GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1990 - pagina 183

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1990 - pagina 183

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

et de Secours Mutuels des Médécins de France waren ook in Nederland reeds pogingen gedaan om ondersteuningsfondsen van de grond te krijgen. In de internationale medische vakliteratuur was de zieke arts een veelbesproken onderwerp. Dat de oprichting van een Nederverzekeringsmaatschappij e 'Onderlinge Verzekering- landse Maatschappij van Genees- voor arbeidsongeschiktheid bij artkundigen tegen de gelde- sen nog vrij lang op zich liet wachlijke gevolgen van Invaliditeit', sinds ten, hing samen met de tweedeling 1953 officieel Artsen-Onderlinge ge- van de geneeskundige stand in acaheten, werd in 1896 opgericht. In die demisch en niet-academisch gevormperiode besteedde de overheid veel de medici. Ondanks de wetten van aandacht aan de arbeidsomstandig- Thorbecke in 1865 ontbrak in het heden en ongevallenrisico's in de oprichtingsjaar van de Artsen-Onindustrie en de wettelijke regeling derlinge nog bij twintig procent van van een verzekering tegen loonder- de 2200 praktizerende artsen een ving en ziektekosten. In navolging academische opleiding. Omdat veervan de in 1830 opgerichte Duitse tig procent van de academisch geHilfsverein für nothleidende Aerzte vormde geneeskundigen ouder was en de in 1858 in het leven geroepen dan vijftig jaar, boven welke leeftijd Association Générale de Prévoyancemen zich toen en ook nu niet meer

ik naar mijn mening moest geven." Sinds 1984 is Frank werkzaam bij de Artsen-Onderlinge. Hij leerde het vak van verzekeringsgeneeskundige van zijn voorganger, omdat er tqen nog geen speciale opleiding voor bestond.

D

kan verzekeren bij de Artsen-Onderlinge, was de uiteindelijke doelgroep van de nieuwe verzekeringsmaatschappij bepaald niet omvangrijk. Bovendien hadden veel artsen zich al elders bij niet-beroepsgebonden, particuliere maatschappijen laten verzekeren. Dit verklaart waarom de start zo moeizaam verliep. Pas in 1911 was er sprake van een degelijke verzekeringsmaatschappij voor artsen.

artsen en 60 tot 65 procent van de specialisten is er verzekerd. Een hoog percentage, zeker gezien het feit dat een dergelijke verzekering in tegenstelling tot het Pensioenfonds voor huisartsen - geen wettelijke verplichting is. Binnen het verzekeringswezen is de Artsen-Onderlinge een curieus fenomeen. Terwijl elders de mate en duur van arbeidsongeschiktheid worden bepaald door artsen die in dienst zijn bij of aangewezen worden door de verzekeringsmaatschappij, wordt dit bij de Artsen-Onderlinge in eerste instantie door de arbeidsongeschikte arts zélf gedaan. Wel dient hij de voorgedrukte formulieren met de mate en duur van arbeidsongeschiktheid te laten invullen door een collega, maar ook deze controlerende arts mag door de verzekerde zélf worden uitgekozen. Frank: "Dit systeem bestaat al vele jaren en in de streek waar ik huisarts ben geweest, was het een soort erezaak dat de oudste arts deze taak op zich nam." Een saillant detail is dat de arts die de controle uitoefent daarvoor niet door de Artsen-Onderhnge wordt gehonoreerd. Frank: "Sommigen krijgen op verzoek wel een honorarium. Je kunt je inderdaad afvragen of het juist is om te veronderstellen dat artsen dit werk wel pro deo doen." Deze procedure, waarbij de arbeidsongeschikte arts bijna zijn eigen controlerend geneesheer is, lijkt een uitnodiging tot misbruik. De algemeen directeur bestrijdt dit krach-

O

fschoon de Artsen-Onderlinge nu al enige jaren concurrentie heeft van andere maatschappijen, geniet de verzekeraar nog steeds een groot vertrouwen onder artsen. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering bij de Artsen-Onderlinge was tot voor kort een normale voorwaarde om lid te worden van een medische maatschap. Circa 75 procent van de huis-

