GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 163

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 163

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

memse kennis en cultuur datgene wat van hun gading was. Deze wat opportunistische instelling valt af te zien aan de Kaninefaatse boerderij in kwestie, waarvan het stenen, witgepleisterde voorhuis in alle opzichten Romeins is uitgevoerd (inclusief de geavanceerde snufjes uit die tijd, zoals vloerverwarming, stookplaats en badkamer), terwijl het achterhuis in een aanmerkelijk primitievere, pre-Romeinse stijl lijkt te zijn opgetrokken. H o e dan ook: bij de Kaninfaat op het Educatief Erf van Archeon, kunnen tijdreizigers groepsgewijs riant, want op z'n Romeins, in het grote warme bad. En dat is, qua comfort, een wereld van verschil in vergelijking tot het leven in de prehistorie, waar met dierlijke schedels op staken bloedstollende rituelen worden opgevoerd, en men zich onder meer mag bezighouden met het vervaardigen van hunebedden en van kano's uit boomstammen.

^mÊÊi^Êmm^

Ambachtelijk brouy/\^enjtje

"Dit wordt geen Efteling", zegt Gerard IJzereef met zichtbaar zelf/ertrouwen het geheel overziend. Had je dit twintig jaar eerder gedaan, dan had het waarschijnlijk 'openluchtmuseum' geheten." De allerhartelijkste collegiale gevoelens van de Archeon-directeur jegens bijvoorbeeld het Zuiderzeemuseum zijn dan ook geen toeval. "Natuurlijk is er overleg geweest. Er zijn, wat betreft periodes, geen overlappingen. Voor Archeon hebben we bewust gekozen voor het jaar 1350 als eindpunt." Dat jaartal is niet uit de lucht komen vallen. Het markeert namelijk het moment waarop, zoals de Archeondirecteur het plastisch uitdrukt, "de verstening van de Nederlandse stad" begint: "Men gaat dan plotseling veel meer met baksteen en daktegels aan de gang, in plaats van met hout en met leem en met riet." Uit de periode daarna zijn in de steden en op het land dan ook nog wel tastbare restanten terug te vinden: ruïnes, maar ook kerken, kastelen en andere gebouwen die nog mtakt zijn. "Maar", zegt Gerard IJzereef, "de slogan hier was en is: het verdwenen verleden van Nederland bouwen we weer op. Een ambachtelijk brouwerijtje uit de zestiende, en een verdwenen industrieel monument uit de vorige eeuw horen daar in principe ook nog bij, maar die laten we dan maar over aan de diverse openluchtmusea." Geen Efteling. Akkoord. Maar Archeon is toch zeker ook commercieel van opzet. IJzereef speelt hieromtrent geen verstoppertje. "Natuurlijk heeft dit themapark een commerciële inslag. We bouwen die dingen niet zomaar. Het is ook niet de bedoeling om op 1 oktober de poort te sluiten en een halfjaar niks te doen. De opzet is om hier het hele jaar rond dingen te organiseren. Dingen die geld in het laatje brengen. Uiteraard. Daar wind ik helemaal geen doekjes om."

•^^••^^••i

Haat en nijd

Archeologen zijn net mensen. En het viel dan ook te verwachten dat niet alle vakbroeders en -zusters van Gerard IJzereef zich onmiddellijk gewonnen zouden geven voor diens overstelpend enthousiasme inzake de mogelijkheden van de experimentele archeologie en zijn verregaande streven naar popularisering van het vakgebied. Naar verluidt zijn er in vakkringen, wat betreft de houding j e gens IJzereef, slechts twee standpunten mogelijk: "Je bent voor of je bent tegen Gerard", zoals een zijner collega's het ooit uitdrukte. In de inaugurele rede die IJzereef eind

Als entree- en centraal hoofdgebouw van Archeon functioneert het paviljoen dat de Nederlandse bijdrage aan de Expo '92 in het Spaanse Sevilla herbergde.

januari uitsprak, en waarmee hij zijn professoraat met de dubbele leeropdracht aanvaardde, zei hij: "Geen profeet, zelfs niet een archeoloog, wordt in zijn eigen land geëerd. Het valt niet mee binnen het archeologische v/ereldje iets totaal nieuws te introduceren." "Wat ik op de Nederlandse archeologen tegen heb", zegt hij bij wijze van toelichting hierop, tijdens het gesprek, "is dat ze zo'n gesloten, in zichzelf gekeerd wereldje vormen. Men koestert de eigen specialismen als een kloek haar kuikens, terwijl er op een aantal terreinen best wat meer samenwerking zou mogen zijn. Er wordt veel teveel gemopperd en gekankerd in de Nederlandse archeologie. Er wordt nou nooit eens geroepen: 'Dat is een briljante vent! Die is leuk bezig!'" Daarin zijn archeologen echter niet uniek, weet ook IJzereef. "Dat soort kinnesinne vind je in elke tak van wetenschap. Het is haat en nijd, beschermen watje hebt, en vooral niet teveel nieuwe dingen ontwikkelen, want dan raak je je eigen bureaustoel nog kwijt. 'Als we maar eens per jaar iets leuks vinden, waarmee we de krant halen, dan is het wel goed', denken de meesten. Maar ik vind dat een te incidentele aanpak. Ik wil toch proberen dit vak in z'n algemeenheid wat meer in the picture te spelen." Met dit themapark lijkt 'm dat te gaan lukken.

29 v u MAGAZINE APRIL 1994

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 163

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's