GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 212

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 212

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Winkelstraat

in het oude

Canton.

vleeschgerechten, sambals ordeloos op hun bord en maken er een oUapodrida (prak, rb) van." Intrigerend zijn de brieven waarin Couperus de volksaard van al die verschillende inheemse bevolkingsgroepen beschrijft. Deze passages geven aanleiding tot besmuikt lachen, omdat hier een taboe geschonden wordt. "De Maleier dient gaarne en is trouw in zijn hart. Hij is te winnen door een enkel vriendelijk woord, door een glimlach. Hij is te verliezen door een snauw. Hij kan zijn meester liefhebben of hem haten na drie dagen. Zijn genegenheid kan lederen dag vermeerderen, zijn haat is nooit te blusschen. Hij ziet in ons steeds een vreemd wezen, een indringer, een overweldiger maar sedert eeuwen heeft hij zich geschikt in onze superioriteit." Couperus was er heilig van overtuigd dat ieder volk een eigen karakter had. "Als Afgrond en Oceaan, zoo diep en wijd is het onoverkomelijk verschil der rassen, hoe klein onze aarde ook is." En dat het ene volk hoger, beter, verfijnder was dan het andere, stond voor hem ook vast. Zo vindt hij zendingswerk nutteloos, paarlen voor de zwijnen, om het botter te zeggen dan Couperus het bedoelde. "Het is mijn overtuiging, dat de Christelijke godsdienst om zijn, voor primitieve menschen ongrijpbaar en onbegrijpbaar en hoog ideëelen stelregel: heb uw naasten lief als uzelven - was dit niet het woord van Jezus, waarop geheel zijn leer berustte? - er geene is voor wie niet gedurende eeuwen heeft leeren denken en voelen." iemand is, die min of meer bekend, beroemd, befaamd is, wordt hij zeker door deze pest ge-attaqueerd." Het grootste gedeelte van 'Oostwaarts' bestaat uit enthousiasmerende beschrijvingen van de prachtige natuur, Indische bruiloften en andere ceremonies, tabaksplantages, steden en tempels, leuk voor de toerist van vandaag. Het zijn onderhoudende brieven, maar er is meer. In 'Oostwaarts' staan ook amusante leuterbrieven, waar Couperus in uitblonk, en zeer intrigerende bespiegelingen.

Rijsttafel

34 v u MAGAZINE MEI 1993

Vermakelijk zijn de brieven over de kakkerlak die uit Couperus' koffer vol mooie witte pakken kroop, over het 'Siram-bad' waar je niet in moet gaan zitten maar waar je met een

houten emmertje water uit moet scheppen om dat over je ingezeepte lichaam te gooien, en over de rijsttafel. Vol afschuw vertelt Couperus dat de hotels tussen de middag erwtensoep, hutspot, worst met boerenkool en 'kabinet-pudding' (?) serveren in "een neiging het geheele leven te vereuropeanizeeren (...) het is mode geworden op de rijsttafel neer te zien als onhygiëniesch en 'Indiesch'!" De sterk gekruide rijsttafelgerechten zijn nodig voor een goede spijsvertering en maken de Europeaan weerbaarder tegen het vreselijke klimaat, vindt Couperus. Uitgebreid legt hij uit hoe een rijsttafel genuttigd dient te worden, want daar maken wij een potje van. "Want er zijn vele Hollanders, al jaren lang in Indië, die de rijsttafel... niet eten kunnen. Zij zijn het, die stapelen rijst, groente- en

Schoenveters Deze beschrijvingen van Couperus klinken in 1993 wel schokkend. Het blijft een rare gewaarwording als een schrijver die je bewondert 'racistische' ideeën verkondigt. Wat moet je daarmee? Verdient de schrijver je bewondering niet? Kunnen algemeenheden als 'Alle kunst is amoreel' en 'Hij spreekt als een kind van zijn tijd' je verwondering wegnemen? Toont ieder groot schrijver openlijk de zwarte kanten van zijn ziel? Overigens vond Couperus zichzelf geen racist, integendeel. "Ik zet mijn scrupule's van modern mensch-der-gelijkheid ter zijde; er is nu niets aan te doen aan het feit, dat acht koelies mij torsen." Ik houd het er maar op dat de held

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 212

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's