GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 197

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 197

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Privé maar tegelijk herkenbaar. "Herkenbaar, ja, zodat je, in de meest letterlijke zin, iets meedeelt. En v^at je dan tot slot nog als overeenkomst tussen psychiatrie en poëzie kunt opvoeren is dat zowel in het gesprek met de patiënt als in dat met de lezer het einde open is. Er mag geen definitieve afsluiting plaatsvinden. De vraag 'Maar wat nu?' dient steeds opnieuw gesteld te kunnen worden." Geen eindconclusie, maar steeds weer nieuwe vragen. "Precies. Ik denk dat Connie Palmen een scheiding aanbrengt tussen de schrijver en de psychiater op een plek waar die niet thuis hoort. Maar nogmaals: we hebben het hier alleen over overeenkomsten in de vorm; de inhoud, daar heb ik het nu niet over. Want ik blijf het toch ook verschrikkelijk vervelend vinden als de dichter en de psychiater op één hoop worden gegooid; alsof het allemaal zo'n beetje hetzelfde zou zijn." Accoord. Maar kunnen we, afgezien daarvan, concluderen dat de psychiater en de dichter wat u betreft dan toch eenzelfde grondhouding hebbenl "Niet alleen de dichter en de psychiater als therapeut hebben die grondhouding, maar ook de beoefenaar van het rigoureuzere wetenschappelijke handwerk. Om iemand geven, het tonen van genegenheid en persoonlijke inzet, zijn zó verwant met nieuwsgierigheid, met de bereidheid om alles steeds opnieuw onder ogen te zien, om te twijfelen. Dat zijn heel verwante instellingen die je inderdaad 'een grondhouding' kunt noemen."

"Die gedachte drong zich aan mij op toen ik nog student was en betekende in mijn geval een regelrechte cultuurschok. Het ging daarbij overigens niet om de inhoud van dat specifieke vale, in mijn geval de geneeskunde of de psychiatrie. Voor andere wetenschappelijke disciplines geldt precies hetzelfde." Was u kosmoloog geworden, dan zou u vanuit diezelfde grondhouding aan het werk zijn} "Ik neem aan van wel." £21 dan zou u ook nooit hebben beweerd, zoals sommige kosmologen nu doen, dat zij binnen enkele jaren over de definitieve formule zullen beschikken waarmee zij het gehele universum kunnen verklaren en hun collega's in de wetenschap brodeloos zullen makenl "Dat lijkt me de grootst mogelijke onzin. Ook al is het mijn vale niet; iemand die zoiets zegt kun je alleen maar wantrouwen, die is al niet meer van deze wereld. En met empirie heeft zo'n uitspraalc al helemaal niets meer te malcen." "Kijk, fantasieën daarover zijn natuurlijk volstrekt legitiem. Die hebben we allemaal wel in ons achterhoofd; de fantasie bijvoorbeeld dat er een moment komt waarop we alles zullen weten. Het streven van de dichter, van de wetenschapper, en misschien wel van iedereen, is er op gericht om ooit te ontdekken hoe het nu werkelijk zit-, wat het geheim van deze wereld is. Maar op het moment dat je dat weet, ben je er al niet meer." Dat klinkt haast religieus. "Ach, religieus... Het moinent van inzicht, van 'zo is het', misschien heeft dat voor anderen een religieuze betekenis. Voor mij is het primair een esthetisch moment; een moment van grote ontroering, van het gevoel dat de tijd stil staat; een gevoel dat je alleen maar kunt hebben dankzij het besef dat de tijd tegelijkertijd voortgaat. De tijd staat alleen maar stil als wij hem niet meer hebben en ervaren. Dat is het moment waarop we dood zijn. Dan zouden we eindelijk moeten zien hoe het iS; alleen we zien niks meer, omdat de tijd dan echt stil staat. Wat we zien zien we dankzij het feit dat er zich voortdurend bewegingen op ons netvlies afspelen. Als er geen bewegingen meer zijn omdat de tijd stil staat, zien we ook niks meer."

"Ik schrijf vragende poëzie; teksten die tasten en zoeken, waarin ik mezelf spiegeltjes voorhoud met de vraag: is dit het wat er in mij

Maar die grondhouding lijkt me eerder persoonsgebonden dan dat zij uit de aard van de desbetreffende bezigheden zou voortvloeien. Het is niet uitgesloten dat collega's van u in de psychiatrie of in de poëzie er een heel andere grondhouding op na houden. "Dat zou best kunnen. Maar dat neemt niet weg dat deze grondhouding in wezen een heel wetenschappelijke is. Die heeft namelijk niks te malcen met een puur persoonlijke, emotionele inzet die alleen maar subjectief te duiden is, maar juist met een fundamenteel kritische mentaliteit, met de steeds opnieuw te stellen vraag: Zit het zo, of zou het ook anders kunnen zijn? . En: Is dit wel de meest vruchtbare ' manier om naar dit probleem te kijken? "Wetenschap bedrijven is vooral nieuwsgierig zijn. En beseffen dat de antwoorden die je krijgt afhankelijk zijn van de vragen die je stelt. Vooral dat laatste is voor mij heel essentieel; het inzicht dat de wereld daar niet ligt als een kant-en-klaar gegeven dat zichzelf stukje bij beetje wel zal prijsgeven. Wat wij wetenschappelijk, of voor mijn part poëtisch, over die wereld beweren wordt weliswaar mede door die wereld zelf ingegeven, maar is toch vooral ook afhankelijk van onze eigen bemoeienis daarmee, en van het intuïtieve, onconventionele, voor mijn part irrationele repertoire dat we gebruiken om onszelf van die wereld een beeld te vormen.

leeftr

WETENSCHAP,

CULTUUR

Zoals muziek alleen bij de gratie van de tijd kan bestaanl "Precies! Muziek kun je alleen beleven dankzij de tijd. En juist daardoor kun je, hoe paradoxaal het ook klinkt, in muziek ook momenten van tijdloosheid beleven. Als een ander dat een religieuze ervaring wil noemen..." U houdt niet zo van die term. "Ik heb geen hekel aan religie. Ik heb een hekel aan gesloten godsdienstige systemen die uitgaan van de gedachte dat er ergens een verborgen masterplan ligt waarin alles e) SAMENLEVING

- MEI

1995

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 197

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's