eens onder de rook van de Delftse Gist- en Spiritusfa-

Gist is het meest simpele systeem dat nochtans alle kenmerken heeft van hogere organismen. briek vertoefd heeft, kent de penetrante lucht die daarbij vrijkomt.

M

aar gistcellen bleken méér nuttigs in petto te hebben. Hun belang voor met name het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek werd echter pas veel later ontdekt. Ook in dat opzicht vervulde ons land een voortrekkersrol, zo blijkt achteraf. Al kan het initiatief tot

het biochemisch experimenteren met gist nu als "een gelukkige greep" worden gekwalificeerd, in eerste instantie was deze keuze een uitvloeisel van hoogst triviale omstandigheden, vertelt prof.dr. R.J. Planta die zich aan de Vrije Universiteit nu al meer dan vijfentwintig jaar lang in de wetenschappelijke modelfunctie van deze 'glanzende kiemcel' verdiept. Intuïtief had prof. Planta een kwart eeuw terug al het gevoel dat de celopbouw van gist - een simpel geconstrueerd, maar 'hoger' organisme - in tal van opzichten model zou kunnen staan voor de opbouw die cellen van alle hogere organismen, inclusief die van de mens, kenmerkt: de zogeheten eukaryote cel, waarbij het genetisch materiaal in een celkern is opgeslagen. Maar experimenteren met cellen van dierlijke, want meer geavanceerde, organismen lag op dat moment toch meer voor de hand. Dat hij desondanks voor de gistcel als onderzoeksobject koos, lag bovenal in het verlengde van zijn diepgewortelde aversie jegens dierproeven, en van het feit dat gist zó makkelijk te kweken is, dat zelfs een beginneling daarmee nauwelijks vergissingen kan begaan. Triviaal of niet, prof. Planta is nog altijd blij met zijn keus van toen. Hij is door de internationale wetenschappelijke top van dit vakgebied en aanverwante terreinen, nog eens geprezen voor "dit schot in de roos", bij gelegenheid van het vijfde lustrum van de vakgroep biochemie van de Vrije Universiteit, waarvan hij, van meet af aan, aan het hoofd heeft gestaan. En uitgekeken op de universele mogelijkheden van de gistcel is hij nog bij lange na niet, zoals hij in een gesprek overtuigend weet over te brengen.

U

itgangspunt in de onderzoeksopdracht die Planta's beginnende vakgroep destijds meekreeg, was de vraag: hoe is het mogelijk dat levende organismen een 'gecoördineerde respons' - simpeler gezegd: een aangepast antwoord - kunnen geven op wijzigingen in de uitwendige omstandigheden? Men wist al wel dat deze adequate aanpassingen aan omgevingsveranderingen gebaseerd zijn op de genetische informatie die in de celkernen van levende organismen ligt opgeslagen. De vraag was alleen: hoe en waardoor? Prof. Planta: "Elk levend systeem beschikt over vastgelegde genetische informatie die bepaalt wat een organisme kan en niet kan. Maar niet alle genetische informatie die in iedere celkern potentieel voorhanden is, komt in elk celtype ook volledig tot expressie. Aan de hand van een simpel voorbeeld zal ik uitleggen wat ik daarmee bedoel. Elke cel van ons lichaam beschikt over exact dezelfde genetische informatie. Toch verschillen bijvoorbeeld een levercel en een niercel heel sterk van elkaar. En dat is zo omdat in de levercel een ander deel van de totale genetische informatie tot expressie komt, dan in de niercel. Met 'tot expressie komen' bedoel ik dat het desVU-MAGAZINE—FEBRUARI 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 64

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's