GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 423

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 423

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

van alle tijden: die jeugd van tegenwoordig... Er zijn wel culturele verschillen waardoor in het ene land een beter klimaat heerst voor topsport dan in een ander land. Ik weet niet zeker of er in Nederland minder prestatiedrang bestaat. Daar is weinig onderzoek naar gedaan en zulke culturele verschillen zijn ook moeilijk in kaart te bren"Wel kun je zeggen dat de manier waarop men zich in de Amerikaanse cultuur over sportprestaties uit, afwijkt van de Nederlandse. En de betekenis en waarde van topsport binnen het voormalige Oost-Europa verschilde heel sterk van Nederland. Maar ik vind het heel goedkoop om te zeggen dat de mentaliteit niet deugt. Toen Ajax een paar jaar geleden slecht presteerde, werd er inderdaad gesproken over de patatgeneratie. Hoor je dat nu nog?" Zeker, Frank Bakker denkt dat psychologische verklaringen van sportprestaties van betekenis kunnen zijn, maar soms worden ze wel erg gemakkelijk gehanteerd. "Soms weetje met waarom het wel of niet goed ging. Dan is het erg gemakkelijk om op psychologische verklaringen terug te grijpen; die zijn doorgaans toch niet controleerbaar. Toen het Nederlands voetbalelftal vier jaar geleden tijdens het wereldkampioenschap volledig faalde, hoorde je zeggen: het zat met goed tussen de oren. "Het is in zijn algemeenheid heel belangrijk om verklaringen voor gebeurtenissen te hebben. Als je geen verklaring hebt, weetje niet watje moet doen. Elke verklaring, hoe schamel ook, is beter dan helemaal geen verklaring. Het gebeurt zelfs dat overigens redelijk rationeel denkende mensen naar bovennatuurlijke verklaringen gaan zoeken; als het in een wedstrijd mis gaat en het niet aan de trainingsinspanningen gelegen kan hebben, moetje toch aan iets de schuld kunnen geven. Je zult er echter rekening mee moeten houden dat het leveren van prestaties voor een deel op toeval berust, zeker in de top waar de onderlinge verschillen heel klein zijn. Bij voetbal kan een afstandsschot in de kruising vliegen maar ook rakelings over het doel scheren. De gevolgen van zoiets toevalligs als raken of missen zijn echter doorslaggevend. "Mensen hebben de pest aan toeval, ze zouden het willen uitbannen. Je hebt het gevoel afhankelijk te zijn van iets waarop je geen enkele controle kunt uitoefenen."

M H ^ ^ ^

Sflff

Dankzij het toeval kan topsport haar aantrekkingskracht behouden; de aantrekkingskracht van het onverwachte, spannende en sensationele. Voor de coach en de sporter is dat toeval een gruwel, voor het publiek is het een zegen. De wetenschappelijke benaderingen van de topsport hebben de prestaties soms iets voorspelbaarder gemaakt, toch blijft er veel ongrijpbaars over. Er bestaan nog veel mysterieuze krachten in de sport. Dat psychologische benaderingen van sportprestaties hun grenzen hebben en niet altijd tot het gewenste resultaat leiden, ondervond ook Johann Olav Koss. De geest blijkt niet onbeperkt te kunnen heersen over het lichaam. Dat ondervond hij op de 10.000 meter, een afstand die hij maar niet goed onder de knie kreeg. Dan keek hij op de bordjes en zag dat hij nog zeven ronden te gaan had: Wat een verschrikkelijk eind nog, ik ben zo moe, ik kan helemaal niet meer, schoot het steevast door zijn hoofd. Zulke ontmoedigende gedachten die het lichamelijk verval bespoedigden, probeerde hij voortaan te mijden. Als hij het bordje van de zeven ronden zag, dwong hij zichzelf te

Dr. Frank Bakker: "Mensen hebben de pest aan toeval, ze uitbannen."

zouden het willen

denken: Het gaat heel goed, ik ben helemaal niet moe. Dat hielp met. De waarheid van het lichaam laat zich niet zo eenvoudig wegdrukken. De geest moet realistisch blijven. Hij besloot op een andere manier te denken: Kom op, je hebt dit vaker meegemaakt, je hebt er hard voor getraind, één rondje erbij lukt nog wel. Die gedachten hielpen hem vooruit. Geest en lichaam konden zich weer met elkaar verzoenen. En zelfs de geest blijkt in het zicht van de overwinning zijn zwakheden te kennen. Tijdens de Olympische Spelen in Lillehammer gmg het fantastisch met Koss op de tien kilometer. Hij zou het wereldrecord verpulveren en onder de historische grens van 13.30 duiken. Tot het tempo drie ronden voor het einde stokte. Hij had zich tot dat moment volledig geconcentreerd op zijn eigen prestatie en er niet op gelet hoe veel hij onder het schema van het wereldrecord zat. Drie ronden voor het emde hield zijn coach een bordje omhoog met de mededeling dat hij op een schema van onder de 13.30 reed. Dat was dodelijk. Nooit had hij ervan gedroomd zo hard te kunnen rijden. Eigenlijk was hij al heel tevreden en zijn lichaam was toch al zo moe. De geest, en daarmee ook het lichaam, liet het in die laatste paar rondjes afweten. Zelfs nu nog heeft Koss daar de ziekte over in. Wat een shit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 423

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's