GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1990 - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1990 - pagina 12

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

dat werkingsmechanisme. Neuropeptiden zouden de algemene toestand en weerbaarheid van de cel versterken. De zenuw kan zich zo beter tegen aanvallen van allerlei slag teweerstellen. Met behulp van ORG 2766 kan zij dus meer dan één specifieke aanvaller bevechten. De stof versterkt de mogelijkheden van het 'trofe' repertoire van het lichaam. Het stelt een zenuwcel in hogere staat van paraatheid, ook bij andere aanslagen op het zenuwstelsel. "Het maakt in dit geval niet uit of je door de hond of door de kat wordt gebeten." Gispen noemt een aantal andere aandoeningen, die met het nieuwe middel bestreden zouden kunnen worden. Doorsnijding of afkiemming van de zenuw, aantasting die optreedt bij diabetes-patiënten of vergiftiging door acrylamide, een stof die in verf zit. Waarom heeft Gerritsen van der Hoop zich juist op de beschadiging door cisplatinum gericht? Hij noemt een aantal redenen: "Cisplatinum

Het verrassende van het nieuwe medicijn is dat het grote gehjkenis vertoont met stoffen die zich ahijd al in het mensenUchaam bevinden. heeft een heel goed omschreven ziektebeeld. Eerst is er geen aantasting van de zenuw, maar vrij snel na behandeling treedt de verslechtering op. Daar komt bij dat de behandehng bijna overal eender is. Elke arts schrijft cisplatinum voor aan vrouwen met kanker aan de eierstokken." Hij vervolgt: "Bij diabetes bijvoorbeeld is de groep veel minder homogeen: niet alle patiënten zijn even goed ingesteld, en niet iedereen vertoont het ziektebeeld in dezelfde mate. Dat betekent dat we de testen bij veel grotere aantallen patiënten zouden moeten uitvoeren. En ik vind het onethisch om een zo grote groep te behandelen als de kans bestaat dat het middel onwerkzaam is." Na de eerste goede resultaten zijn in Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten verschillende vervolgonderzoeken gestart. Deze be10

proeven ORG 2766 op veel grotere groepen mensen dan de groep van vijfenvijftig die Gerritsen van der Hoop heeft onderzocht. Het gaat bij deze onderzoeken niet meer alleen om vrouwen met kanker aan de eierstokken, maar ook om diabetici en mensen met een doorgesneden zenuw. Gerritsen van der Hoop is over dat laatste onderzoek nog wat sceptisch. De ongelijkheid tussen de patiënten is daar heel groot. "Het is zo moeilijk om dan algemene uitspraken te doen. Het is te hopen dat ze weten waar ze aan beginnen."

D

e reden dat artsen de neuropeptiden zo'n algemene werking toeschrijven is dat ze vermoeden dat de stof werkt als een boodschapper. Zij bootst een signaal na dat het lichaam in natuurlijke groeiprocessen ook zélf geeft. En zo blijkt achteraf inderdaad dat het betreffende peptide als nerve growth factor ook een rol speelt bij de groei en ontwikkehng van het zenuwstelsel. Als het cellichaam eenmaal de boodschap heeft ontvangen, kan het in actie komen en zorgen dat de aangetaste uitloper zich weer herstelt. Het verrassende van het nieuwe medicijn is dat het grote gelijkenis vertoont met stoffen die zich altijd al in het mensenlichaam bevinden. Het lichaam zelf is kennelijk ook een goede medicijnproducent. "In het hchaam worden meer en meer stoffen ontdekt die het herstel van het zenuwstelsel bevorderen. Daartoe behoren ook calcium en op insuline lijkende peptiden," zegt Gispen. De laatste zou voor diabetici nog eens de ideale stof kunnen blijken. Het medicijn tegen te hoge bloedsuikers zou dan meteen kunnen optreden tegen de aantasting van het zenuwstelsel, die het gevolg is van te hoge bloedsuikers. Maar dat zal vooralsnog wel wat teveel gevraagd zijn. Ondanks de gunstige vooruitzichten blijven Gispen en Gerritsen van der Hoop nog nuchter. Het middel helpt niet altijd en niet steeds in dezelfde mate. Gispen noemde al de beperking van de werking tot het distale gedeelte oftewel de uitlopers van een zenuwcel. Als de zenuw zelf beschadigd wordt zal ORG 2766 daar waarschijnlijk weinig tegen kunnen beginnen. Bovendien betreft het on-

derzoek tot nu toe alleen het perifere zenuwstelsel, het gedeelte in de armen en benen. Dat komt omdat het centrale zenuwstelsel - de hersenen en het ruggemerg - veel moeilijker te onderzoeken is. De zoektocht naar de ideale dosis, het ideale tijdstip van toediening en de verdere toepassingsmogelijkheden duurt voort. Een aantal patiënten heeft al te kennen gegeven graag met het middel te worden behandeld. Op de vraag of het niet moeilijk is om mensen bij zo'n veelbelovend middel behandeling te weigeren, antwoordt Gerritsen van der Hoop: "Ik geef ze het adres waar ze zich kunnen opgeven als ze aan zo'n proef willen meewerken. Emotioneel gezien is het moeilijk om zulke mensen vervolgens een placebo (een nepmiddel) te geven, maar ik vind het nog veel onethischer om mensen een medicijn te geven waarvan niet bewezen is dat het inderdaad werkt. Hoop wekken is prachtig, maar als er nog nooit een medicijn tegen de aandoening is geweest, heb je hele harde bewijzen nodig."

H

ij noemt in de loop van het gesprek twee van de manieren waarop hij zijn resultaten zo hard mogelijk heeft willen maken. Om zijn collegae te overtuigen wilde hij in ieder geval weefselonderzoek doen. Daarmee kon hij aantonen dat er in de zenuwcel echt wat veranderde als je ORG 2766 toediende. "Ik heb ook de zenuwgeleiding gemeten, maar die kunnen mensen niet zelf controleren. Ze 'verdwijnt' zodra je de meting hebt gedaan. Van het histologisch onderzoek kunnen ze zelf op het objectglaasje zien of er echt wel wat veranderd is." Verder heeft hij het onderzoek onder kankerpatiënten dubbelblind uitgevoerd. Dat betekent dat zowel de patiënt als de onderzoeker niet weten of het om een injectie met ORG 2766 of een met een placebo gaat. "Die eis van dubbelblind onderzoek is niet zozeer gesteld omdat de patiënt onbetrouwbaar zou zijn, maar veeleer omdat de onderzoeker dat is. De wens is hier vaak de vader van de gedachte." D

VU-MAGAZINE—JANUARI 1990

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1990 - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's