GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1992 - pagina 160

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1992 - pagina 160

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

worstelen met een minderwaardigheidscomplex. In de blanke mythologie heetten zwarten immers lui en dom te zijn. De zwarte die zich als een representant beschouwt van zijn ras voelt heel de druk van dit loodzware vooroordeel op zijn nek. Hij moet slagen, hij zal succesvol zijn, en wanneer hij faalt is dat niet alleen zijn zaak, het hele zwarte ras heeft dan gefaald. Die druk is te zwaar. Zwarten, vindt Steele, zouden meer de schuld van hun falen bij zichzelf als individu moeten zoeken; ze zouden zich moeten afvragen hoe ze hun twijfels en minderwaardigheidsgevoelens kunnen overwinnen. In plaats daarvan wijzen ze beschuldigend naar het racistische karakter van de Amerikaanse universiteiten en eisen nog meer speciale voorrechten op. Daarmee wordt het groepsdenken van blanken versus zwarten wederom versterkt; een groepsdenken dat zulke fatale consequenties heeft voor de ontwikkeling van zwarten. Scherpslijpers

26

Die extreme groepshaat in Amerika, het elkaar op leven en dood beconcurreren, is in Nederland onbekend. Typisch Amerikaans allemaal! Niettemin: vrijwel alle vraagstukken inzake minderheden spelen net zo hard in Nederland als in Amerika. Neem nu de moslimscholen. De geschiedenis van die discussie is bekend: W D - k a m e r l i d Franssen gooide de knuppel in het hoenderhok. Hij was tegen. Zulke aparte scholen zouden de integratie niet bevorderen en de kwaliteit van het onderwijs op zulke scholen zou vast ook niet veel zaaks zijn. Dat heeft Franssen geweten. Een stroom van kritiek daalde op zijn hoofd neer. Waren zijn uitlatingen niet op de rand van het toelaatbare en bevestigde hij niet alle stereotypen over moslims? Hoe haalde hij het in zijn hoofd om het bestaansrecht van islamitische scholen in twijfel te trekken? In Nederland is de vrijheid van onderwijs immers grondwettelijk gegarandeerd. Tolerantie, respect, begrip. Met die, naar men zegt typisch Nederlandse 'grondwaarden', wordt de discussie over moslimscholen gevoerd. Niet dat vijandige van de Amerikanen. Wij Nederlanders - de eerste persoon meervoud is hier wel op zijn plaats - zijn geen ideologische

v u MAGAZINE APRIL 1992

scherpslijpers, we denken pragmatisch, ledere minderheid verdient een plekje onder onze halfbewolkte hemel. W e schikken wat in en strooien een handjevol subsidie. Heel anders dan bijvoorbeeld - om een ander volk te noemen - de Fransen: die maken zelfs van de vraag of moslimmeisjes hoofddoekjes mogen dragen in de schoolklas een principekwestie. W e zeggen het niet altijd hardop, maar onder ons gezegd en gezwegen: dat onvermogen om een ander de eigen cultuur te gunnen, getuigt dat niet van een diep bekrompen, ja zelfs racistische mentaUteit? De vrijheid van onderwijs, dat is een van de grondrechten waaraan we even lippendienst bewijzen, waarna we de discussie als beëindigd beschouwen. Maar - om de discussie toch nog even voort te zetten - als het recht op eigen onderwijs nu eens op gespannen voet staat met andere rechten, hoe moeten we dan kiezen welk recht het belangrijkste is? D e vrijheid van onderwijs en de vrijheid van godsdienst, zijn in de eerste plaats de rechten van een collectief, van een groep, in dit geval de mosHmgemeenschap. Maar de Turkse en Marokkaanse kinderen die dit onderwijs moeten volgen wordt weinig gevraagd. Willen zij wel naar moslimscholen, zijn zulke scholen ook wel goed voor hun ontwikkeling? Kortom: hoe zit het eigenlijk met het recht op een vrije, individuele ontplooiing?

wenoude waarden van de islamitische gemeenschap in hun voUe glorie te bevestigen. Met de formule dat iedereen recht heeft op zijn eigen cultuur en zijn eigen scholen, is deze ontwikkeHng gesanctioneerd. Westerlingen dienen diep respect te hebben voor waarden waar ze persoonhjk niet veel voor voelen. Als een Marokkaanse vrouw zegt dat ze het als haar belangrijkste huwelijkstaak ziet om haar man op te hemelen, om telkens opnieuw te vertellen hoe geweldig hij wel is, lachen we besmuikt. Een Nederlandse vrouw die zoiets zegt, zou een onderdanige tut-hola genoemd worden, maar ach, die moslims zijn zo anders, ze verschillen zo van ons. Wie zijn wij om in onze arrogantie