'Het komt herhaaldelijk voor dat we tegen een verzekerde moeten zeggen: u had een ander beroep moeten kiezen.'

tig: "We merken dat ons systeem zoals het nu is nog steeds wordt geaccepteerd. Waarom zouden we dan over moeten gaan op door ons aangewezen artsen? We hebben evenmin het gevoel dat de neutraliteit van de arts door honorering beter gegarandeerd is." Overigens beschikt de Artsen-Onderlinge wel over een net van specialisten die op verzoek van de maatschappij een expertise uitvoeren bij blijvende arbeidsongeschiktheid. Sinds 1984 hebben ook op het kantoor van de maatschappij gesprekken plaats. Frank: "Het was een openbaring dat veel artsen bij ons pas echt hun verhaal kwijt bleken te kunnen. Soms gaat achter een term als overspannenheid een ernstige depressie schuil. Het zal niet de eerste keer zijn geweest, dat hier een arts kwam die aan het dementeren was, terwijl dit uit de beschikbare gegevens absoluut niet duidelijk werd.

arts zou stappen en bij de noodzaak tot medicamenteuze therapie zou aandringen op een recept, zodat hij precies weet welk geneesmiddel hij voor hoe lang moet gebruiken." Dat de zieke dokter geen gewone patiënt is, blijkt uit een groot aantal onderzoeken. Vooral de dissertatie van dr. P. Lens kreeg begin jaren tachtig veel aandacht. Deze voormalige huisarts, die ook bekendheid genoot als presentator van medische televisieprogramma's, enquêteerde vijfhonderd huisartsen. Van de respondenten (61 procent) bleek ruim de helft altijd zelf gedokterd te hebben; slechts 2 procent had een huisarts bezocht. Opvallend was het hoge medicijngebruik. De ondervraagde huisartsen bleken bijna driemaal zoveel medicamenten te slikken als de gemiddelde Nederlander. Bijna één op de vijf respondenten had slaap- of kalmeringsmidde-

'N=

Ook de controlerende arts mag door de verzekerde zelf worden gekozen.

atuurlijk is het vreemd dat de ware aard van zo'n aandoening niet eerder door beroepsgenoten van de arbeidsongeschikte arts wordt ontdekt, maar ook voor een behandelend arts is het bepaald niet altijd eenvoudig om een collega te helpen. We kennen niet voor niets de term 'wandelgangenconsult'. Een therapeutisch advies wordt vaak tijdens vluchtig overleg gegeven in de geest van: shk dit of dat maar. Het zou veel beter zijn wanneer een zieke arts in eerste instantie naar een huis-

len gebruikt, ruim tweemaal zoveel als de gemiddelde Nederlander. Het afwijkende ziektegedrag van huisartsen gold ook voor hun gezinsleden. Die bleken eveneens vaak zelf te dokteren, doorgaans geen eigen huisarts te hebben of zelden een beroep op hem te doen. Dat de levensstijl van een huisarts niet het toonbeeld van gezondheid was, vermoedden reeds velen. Lens' onderzoek bevestigde het: 49 procent van de respondenten rookte, 23 procent gebruikte wellicht te veel alcohol en 40 procent had zelden of nooit lichaamsbeweging. Frank geeft aan dat artsen negen jaar na dit onderzoek nog steeds niet het juiste voorbeeld geven: "Waar wordt veel gerookt, waar wordt veel gedronken en waar vinden veel echtscheidingen plaats? Bij de artsen!"

U

iteraard zou men op basis van deze gegevens verwachten dat artsen vaker ziek zijn dan de gemiddelde Nederlander en zich eveneens vaker als arbeidsongeschikt zouden aanmelden bij de Artsen-Onderhnge, te meer daar de

Illustratie: Aad Meijer

4

VU-MAGAZINE—MEI 1990

VU-MAGAZINE—MEI 1990

m

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1990 - pagina 183

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's