Iemand als Gijs Schreuders zal daar iets anders over denken. Hij heeft er jaren over gedaan om zich aan zulk collectivisme te ontworstelen, om 'ik' te leren zeggen en zijn eigen cultuur, de communistische, aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. Heel mooi allemaal, een teken van onafhankelijk denken, beter laat dan helemaal nooit volwassen worden. En daaruit valt meteen een algemene moraal te destilleren: elke ontwikkeHng dient er een van het 'wij' naar het 'ik' te zijn. Is dat ook niet in zijn meest ideale vorm het doel van ieder

onderwijs: vrije burgers, zelfstandig denkende individuen voort te brengen? Maar die moraal geldt kennelijk alleen voor autochtone Nederlanders: in het respect voor de eigen cultuur van een gemeenschap wordt daarentegen het 'wij' onaantastbaar gemaakt. Het 'ik' van de individuele mosHm gaat voUedig op in het 'wij' van de gemeenschap waar hij uit voortkomt. Net zoals de zwarten in Amerika die zich opsluiten in hun eigen organisaties en voordurend de last van hun ras met zich mee moeten torsen. O o k de individuele mosHm wordt op die manier veroordeeld tot zijn eigen cultuur. Hij wordt een inwisselbare vertegenwoordiger van zijn soort. Zo iemand

bij wie je het in alles kunt merken: van welke muziek hij houdt, zijn geloofsbeleving, hoe hij zijn vrouw en kinderen behandelt, de kleren die hij draagt. Als alles klopt, volgt de verzuchting: ja hoor, een 'echte' mosHm. Madonna " O p het moment dat men de andere mens zijn cultuur teruggeeft, neemt men hem zijn vrijheid af', schreef de filosoof Alain Finkielkraut. Je kunt het ook anders zeggen: de voorvechters van de multiculturele samenleving vergroten maar in een heel specifiek opzicht de vrijheid: een vrijheid van een gemeenschap om macht uit te oefenen over de leden ervan. Het recht op eigen scholen is een van de meest fundamentele wapens in die strijd. Ruimhartig stellen Hberaal denkende Nederlanders zich op achter degenen die de oude gemeenschapsnormen willen versterken. Maar er zijn moslimkinderen die helemaal niet zo gesteld zijn op die traditionele waarden: ze willen geen hoofddoekjes maar spijkerbroeken, ze zijn gek van Prince of Madonna, ze willen niet dat hun ouders een h u welijkspartner voor hen uitkiest, ze willen zelf besHssen en dat mag dan ook een Nederlandse jongen of meisje zijn. De beschermers van de eigen cultuur hebben daar weinig oog voor. Die letten meer op de rechten van het collectief dan op de rechten van het individu. Ieder bij zijn eigen soort. Wie individuele rechten het belangrijkste vindt, zou een andere regel kunnen formuleren: ieder mens heeft het recht om te ontsnappen aan de eigen cultuur. Staatssubsidie voor mosHmscholen, eisen de propagandisten van de multiculturele samenleving. Je kunt het geld ook anders besteden. Laat de staat geld geven aan opvanghuizen voor jongeren die wensen te breken met hun cultuur; aan onderduikgezinnen of gastgezinnen die het meisje opvangen dat tot razernij van haar familie plotseHng geen maagd meer bleek te zijn of de jongen onderdak bieden die niet meer vijfinaal per dag met het gezicht naar Mekka wenste te bidden. Het kan nuttig zijn om moslimjongeren steun in de rug te bieden op het moment dat ze 'ik' beginnen te zeggen.

Ophemelen Theoretische vragen zijn dit niet. Het is wel duidehjk met welke m o tieven de mosHmscholen opgericht zijn. Het is een initiatief van bange, geschrokken mensen. Ze zijn in veel gevallen van het Turkse of Marokkaanse platteland terechtgekomen in de Nederlandse grote stad. Was dat even een een cultuurschok! De Nederlandse samenleving is in de ogen van die immigranten hard, losbandig, immoreel en ongelovig. Vooral voor kinderen is het oppassen geblazen. Marokkaanse kinderen moet je niet al te veel laten spelen met Nederlandse kameraadjes, daar gaat op den duur een fnuikende invloed van uit, een langzame ondermijning van de traditionele waarden van de Islam. Moslimscholen m o e ten een dam opwerpen tegen deze sluipende erosie, ze dienen de eeu-

over zulke diepgewortelde waarden de staf te breken? De waarden van het collectief, daar moet je niet aan komen.

„--*'

^^^ym

27 v u MAGAZINE APRIL 1992

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1992 - pagina 160

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's